Uw zoekacties: Gemeente De Bilt, 1932-1987

1021 Gemeente De Bilt, 1932-1987 ( Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De inventaris van dit archiefgedeelte is een vervolg op de 'Inventaris van het archief van de gemeente De Bilt 1811 - 1931 (1966)' van J.W.H. Meijer en beschrijft de archiefstukken uit de periode van 1 januari 1932 tot en met 31 december 1987. De begindatum houdt verband met het in gebruik nemen van huize Jagtlust, gelegen aan de Soestdijkseweg Zuid 173, als gemeentehuis. Per 1 januari 1988 werd dit archiefblok afgesloten in verband met een bestuurlijke reorganisatie en de nieuwbouw van het gemeentelijk administratiekantoor naast 'Jagtlust'.
Het archief van de gemeente De Bilt, gevormd onder het beheer van de gemeentesecretaris (secretarie-archief), uit de periode 1932-1987 was toegankelijk via een dossierinventaris. Tijdens de inventarisatie werd de oude ordening losgelaten.
Volgens de Archiefwet zijn de overheidsorganen verplicht om de onder hen berustende archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren. Hiervoor is een contextomschrijving onontbeerlijk. Een beschrijvende inventaris, opgemaakt op basis van het metagegevensschema, geeft inzicht in de ordeningsstructuur en werkprocessen van de oorspronkelijke organisatie en de administratie.
Van het omvangrijke archief hoefde niet alles bewaard te blijven. De selectie van blijvend te bewaren bescheiden is gebeurd op basis van de geldende voorschriften met betrekking tot vernietiging van archiefbescheiden van (inter)gemeentelijke organen. Na de inventarisatie bleef er ruim 135 meter over dat in aanmerking kwam voor permanente bewaring.
Enkele aparte series, zoals bouwvergunningen, registers van de burgerlijke stand en hinderwetvergunningen, zijn niet in de inventaris opgenomen.
De materiële staat van de archieven is redelijk goed te noemen. Er zijn diverse stukken aangetast door roestende hechtmechanieken. Alle oude hechtmechanieken zijn vervangen door mechanieken geschikt voor permanente bewaring, terwijl de dossieromslagen vervangen zijn door zuurvrije dossieromslagen. Het gehele bestand is opgeborgen in zuurvrije archiefdozen.
De rubriek 'eigendommen' bevat in vergelijking met de vorige periode een grote hoeveelheid archiefstukken over grondtransacties (aan- en verkopen van grond). Dit is onder meer een gevolg van de ontwikkelingen op de terreinen van ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en verkeer en vervoer. Ook deze rubrieken bevatten meer onderwerpen en dus ook veel meer archivalia dan voorheen.
Na de inventarisatie volgde nog een aanvulling op het archief. Het betreft hier de grafadministratie van de algemene begraafplaats 'Brandenburg' aan de 1e Brandenburgerweg, onder meer bestaande uit registers, begrafenisboeken en kaartsystemen betreffende rechthebbenden van koop- of huurgraven. Deze administratie is als bijlage bij de inventaris opgenomen.
De hierna beschreven archieven zijn op een aantal uitzonderingen na openbaar en kosteloos te raadplegen. Wat nog niet openbaar is, is door middel van een "N.B." onder de betreffende beschrijvingen aangegeven. Het betreft hier met name dossiers uit de oorlog en registers van ingekomen dan wel vertrokken personen. Op termijn zullen ook deze stukken openbaar worden.
In deze periode ging het inwonertal met sprongen omhoog door de "trek naar buiten". In De Bilt ontstond een vestiging om en bij het station aan de spoorlijn Utrecht-Amersfoort-Zwolle. Deze vestiging groeide uit tot het tegenwoordige Bilthoven. Halverwege de jaren dertig telde de gemeente De Bilt 13.367 inwoners. Twintig jaar later bedroeg dit aantal 20.593 (inventarisnummer 1676). Aan het begin van de jaren tachtig was het inwonertal verder gestegen tot boven de 32.000.
Tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw bleef het grondgebied van de gemeente De Bilt onveranderd. Pas in 1954 kwam het tot een grenswijziging. De Bilt moest in het zuidoosten een omvangrijk gebied afstaan aan Utrecht, maar kreeg er een deel van Steinenburg (namelijk de Utrechtseweg tussen de Werken van Griftenstein en de A27, Veldzichtlaan en Steinenburglaan) bij. In de jaren zeventig moest De Bilt opnieuw grond afstaan aan Utrecht. Het zich uitbreidende Universiteitscentrum de Uithof lag in drie gemeenten, Utrecht, De Bilt en Zeist, en dat vond men niet praktisch. Daarom werden alle voor de universiteit benodigde percelen 'verhuisd' naar Utrecht. Sindsdien loopt de gemeentegrens langs de A28 en de Bunnikseweg.
