Uw zoekacties: Algemene synode en algemene synodale commissie

1423 Algemene synode en algemene synodale commissie ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Synode
Taken en Activiteiten
Organisatiestructuur
Samenstelling
Godsdienstige en zedelijke belangen van Hervormde arbeiders in Duitsland
Periode 1940-1945
1423 Algemene synode en algemene synodale commissie
Inleiding
Periode 1940-1945
Organisatie: Het Utrechts Archief
De strijd tegen het nationaal-socialisme zorgde ervoor, wat in geen eeuwen was bereikt. De Nederlandse kerken verzetten, protesteerden en getuigden zich gemeenschappelijk en overlegden gezamenlijk over stappen en beslissingen. Reeds zeer kort na het begin van de Duitse bezetting werd er met een gemeenschappelijk overleg tussen de kerken begonnen. Als naam voor dit overleg werd al spoedig gebruikt: Het Convent der kerken. De Algemene Synodale Commissie van de Nederlandse Hervormde Kerk nam het initiatief om een aantal afgevaardigden van de onderscheiden Protestantse kerken samen te roepen. Op 25 juni 1940 vond de eerste vergadering plaats in het gebouw van de Nederlandse Hervormde Kerk, Javastraat 100 te 's-Gravenhage *  .
Het zuiden van het land was al in het najaar van 1944 door de geallieerde legers bevrijd, terwijl het noorden nog zuchtte onder het terreur van de vijand. De kerk in het zuiden werd daardoor geheel geïsoleerd van de centrale kerkelijke leiding. Met deze mogelijkheid had de Synode tevoren rekening gehouden. Zij had op 23 februari 1944 het besluit genomen: "Indien door ontwrichting van het verkeer het Algemeen Bestuur der Kerk niet kan worden uitgeoefend, wordt de leiding van de kerkelijke zaken in geïsoleerde gebieden toevertrouwd aan Urgentie-Commissies. Deze bestaan uit de Provinciale Kerkbesturen, vermeerderd met de voor de provincies zittende leden van de Synode. Op grond van deze bepaling werd in het zuiden de "Urgentie-Commissie van de Algemene Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk in het bevrijde gebied" gevormd *  .
Van 29 januari tot 1 februari 1945 kwam te Eindhoven, Emmasingel 31, voor het eerst de Synodale Urgentie-Commisie voor het bevrijde gebied in vergadering bijeen. De Synodale Urgentie-Commissie werd benoemd door de Provinciale Kerkbesturen van Zeeland en Noord-Brabant met Limburg en het enige lid van het Provinicaal Kerkbestuur van Gelderland, uit het bevrijde gedeelte van deze provincie, om tijdelijk als hoogste kerkelijke bestuur te fungeren voor het bevrijde gebied. De Provinciale Kerkbesturen van Zeeland en Noord-Brabant met Limburg vaardigden daarna elk vier leden af naar de Urgentie-Commissie. Uit Gelderland werden twee leden afgevaardigd, terwijl door de Provinciale Kerkbesturen gezamenlijk nog zeven andere leden benoemd werden, die door hun plaats en arbeid op het gebied van bestuur, beheer, diaconie of ander terrein waardevolle adviezen zouden kunnen geven of arbeid verrichten *  .
Tijdens de eerste vergadering bleek de noodzakelijkheid aanwezig te zijn om een secundus aan te wijzen voor elk van hun leden, om bij verhindering of onmogelijkheid om de vergaderingen te bezoeken hem te vervangen. Ook benoemde de Synodale Urgentie-Commissie in haar eerste vergadering een moderamen bestaande uit een president, vice-president en een secretaris *  .
Tevens werden verschillende maatregelen en besluiten genomen, om een behoorlijke voortgang van het kerkelijk leven mogelijk te maken en te voorzien in de behoeften aan geestelijke verzorging en om een begin te maken met de voorbereiding van de wederopbouw, geestelijk en materieel, waar mogelijk ook door tijdelijke voorzieningen *  . De notulen van de Urgentie-Commissie zijn te vinden in inv.nr. 2130, gevolgd door de andere archiefstukken van deze commissie.
