231 Kantoor van de waarborg voor platina, gouden en zilveren werken te Utrecht ( Het Utrechts Archief )
231
Kantoor van de waarborg voor platina, gouden en zilveren werken te Utrecht
Inventaris
Inleiding
De archieven
231 Kantoor van de waarborg voor platina, gouden en zilveren werken te Utrecht
Inleiding
De archieven
Op grond van de Wet van 26 december 1813 nr. 18 werden in de jaren 1813 en 1814 een dertiental waarborgkantoren ingesteld, t.w. te Amsterdam, Arnhem, Breda, Den Bosch, Den Haag, Groningen, Leeuwarden, Maastricht, Middelburg, Rotterdam, Schoonhoven, Utrecht en Zwolle. Daar kwamen in de loop der jaren nog de kantoren te Alkmaar (1852), Roermond (1852) en Roosendaal (1889) bij.
In de periode 1868-1928 werden een negental kantoren opgeheven, zodat thans nog zeven kantoren bestaan, t.w. te Amsterdam, Den Bosch, Den Haag, Leeuwarden, Rotterdam, Schoonhoven en Utrecht.
In 1976 kwam de Limburgse Rijksarchivaris Smeets ter ore, dat het archief van het Waarborgkantoor te Maastricht zich bevond in het Waarborgkantoor te Den Bosch. Tijdens een door de Brabantse archiefinspecteur Hustinx uitgevoerde archiefinspectie bij het waarborgkantoor te Den Bosch werden eveneens de archieven van de opgeheven kantoren te Breda, Middelburg, Roosendaal, Roermond en Zwolle aangetroffen. Deze archieven waren aldaar geplaatst in opdracht van de Inspecteur van de Waarborg, die op deze wijze meende beter te kunnen voldoen aan de in artikel 8 van de Waarborgwet 1950 gestelde verplichting tot het kosteloos verstrekken van inlichtingen aan een ieder omtrent de betekenis van de verschillende keur- en stempelmerken op platina, gouden en zilveren werken voorkomend.
Vanaf 1977 vonden onderhandelingen plaats met het Ministerie van Financiën inzake de overbrenging (art. 5 AW 1962) van de oude archieven van de waarborgkantoren naar de Rijksarchiefdienst. Om een inzicht te krijgen in de staat en omvang van deze archieven werd - met instemming van de Directie Organisatie van de Belastingdienst - in de periode maart tot augustus 1983 een landelijk gecoördineerde archiefinspectie uitgevoerd. De in het daarvan uitgebrachte eindrapport geformuleerde aanbevelingen vormden de uitgangspunten voor een gesprek met de Inspecteur van de Waarborg. Dit leidde ertoe, dat werd besloten zowel de reeds overgebrachte als niet-overgebrachte archieven van de waarborgkantoren tot 1930 voorlopig te concentreren in het Algemeen Rijksarchief te Den Haag om aldaar beschreven te worden. De insculpatieplaten, de stamboeken en overige registers betreffende meestertekens zouden in het Algemeen Rijksarchief blijven berusten, terwijl de overige archiefbescheiden overgebracht zouden worden naar de respectieve Rijksarchieven in de provincie.
In de loop van 1984 werden zowel van de Waarborgkantoren, het Goud-, Zilver- en Klokkenmuseum te Schoonhoven en de Rijksarchieven in de provincies de chronologisch geordende archieven (totaal ca. 30 m) vanaf 1813 tot 1930 ontvangen en werd nevengaand overzicht vervaardigd, terwijl in 1985 de archieven van de waarborgkantoren aan de respectieve Rijksarchieven in de provincies werden geretourneerd.
De in het Nationaal Archief te Den Haag berustende insculpatieplaten kunnen vooralsnog - gelet op hun slechte materiële staat - niet ter inzage worden gegeven.
Onderzoek in de stamboeken en werkmeesterregisters kan worden verricht in het Nationaal Archief door de genummerde archiefbescheiden aan te vragen.
De volgende bestanddeelnummers bevinden zich in het Nationaal Archief: 660-a tot en met 660-d, 664 en 667-680.
laatste wijziging 28-12-2023
78 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1814-1931
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van het kantoor van de waarborg voor platina, gouden en zilveren werken in utrecht (1812) 1814-1931 (1984)
Auteur:
J.J. Seekles
Datering toegang:
1988
Datering bewerking:
2005
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
2,24 m zuurvrije dozen
Rubrieken:
Categorie:
laatste wijziging 28-12-2023
78 beschreven archiefstukken