Het oude gemeentehuis annex politiebureau, op het adres Dorpsstraat (vanouds Steenstraat) 25 te De Bilt, sinds 1883 in gebruik, werd te klein. In 1932 werd daarom begonnen met de verbouwing van huize "Jagtlust" tot raadhuis van de gemeente De Bilt. De kosten voor deze omvangrijke verbouwing werden geschat op zo'n 150.000 gulden. De officiele opening van het nieuwe gemeentehuis vond plaats op 18 juli 1932 (inventarisnummers 1248 en 1249) .
De organisatie bleef echter groeien en in de loop der tijd (jaren '70) startte men met de bouw van een gemeentelijk administratiekantoor op een terrein, gelegen tussen "Jagtlust" en de Jachtlaan. Door de verdere uitbreiding van de administratieve en technische dienst van het gemeentelijk apparaat bleek in de tweede helft van de jaren tachtig van de vorige eeuw het bestaande administratiekantoor te klein. Eind jaren '80 werd daarom uiteindelijk besloten tot nieuwbouw.
In de hier beschreven periode zijn de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw daarna de meest ingrijpende gebeurtenissen. In het begin van de oorlog bleef het gemeentebestuur nog functioneren en zijn in het archief notulen van gemeenteraadsvergaderingen aangetroffen t/m augustus 1941. Per 1 september van dat jaar werd echter in de verordening van de Rijkscommissaris bepaald dat de werkzaamheden van de gemeenteraden (en de Provinciale Staten) bleven rusten. Dit duurde tot eind november 1945. Aan het begin van de raadsvergadering van 30 november sprak burgemeester H.P. Baron van der Borch tot Verwolde van Vorden de volgende woorden: "Het is mij een voorrecht dat ik u een woord van welkom toe mag roepen in deze eerste vergadering van deze Raad. Vijf en een half jaar is het geleden, dat het vrije woord hier in deze zaal weerklonken heeft" (inventarisnummer 11). In januari 1944 werd het gemeentehuis van De Bilt gevorderd voor de onderbrenging van het bureau van de Duitse Weermacht. De vordering duurde tot aan het einde van de oorlog. De gemeentelijke diensten werden tijdelijk gehuisvest in de Oranje Nassauschool aan de Overboschlaan en in de dr. W. van Everdingenschool.
In 1975 bracht Jan Schaefer, staatssecretaris van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, een bezoek aan De Bilt. Aanleiding was het plan om een groot deel van de Nieuwstraat en omgeving te herindelen en te saneren. Veel bewoners waren hier tegen.
De Nieuwstraat werd rond 1900 aangelegd en was van oudsher een straat met veel bedrijvigheid: arbeiderswoningen, veel kleine bedrijfjes en enkele grote, zoals de Melkcentrale en het gasbedrijf met twee grote gascontainers. Parallel aan de Nieuwstraat liep de Hessenweg. Deze straat was begin jaren zestig door de gemeenteraad tot hoofdwinkelcentrum aangewezen. Voor het naastliggende gebied, de Nieuwstraat en omliggende straten, werd een toekomstvisie ontwikkeld. Een onderzoek in opdracht van de gemeente had uitgewezen dat veel woningen in slechte staat verkeerden. Vooral de woningen die via de verhuur aangeboden werden, waren slecht onderhouden. De huurprijzen waren dan ook laag. In de Nieuwstraat waren de woningen eigendom van particulieren. Sinds de jaren zestig was de gemeente al bezig met het opkopen van deze woningen, maar het actiecomité vreesde terecht dat het nog jaren kon duren voordat alle gewenste woningen in handen van de gemeente zouden komen en dat in de tussentijd het gebied zou verloederen door gedeeltelijke leegstand vanwege het vertrek van bewoners. Uiteindelijk bleek dat het niet haalbaar was om de gehele Nieuwstraat op te kopen en beperkte de gemeente zich met een nieuw plan tot het zuidelijke deel van de Nieuwstraat. Diverse bewoners in dit deel van de straat hadden ook duidelijk aangegeven graag een van de nieuwe woningen te willen kopen of huren. Op 22 september 1978 begon de sloop van het zuidwestelijke deel van de Nieuwstraat.

Kenmerken

Datering:
1932-1987
Auteur:
drs. B.W. Jagt
Datering toegang:
2013
Omvang in meters:
135,64
Openbaarheid:
Beperkt openbaar
Soort toegang:
Inventaris
Hoofdrubriek:
02. Gerechts- en gemeente-archieven
Subrubriek:
07.02 Politiek, bestuur en administratie
Gemeente:
De Bilt
Plaatsnaam:
De Bilt
Archiefbewaarplaats:
Breukelen
Herkomst:
Wet
AVG:
Namen van wellicht nog levende personen zijn in deze inventaris afgeschermd in verband met de AVG
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen. Toegang 1021: Gemeente De Bilt, 1932-1987
VERKORT:
NL-BklVV 1021