Over de lotgevallen van de Portengense archieven is weinig met zekerheid bekend. Het geringe aantal stukken dat ten tijde van het ancien regime door het Portengense gerechtsbestuur moet zijn geproduceerd of ambtshalve bewaard, is voor een deel tussen de stukken van het oud archief van Ruwiel terecht gekomen. Toen R. Fruin in 1889 te Ruwiel het oud archief dier gemeente inventariseerde trof hij daar in het gemeentehuis nl. ook een aantal stukken aan die betrekking hadden op het gerecht Noordeinde van Portengen. Daartoe behoorden echter niet de sedert 1713 bij het gerecht ingekomen stukken. Deze waren waarschijnlijk als gevolg van de aansluiting van Noordeinde van Portengen aan Breukelen(-Nijenrode) gedurende de tijdvakken 1798-1801/1802 en 1811-1817 in het archief van laatstgenoemde plaats terecht gekomen.

Het gemis aan dit 'ambtelijk geheugen' in de vorm van een archief brak in 1818 de nieuwe gemeente Portengen-Noordeinde dusdanig op, dat het niet in staat was een begroting voor dat jaar op te stellen. Aan een verzoek van de Portengense schout aan het bestuur van Breukelen-Nijenrode om opgaven van het voorafgaande jaar te verstrekken en om toezending van de op Portengen betrekking hebbende archiefstukken werd geen gevolg gegeven. Hierdoor was er een besluit van gedeputeerde staten van Utrecht (d.d. 27 maart 1818) voor nodig om onder bedreiging van ontzetting uit diens ambt de schout van Breukelen-Nijenrode ertoe te bewegen om het gevraagde archief over te dragen. * 
Aan de archiefvorming lijkt door de gemeente Portengen-Noordeinde weinig zorg te zijn besteed. De financiële administratie is vrijwel geheel bewaard gebleven, maar van de correspondentie is slechts een gering aantal jaren -en deels incompleet- overgeleverd. Van de notulering van de raadsvergaderingen en het college van burgemeester en wethouders is bovendien geen spoor te bekennen.
Na de opheffing van de gemeente en de inlijving bij Breukelen-Nijenrode is het archiefbestand van Portengen-Noordeinde naar Breukelen verhuisd.