Uw zoekacties: Bisschoppelijk College te Roermond

17.30 Bisschoppelijk College te Roermond ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historische inleiding
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de inventaris
Gebruikershandleiding
Voorword
Het Bisschoppelijk College werd opgericht in 1851, toen na enige onderhandelingen de gemeente Roermond het Koninklijk Kollegie ophief en de gebouwen in bruikleen overdroeg aan bisschop Paredis. Het was een waar bisschoppelijk college. Niet alleen werden de leraren, priesters, door de bisschop aangesteld, maar ook liepen via hem alle zakelijke transacties. Aangekochte percelen bijvoorbeeld kwamen op naam van het bisdom te staan. In 1903 werd het College zelfstandiger. In dat jaar werd de Vereeniging Het Bisschoppelijk College in het leven geroepen. Op het proces van de archiefvorming had dit laatste weinig invloed. Het bestuur van de vereniging vergaderde slechts af en toe en maakte geen notulen.
Literatuur over de geschiedenis van het Bisschoppelijk College;
N.N., Ons collegebouw 75 jaar, in: de Collegeklok 5 (1939/40) p. 52-65.
A. van Rijswijck, Het begin der bouwgeschiedenis van het Bisschoppelijk College, in: de Collegeklok 16 (1950/51) p. 39-54.
A. van Rijswijck, Liberalen en clericalen in hun strijd rond het Bisschoppelijk College te Roermond, in: Historische opstellen over Roermond en omgeving, Roermond 1951, p. 369-470.
Met de inventarisatie werd in september 1971 begonnen en deze werd op zaterdagmiddagen voortgezet. Aanvankelijk had het archief een omvang van slechts 1 strekkende meter, welke geleidelijk uitgroeide tot ca. 7 meter. De archiefstukken lagen verspreid in een kast in de administratieruimten van het internaat en in de enigszins vochtige kelder van de school. De verhuizing van het internaat in 1966 van de binnenstad naar Schöndeln had waarschijnlijk geen nadelige invloed op het archief. Behalve de archieven van de directeur en de provisor werden nog diverse archiefjes aangetroffen. Deze werden integraal geïnventariseerd.
Op verzoek van Drs. J. Driessen werden ook de persoonlijke archieven van A. Versondert en E. Teeuwen opgenomen. Via de collectie Luyten waren ook aantekeningen van Roermonds eerste archivaris J.B. Sivré tussen de archiefstukken verzeild geraakt. Deze werden afgestaan aan het gemeente-archief. Ongeveer 1 meter archief werd vernietigd. Het betrof 1) de bijlagen bij de rekeningen, die ingezonden moesten worden in verband met de rijkssubsidie en 2) de bescheiden aangaande het vaststellen van de schoolgelden.
Nog enige opmerkingen over het archief van de directeur.
In het gedeelte van dit archief vóór 1900 is niets van een oude orde terug te vinden.
1900-1920: Vanaf 1900 werden dagboeken bijgehouden, waarin naast de gebeurtenissen op school ook de belangrijkste ingekomen en uitgaande stukken werden afgeschreven. De grossen en minuten werden dan ofwel ingeplakt ofwel los in het dagboek bewaard, waaruit blijkt, dat men deze stukken als bijlagen beschouwde. Er werden slechts enkele dossiers gevormd. De overige stukken, welke niet belangrijk genoeg geacht werden om in de dagboeken opgenomen te worden, verenigden wij tot een tweede serie ingekomen stukken.
1920-1945: In deze periode verloren de dagboeken aan betekenis. Naast deze boeken stond een serie ingekomen stukken van overheidsinstanties. Tevens voerde men een rubriekenstelsel in, waarin ook de stukken uit de voorgaande periode een plaats kregen. Een bepaalde volgorde tussen de rubrieken was niet aanwezig. Zij werden derhalve onder de diverse taken van de directeur geplaatst. Aangezien wij te maken hadden met het archief van een nog bestaande instelling, werd het kiezen van een datum als eindpunt van de inventarisatie een probleem. De oorspronkelijke bedoeling was slechte het gedeelte voor 1920 te ordenen. Rond die tijd werd immers het rubriekenstelsel ingevoerd. Meer om historische dan om archivistische redenen zagen wij hiervan af. Na 1920 kwam alleen in aanmerking eind 1944. Eind 1944 en begin 1945 was Roermond geëvacueerd, lag het College leeg en was de archiefvorming tot stilstand gekomen. Met enige uitzonderingen werd deze datum als eindpunt aangehouden.
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1851-1968
Auteur:
G.H.A. Venner
Omvang m1:
13,2
Inventaris:
Inventaris van de archieven van het Bisschoppelijk College te Roermond (Roermond 1972)
Openbaar:
Stukken betreffende nog levende personen zijn slechts toegankelijk na schriftelijke toestemming van de Rijksarchivaris in Limburg