Kort voor de Tweede Wereldoorlog *  werd, in verband met de mogelijke noodzaak tot evacuatie van inwoners van Nederland, besloten twee commissies te benoemen. De samenroepers werden prof. dr. H.H. Kuyper en dr. J. Thijs.

In het rapport hierover, dat aan de synode was aangeboden, wordt het volgende gesteld: ‘In gevolge de opdracht door de synode haar gegeven heeft uw commissie de eer u de volgende voorstellen te doen met het oog daarop, dat bij een mogelijken inval door een der oorlogvoerende mogendheden de regeering tot evacuatie zou overgaan van de inwoners uit de in gevaar komende steden en dorpen, waardoor ook voor onze kerken groote moeilijkheden kunnen ontstaan. Wel zouden de gemeenteleden dan tijdelijk bij de kerkelijke gemeente van de plaats, waarheen ze overgebracht worden, kunnen inwonen, om daar van de bediening des Woords en der sacramenten gebruik te maken, maar een kerkelijke gemeente zouden ze , wanneer ze verspreid werden over verschillende plaatsen niet meer kunnen vormen. […] De Regeering heeft met het oog op deze moeilijkheden, die door de evacuatie voor de kerkelijke gemeenten kunnen ontstaan enkele bekende personen uit de kerkelijke wereld aangewezen om haar van advies te dienen. […] Al hoopt en bidt uwe commissie dat zulk een ramp ons vaderland zal gespaard blijven, de voortdurende uitbreiding van het oorlogsterrein doet zien, dat dit gevaar niet denkbeeldig is. Ook met het oog op deze mogelijkheid zou uwe commissie het gewenscht achten, dat de synode deputaten aanwees, die dan de taak kregen om in voorkomende moeilijkheden de kerken van advies te dienen, waarvoor dezelfde deputaten als te voren bedoeld zijn zouden kunnen gemachtigd worden.’ * 

Tijdens de zitting van 24 november 1942 kwam het onderwerp opnieuw aan de orde . De synode besprak de moeilijkheden, die voor de leden voortvloeiden uit de evacuatie, die in de kuststrook plaatsvond. De synode besloot deputaten voor deze zaak te benoemen. * 

Tijdens de zitting van woensdag 28 september 1955 *  werd onder andere besloten drie deputaten met een secundus te benoemen, aan wie werd opgedragen:
kerken en diaconieën, die door onverhoopte evacuatie-moeilijkheden of nationale rampen worden getroffen, met raad en daad bij te staan;
bij gebleken noodzaak een collecte uit te schrijven;
zich verder te laten vertegenwoordigen in de sub-commissie voor kerkelijke aangelegenheden van de centrale evacuatie-commissie en eventuele ramporganisatiesVNOOT>Zie inv.nrs. 12, 13 en 14;
van hun handelingen rapport uit te brengen aan de volgende daarvoor aangewezen generale synode.

Door de generale synode van Delft werd tijdens de zitting van 3 november 1980 het deputaatschap opgeheven, omdat er geen noodzaak tot voortbestaan meer werd gezien. *