De tweede tak van het geslacht Malapert, die naar de noordelijke Nederlanden is getrokken, is die van Louis de Malapert (1535-1603). Deze woonde in de zestiger jaren van de zestiende eeuw te Sevilla in Spanje, waar hij bij Maria Andrea drie kinderen had. Betrekkelijk kort na 1570 moet hij echter naar Antwerpen zijn teruggekeerd, waar hij op 2 Februari 1574 in het huwelijk trad met Maria de la Paille (1555-1578), die hem drie kinderen schonk: Jean (1574- 1599), Cornelia (1575-1634) en Louis (1577-1657, de latere heer van Jutphaas). Louis werd te Bergen in Henegouwen geboren, waar zijn ouders voor de Spaanse Furie heen gevlucht waren. Lang zijn ze daar niet gebleven, want Maria sterft te Antwerpen. In 1581 hertrouwde haar weduwnaar met Susanna van Tessen (+1584) uit Gent, die hem nog 2 dochters schonk: Susanna (1582-1612) en Anna (1584-1642). Deze drie zusters Malapert huwden met drie broeders: Cornelia met Jacques,Susanna met Philippe en Anna met Antoine Godin. Cornelia is later vrouwe van Voorn geweest door koop van deze bij Utrecht gelegen ridderhofstad. (Wittert van Hoogland: Utrechtse ridderhofsteden en heerlijkheden, II 512)

1) Daniël v.d. Muelen (1554-1600) gehuwd met Hester de la Faille, schoonzuster van Louis Malapert de oude, was een broeder van de bovengenoemde Andries. Daniëls bemiddeling bij de koop van Plettenburg blijkt uit inv. no. 1874 folio 415 v/d Rechterlijke archieven in het R.A. te Utrecht, en uit de bundel stukken betreffende de verkoop van Plettenburg: no. 1316x v/d Collectie Handschriften, eveneens in Utrecht.

Louis Malapert, de oude, overleed te Frankfort a/d Main, nadat hij eerst nog verscheidene jaren te Keulen had gewoond (invent. no. 27). De jonge Louis huwde in 1599 te Keulen met Anna Latfoeur (1573-1605), bij wie hij een dochter had: Constantia. Van Keulen vertrok hij naar Bremen, waar hij in 1607 voor de tweede maal in het huwelijk trad en wel met zijn achternichtje Anna Vivien (zie boven). Ook hier is hij slechts enkele jaren gebleven, want in 1612 blijkt hij aan het St. Janskerkhof te Utrecht te wonen *  . Uit dit huwelijk van Louis Malapert en Anna Vivien is het geslacht De Malapert van Jutphaas voortgekomen. Zoals boven vermeld heeft deze Louis in 1617 het huis Plettenburg en de ambachtsheerlijkheid het Overeind van Jutphaas gekocht van zijn schoonmoeder (en nicht) Catharina Vivien-Malapert, die samen met haar zuster deze bezittingen van hun broeder Nicolaas had geërfd. Hierbij verwierf hij in 1621 als een "vereeringe ende schenckagie" van Jan Wolfert van Brederode, heer van Brederode Vianen enz., ook de ambachtsheerlijkheid het Nedereind van Jutphaas voor een "rerauneratie" van 4800 guldens *  . Zo zijn dus sinds dat jaar zowel het Overeind als het Nedereind van Jutphaas in het bezit van de familie Malapert.