1183 Muziekbibliotheek van Huis Amerongen ( Het Utrechts Archief )

1183
Muziekbibliotheek van Huis Amerongen
Inleiding
Muziekbibliotheek huis Amerongen
1183 Muziekbibliotheek van Huis Amerongen
Inleiding
Muziekbibliotheek huis Amerongen
De muziekbibliotheek van het huis Amerongen, die bijna 500 nummers omvat, weerspiegelt de muzikale activiteiten van de adellijke bewoners van huis Amerongen vanaf de achttiende eeuw. Dit is tamelijk bijzonder omdat er in Nederland slechts twee andere muziekbibliotheken van adellijke families bewaard zijn gebleven.
De geschiedenis van huis Amerongen gaat terug tot de late Middeleeuwen: in 1286 verklaarde de graaf van Holland, Floris V dat Borre en Diederik van Amerongen zijn leenmannen waren geworden "van den huyse dat si doen timmeren te Amerongen". In deze tijd was huis Amerongen een woontoren omgeven door een gracht. Meerdere malen werd het huis geplunderd en liep het schade op.
In 1557 kwam het huis door verkoop in handen van het Westfaalse geslacht Von Rhede, die het vier eeuwen in bezit zou hebben. De familie Van Reede bracht diverse diplomaten en hoge militairen voort en verkeerden in de hoogste kringen, zoals aan het Haagse hof.
Het huis werd in de loop der eeuwen diverse malen uitgebreid en verbouwd. Tijdens de Franse bezetting 1672/1673 werd het opnieuw geplunderd en in brand gestoken. Herstel was niet meer mogelijk, waardoor huis Amerongen tussen 1674 en 1680 op initiatief van Godard Adriaan van Reede (1621-1691) en zijn vrouw Margaretha Turnor in klassicistische barokstijl werd herbouwd.
Brieven van Constantijn Huygens (1596-1687) bevatten de vroegste vermeldingen over de muzikale belangstelling van de familie Van Reede. Huygens componeerde in 1680 enkele luitwerken voor Ursula Philippotta van Raesfeld, sinds 1666 echtgenote van Godard van Reede (1644-1703). Godard was een trouw Oranje-aanhanger. Nadat prins Willem III stadhouder en koning van Engeland was geworden, werd Godard van Reede door hem op diplomatieke en militaire missies gestuurd. Vanwege zijn militaire verdiensten (o.a. zijn overwinningen op Koning Jacobus II in Ierland) verwierf Godard de titel Graaf van Athlone, welke van generatie op generatie zou overgaan op zijn nakomelingen.
Zijn zoon Frederik Christiaan, tweede graaf van Athlone (1668-1719), koos weliswaar voor een militaire loopbaan, maar was kennelijk niet zo vaak van huis als zijn vader. In 1695 werd hij lid van het Utrechtse stadsmuziekcollege, het Collegium Musicum.
In de tweede helft van de achttiende eeuw waren Frederik Christiaan Reinhard van Reede (1743-1808), vijfde graaf van Athlone, en zijn echtgenote Anna Elisabeth van Tuyl van Serooskerken (1745-1819) de centrale figuren op huis Amerongen. Annebet, zoals zij meestal werd genoemd, was een volle nicht van Belle van Zuylen en een enthousiast muziekliefhebster die veel tijd en geld aan het huiselijk musiceren zou besteden. Zij trouwde in 1765 met Frederik Christiaan Reinhard en kreeg negen kinderen, van wie het merendeel, zoals blijkt uit de bewaard gebleven rekeningen, muzieklessen kreeg.
De muziekbibliotheek van huis Amerongen omvat een groot aantal gedrukte en handgeschreven banden en losse partijen uit de periode 1764-1929, waarbij vooral de tweede helft van de achttiende eeuw goed vertegenwoordigd is. Uit de samenstelling van de collectie blijkt niet alleen welke instrumenten er door de tijd heen in huis Amerongen werden bespeeld, maar ook hoe de muzikale smaak van de bewoners zich ontwikkelde.
Verschillende banden of partijen zijn voorzien van de initialen van Frederik Christiaan Reinhard van Reede of een ex libris van Annebet. Afgaande op de moeilijkheidsgraad van de door hem gesigneerde partijen moet hij een verdienstelijk violist en fluitist zijn geweest. In 1766 trad hij toe tot het Collegium Musicum. De eerste violist van dit gezelschap, Gaetano Franceschini, droeg zijn in 1769 fraai uitgegeven zes sonates voor twee violen op aan hem op. Helaas is van deze sonates alleen de tweede vioolpartij bewaard gebleven zoals ook diverse andere ensemblewerken incompleet aanwezig zijn. Dit bewijst wel hoezeer de Amerongense muziekverzameling typische gebruiksmuziek was, die verspreid raakte onder de diverse vrienden en familieleden die bij de Van Reedes muziek kwamen maken.
Annebet speelde clavecimbel, zong ook en nam danslessen van stadhouderlijke dansmeesters. Direct na haar huwelijk in 1766 schafte zij een klavecimbel van Jacob Kirckman, dat nog steeds op het huis wordt bewaard. Zij musiceerde samen met haar man, haar kinderen en verdere familieleden, die eveneens actief waren in het Collegium Musicum, waarbij een voorkeur bestond voor (bewerkt) repertoire van Italiaanse (opera)componisten. Uit diverse rekeningen blijkt dat zij vaak kamermuziek via een Haagse muziekhandel aanschafte en muzieklessen volgde bij aan het #stadhouderlijk hof verbonden musici. Bij de Utrechtse orgelmakers Bätz liet zij een nieuw kabinetorgel bouwen, dat eveneens op het huis bewaard is gebleven.
In de muziekbibliotheek is tevens een groot aantal muziekdrukken en manuscripten aanwezig van Cornélie van Wassenaer (1799-1850) en van leden van de familie Van Aldenburg Bentinck, in wiens bezit het huis in 1879 kwam. De centrale rol van het clavecimbel is dan overgegaan op de pianoforte, een instrument dat met zijn grote dynamische mogelijkheden tegemoet kwam aan de smaak van de negentiende-eeuwse liefhebbers van salonmuziek.
laatste wijziging 20-08-2024
494 beschreven archiefstukken
Catalogus
laatste wijziging 20-08-2024
494 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1764-1929
Toegangstitel:
Catalogus van de muziekbibliotheek van Huis Amerongen 1764-1929
Auteur:
C. Romijn, bewerkt door M. Breij
Datering toegang:
z.j.
Datering bewerking:
2004
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
9,6 m
Licentie:
Rubrieken:
Categorie:
laatste wijziging 20-08-2024
494 beschreven archiefstukken