Ook in het bezette Noord-Nederland werd het steeds moeilijker om een Synode bij elkaar te roepen en werden als gevolg van het Synodebesluit van 23 februari 1944 urgentie-commissies ingesteld voor Oost-, Noord- en West-Nederland De Urgentie-Commissie in West-Nederland, die in Den Haag bij elkaar kwam werd al snel de Urgentieraad, als eerste commissie van de Synode in oorlogstijd (zie inv.nrs. 490-491). De Urgentieraad werd de centrale raad voor de Nederlands Hervormde Kerk en verving zo de Algemene Synode *  .
Het begin van de massale deportaties in de zomer van 1942 is tegelijk het begin van nieuwe kerkelijke protesten. Men besloot uiteindelijk dat de kerken zich op drievoudige wijze zouden uiten:
a. door een eensluidend protest van de kerken bij de overheid,
b. door een korte inleiding tot het gebed en toelichting van de situatie en
c. door een omschreven, geformuleerd gebed van de kansels.
Ds. Dijckmeester, waarnemend Secretaris van de Algemene Synode, werd hierop bij dhr. Schmidt, Kommissar-General geroepen. Deze deelde hem mede, namens de Rijskcommissaris, dat de Christen-Joden, die vóór 1 januari 1941 gedoopt waren, zouden worden vrijgesteld van "Verschickung". De kerken hadden nooit gevraagd om een uitzonderingspositie voor de Christen-Joden, maar wezen deze tenslotte niet af *  .
De Christen-Joden die vrijgesteld werden van transport werden ingedeeld in de volgende categorieën,
- zij die geboren zijn uit tot de kerk behorende ouders,
- zij die onderwijs in de Christelijke leer ontvangen met de bedoeling tot belijdenis van het geloof te komen,
- zij die de Godsdienstuitoefeningen regelmatig bijwonen en met wie de kerkenraad geestelijk contact heeft,
- zij die gedoopt zijn,
- zij die belijdenis van het geloof hebben afgelegd.
Om tot een doeltreffende uitvoering van deze bepaling te komen, moesten alle Joden, die volgens deze regels tot de Kerk behoorden, zich bij de kerkenraad van hun woonplaats melden om een in tweevoud gestempelde en getekende Angehörigkeitverklaring in ontvangst te nemen. De kerkenraden moesten deze vervolgens zo snel mogelijk opsturen naar het Bureau van de Algemene Synode inv.nrs. 2159-2174). Deze namen werden tenslotte op een lijst geplaatst en aan de Sicherheits-Polizei toegezonden. Achteraf is gebleken, dat ongeveer 400 Christen-Joden de bevrijding van Nederland hebben beleefd, door middel van deze kerkelijke vrijstelling *  .
Zo zijn in het archief, naast stukken betreffende de zogenaamde Angehörigkeit-verklaringen, over tal van onderwerpen, die tijdens de Tweede Wereldoorlog speelden, stukken te vinden. Belangrijk is ook het tijdschrift, door de Protestantse Kerken uitgegeven, "De Kerkpost" geweest voor krijgsgevangenen en in Duitsland tewerkgestelden (inv.nrs. 2187-2206. Om een goed overzicht te krijgen van de kerk in deze tijd vindt men in inv.nrs. 2124-2129 een onder de gemeenten gehouden enquête, die direct na de bevrijding in 1945 is gehouden en stukken betreffende het verzet van de kerk tegen de Duitse bezetting. Natuurlijk waren er binnen de brede volkskerk, die de Nederlandse Hervormde Kerk was, ook elementen, die dicht bij het Nationaal-Socialisme stonden.
Geschiedenis van het archief
Archief en inventarisatie
Raadpleging van het archief
Addendum
Verwante archieven
Literatuur
Inventaris
Bijlage
Concordantie
Erfgoedstuk
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1816-1945
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de synode en de algemene synodale commissie van de Nederlandse hervormde kerk (1805) 1816-1945 (1946)
Auteur:
J. Reijm en G.W. Hemstede, bewerkt door T.L.H. van de Sande
Datering toegang:
2007
Openbaarheid:
Beperking van openbaarheid voor de inv. nrs. 1190, 2114, 2115 en 2122. Raadpleging van niet-openbare archiefbescheiden slechts mogelijk na schriftelijke toestemming van de bruikleengever
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
114,23 m zuurvrije dozen