De archieven van de firma's G.W. Jacky & Co., C.W. Anton & Co. en C.L. Böhnisch & Co. maken deel uit van het archieffonds van de Evangelische Broedergemeente te Zeist, dat na de grote brand in 1967 aan het Rijksarchief te Utrecht in bewaring is gegeven. Door de grote branden in 1853 en 1967 zijn veel stukken verloren gegaan. Via de notulen van het Aufseher-Collegium kon de historie van G.W. Jacky & Co. en C.W. Anton & Co. enigszins achterhaald worden. C.L. Böhnisch & Co. wordt echter haast niet genoemd in de notulen. In 1923 werd het Aufseher-Collegium opgeheven; in de plaats kwam de Aeltesten Rath, tegenwoordig Oudstenraad. De notulen hiervan berusten echter niet bij het archief van de Oudstenraad en zijn ook in Zeist zelf niet aangetroffen, zodat van geen der firma's de geschiedenis na 1923 volledig valt te achterhalen. In het archief van de voorstander van de gemeente bevinden zich uit hoofde van diens functie een aantal stukken betreffende de genoemde firma's. Deze stukken zijn ten behoeve van de onderzoeker in bijlagen opgenomen. Omdat het voorstanderarchief momenteel in bewerking is, zijn de stukken niet van een nummer voorzien. De archieven zijn niet geïnventariseerd. De inventarisatie werd bemoeilijkt door het feit dat in de loop der tijd de stukken door elkaar zijn komen te liggen. Vooral bij de boekhouding kostte de reconstructie veel tijd en studie aangezien de delen niet voorzien zijn van een opschrift dat verwijst naar het bedrijf waarvan ze afkomstig zijn. Bij Jacky & Co. was het vooral moeilijk de debiteurendagboeken te beschrijven omdat men bij de aanleg van de debiteurenboekhouding onderscheid heeft gemaakt tussen debiteuren binnen en debiteuren buiten Zeist. Dit was niet op de delen aangegeven, zodat men debiteurenseries kreeg van hetzelfde jaar die niet op elkaar aansloten. Na veel zoeken en lezen werd dit onderscheid pas duidelijk.

Aangezien Conrad Anton vanaf 1869 tot 1894 zowel directeur van de firma G. van Wees & Weiss als de firma C.W. Anton & Co. was, vormt de boekhouding van beide firma's van de periode 1869-1894 administratief een geheel. Voor boekhoudkundige informatie voor 1895 dient men dus het archief van de firma G. van Wees & Weiss te raadplegen. Hiervan is een inventaris gemaakt door E. van den Bent.

Met het archief van de firma C.L. Böhnisch & Co. wordt bedoeld de stukken betreffende de galanterie-, neurenberger- en blikslagerijwinkel voor en na de overname in 1913 door de toenmalige firma C.L. Böhnisch & Co. In het archief worden de stukken betreffende de blikslagerijwinkel aangeduid met blikslagerij. Dit schept verwarring aangezien het hier uitsluitend om de boekhouding gaat en niet om de blikslagerij zelf waar de fabrikage plaats vond. Om het onderscheid duidelijk te maken is daarom de term blikslagerijwinkel gebruikt. De firma Böhnisch & Co. werd in 1923 opgeheven. De verkoop van de producten van de blikslagerij werd evenwel voortgezet (het is niet duidelijk door wie, onder andere door de firma G.W. Jacky & Co.) zodat er in het archief ook stukken van na 1923 van de blikslagerij te vinden zijn. Voorts werden ook aangetroffen, stukken van L. Richter, vertegenwoordiger van Schachenmayr, Mann & Cie. die veel zaken deed met de firma G. van Wees & Weiss. Deze zijn dan ook afzonderlijk beschreven, maar passen eigenlijk bij het archief van de firma G. van Wees & Weiss. Om dezelfde redenen zijn ook de stukken betreffende de firma May & Co., die duidelijk behoren tot het archief van de voorstander van de gemeente, hier beschreven, aangezien deze firma de en grosafdeling uitmaakt van Jacky & Co. Toen echter de firma later werd verkocht aan P.W. van Riezen is ook het archief aan deze overgedragen. Het is niet uitgesloten dat archiefgedeelten van de beide firma's Jacky & Co. en Anton & Co. bij de verkoop ervan mede zijn overgedragen. Toch is het verwonderlijk dat van deze twee bedrijven zoveel archief bij de Broedergemeente is achtergebleven, daar men had mogen verwachten dat formeel de archieven aan de nieuwe eigenaars mede waren overgedragen.

De openbaarheid van de stukken is beperkt tot stukken ouder dan 50 jaar.