Uw zoekacties: Munsterabdij te Roermond, 1220-1797

14.D039 Munsterabdij te Roermond, 1220-1797 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historische inleiding
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de inventaris
Gebruikershandleiding
Regesten

Kenmerken

Datering:
1220-1797
Auteur:
M.K.J. Smeets en W.E.S.L. Keijser-Schuurman
Inventaris:
Inventaris van het archief van de Munsterabdij te Roermond 1220-1797. Inventarissenreeks RAL 8 (Maastricht 1974)
Omvang m1:
0,2 meter - 65 charters
Gevonden archiefstukken
42 1240 maart 1
"Anno Domini MCC quadragesima Kalendas Marcii"

Henricus, heer van Kuic, verklaart zijn tienden in Herten en in Merheim (Merum) zowel grote als kleine tienden verkocht te hebben aan de abdis en het convent van de H. Maria te Roermond met alle aanhorigheden, de tienden van het voedsel der dieren van zijn bovenhof ["curtis superior"] in Merheim uitgezonderd, voor honderdenzeventig Keulse mark, in aanwezigheid en met medeweten van zijn zoon Albertus en zijn broers, heer Rutger van Herpen, Godefridus, kanunnik te Xanten en Theodericus. Verder de tienden in Uunnenwerde (onbekend), die Rutger van Herten van hem in leen houdt onder die voorwaarde, dat indien Rutger die tienden wil verkopen, voornoemde abdis en convent als eerste gerechtigd zullen zijn tot kopen. Indien zijn voornoemde bovenhof ["curtis superior"] buiten de omgrachting van de versterking ["castrum"],waarin deze nu gelegen is, geplaatst of gebouwd wordt of door verkoop aan een ander daarbuiten komt te liggen, indien één van beide gebeurt, dan zal de hof tot betaling van de kleine tienden gehouden zijn net als de andere hoeven ["domus"] van voornoemd dorp ["villa"] Merhem (Merum), d.w.z. het voorbehoud van de tienden van het voedsel der dieren zal dan vervallen zijn.
Getuigen waren: Cuno, prior van Roermond, Thoma, Jacobus en Gerardus, priesters, meester Fridericus van Kuic, heer Th. van Altena, heer Wilhelmus van Hurne, Jacobus van Mirlar, Sibeto van Assele en Hermannus, diens broer, Johannes van Cruigten, Gunterus, Theodericus, Lambertus, Henricus en Gerardus, schepenen te Roermond