14.D030 Klooster der Witte Vrouwen Maastricht, 1253-1796 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
14.D030
Klooster der Witte Vrouwen Maastricht, 1253-1796
Inleiding
Historische inleiding
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de inventaris
Gebruikershandleiding
laatste wijziging 08-06-2016
334 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 08-06-2016
334 beschreven archiefstukken
Regesten
13 1292 februari 7 "Actum et datum feria quinta post purificationem Beate Marie Virginis, anno Domini MCC nonagesimo primo"
De schepenen van de stad Aken oorkonden dat zij in het geschil tussen de gebroeders Theodoricus en Johannes de Bamiot, burgers van de stad Aken enerzijds en het klooster der Witte Vrouwen anderzijds over het bezit van een stuk grond, groot 9 bunder en 1 morgen, gelegen te Bemelen, tot de conclusie zijn gekomen dat alle rechten over dit suk grond toebehoren aan het klooster der Witte Vrouwen. Beide gebroeders zien af van hun klachten tegen het klooster en hun aanspraken op het omstreden perceel. De schepenen voornoemd: Jacobus, villicus domini de Pont, ridder, Heribertus de Steinbruggen, Wilhelmus genoemd Malebranke, Hermannus de Holsyt, Hermannus genoemd Queeke, Johannes Yvelo, Wilhelmus genoemd Storm, Lodewicus de Sleida, Johannes genoemd Munt, Heribertus genoemd Godesname, Yvels en Wilhelmus de Hasselhouts. Als getuigen waren aanwezig: Reimarus de Luthere, Chrsipianus de Porta Regis, Ricolfus, magister civium in Pont, Franco, echtgenoot van Wiburgis de moeder van de gebroeders de Bamiot, Johannes de Gelopia, Johannes Sapiens, Amelius Stute, Theodoricus de Karlesvort, Heinricus Fettol, Adolfus de Bag, Walterus en Gerardus, broeders van de Bag, en andere burgers van Aken.
De schepenen van de stad Aken oorkonden dat zij in het geschil tussen de gebroeders Theodoricus en Johannes de Bamiot, burgers van de stad Aken enerzijds en het klooster der Witte Vrouwen anderzijds over het bezit van een stuk grond, groot 9 bunder en 1 morgen, gelegen te Bemelen, tot de conclusie zijn gekomen dat alle rechten over dit suk grond toebehoren aan het klooster der Witte Vrouwen. Beide gebroeders zien af van hun klachten tegen het klooster en hun aanspraken op het omstreden perceel. De schepenen voornoemd: Jacobus, villicus domini de Pont, ridder, Heribertus de Steinbruggen, Wilhelmus genoemd Malebranke, Hermannus de Holsyt, Hermannus genoemd Queeke, Johannes Yvelo, Wilhelmus genoemd Storm, Lodewicus de Sleida, Johannes genoemd Munt, Heribertus genoemd Godesname, Yvels en Wilhelmus de Hasselhouts. Als getuigen waren aanwezig: Reimarus de Luthere, Chrsipianus de Porta Regis, Ricolfus, magister civium in Pont, Franco, echtgenoot van Wiburgis de moeder van de gebroeders de Bamiot, Johannes de Gelopia, Johannes Sapiens, Amelius Stute, Theodoricus de Karlesvort, Heinricus Fettol, Adolfus de Bag, Walterus en Gerardus, broeders van de Bag, en andere burgers van Aken.
14.D030 Klooster der Witte Vrouwen Maastricht, 1253-1796
Regesten
13
1292 februari 7 "Actum et datum feria quinta post purificationem Beate Marie Virginis, anno Domini MCC nonagesimo primo"
De schepenen van de stad Aken oorkonden dat zij in het geschil tussen de gebroeders Theodoricus en Johannes de Bamiot, burgers van de stad Aken enerzijds en het klooster der Witte Vrouwen anderzijds over het bezit van een stuk grond, groot 9 bunder en 1 morgen, gelegen te Bemelen, tot de conclusie zijn gekomen dat alle rechten over dit suk grond toebehoren aan het klooster der Witte Vrouwen. Beide gebroeders zien af van hun klachten tegen het klooster en hun aanspraken op het omstreden perceel. De schepenen voornoemd: Jacobus, villicus domini de Pont, ridder, Heribertus de Steinbruggen, Wilhelmus genoemd Malebranke, Hermannus de Holsyt, Hermannus genoemd Queeke, Johannes Yvelo, Wilhelmus genoemd Storm, Lodewicus de Sleida, Johannes genoemd Munt, Heribertus genoemd Godesname, Yvels en Wilhelmus de Hasselhouts. Als getuigen waren aanwezig: Reimarus de Luthere, Chrsipianus de Porta Regis, Ricolfus, magister civium in Pont, Franco, echtgenoot van Wiburgis de moeder van de gebroeders de Bamiot, Johannes de Gelopia, Johannes Sapiens, Amelius Stute, Theodoricus de Karlesvort, Heinricus Fettol, Adolfus de Bag, Walterus en Gerardus, broeders van de Bag, en andere burgers van Aken.
De schepenen van de stad Aken oorkonden dat zij in het geschil tussen de gebroeders Theodoricus en Johannes de Bamiot, burgers van de stad Aken enerzijds en het klooster der Witte Vrouwen anderzijds over het bezit van een stuk grond, groot 9 bunder en 1 morgen, gelegen te Bemelen, tot de conclusie zijn gekomen dat alle rechten over dit suk grond toebehoren aan het klooster der Witte Vrouwen. Beide gebroeders zien af van hun klachten tegen het klooster en hun aanspraken op het omstreden perceel. De schepenen voornoemd: Jacobus, villicus domini de Pont, ridder, Heribertus de Steinbruggen, Wilhelmus genoemd Malebranke, Hermannus de Holsyt, Hermannus genoemd Queeke, Johannes Yvelo, Wilhelmus genoemd Storm, Lodewicus de Sleida, Johannes genoemd Munt, Heribertus genoemd Godesname, Yvels en Wilhelmus de Hasselhouts. Als getuigen waren aanwezig: Reimarus de Luthere, Chrsipianus de Porta Regis, Ricolfus, magister civium in Pont, Franco, echtgenoot van Wiburgis de moeder van de gebroeders de Bamiot, Johannes de Gelopia, Johannes Sapiens, Amelius Stute, Theodoricus de Karlesvort, Heinricus Fettol, Adolfus de Bag, Walterus en Gerardus, broeders van de Bag, en andere burgers van Aken.
Datering:
1292 februari 7
Notabene:
Origineel op perkament. Oorspr. met 2 zegels, beide echter verdwenen. Afschrift in het "register der documenten", inv.nr. 4, fol . 27.
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 08-06-2016
laatste wijziging 08-06-2016
334 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1253-1796
Auteur:
H.Th.M. Roosenboom
Inventaris:
Inventaris van het archief van het klooster der Witte Vrouwen te Maastricht. Inventarissenreeks RAL 5 (Maastricht 1972)
Opmerking:
12 oorkondes berusten in de Bibliothèque Nationale te Parijs
Categorie:
laatste wijziging 08-06-2016
334 beschreven archiefstukken