01.004 Hof van Gelder te Roermond ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
01.004
Hof van Gelder te Roermond
Inleiding
laatste wijziging 26-04-2024
2.249 beschreven archiefstukken
19 gedigitaliseerd
totaal 3.971 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 26-04-2024
2.249 beschreven archiefstukken
19 gedigitaliseerd
totaal 3.971 bestanden
Regesten
9 1295 mei 21
De officiaal van het hof van Luik verklaart vonnis te hebben gewezen in het geschil tussen het kapittel van Sint Servaas te Maastricht enerzijds en Willem, heer van Horn, anderzijds. Het kapittel beweerde dat het dorp Weert, de hoge en lage rechtspraak, de benoeming en ontslag van meier en schepenen, wier hoofd de hof van Vlijtingen is, de inning van de helft van de tienden, de inbezitstelling van goederen, het banrecht, twee molens, te weten een windmolen en een watermolen te Tungelroy aan hem toebehoren en dat de heer van Horn inbreuk op deze rechten heeft gepleegd en onder andere gemene gronden uitgeeft en cijnzen vordert. Willem, heer van Horn betoogde dat deze rechten hem toebehoren. Voorheen kende Weert drie heren, te weten de graaf van Mark, de heer van Altena en ridder Henricus de Assele. Willem van Horn, de vader van de gedaagde, erfde het aandeel van de heer van Altena, kocht het aandeel van de graaf van Mark en ruilde met Johannes, zoon van Henricus de Assele, het derde gedeelte tegen de hof te Leveroy. De officiaal stelt bij vonnis het kapittel van Sint Servaas in het gelijk.
De officiaal van het hof van Luik verklaart vonnis te hebben gewezen in het geschil tussen het kapittel van Sint Servaas te Maastricht enerzijds en Willem, heer van Horn, anderzijds. Het kapittel beweerde dat het dorp Weert, de hoge en lage rechtspraak, de benoeming en ontslag van meier en schepenen, wier hoofd de hof van Vlijtingen is, de inning van de helft van de tienden, de inbezitstelling van goederen, het banrecht, twee molens, te weten een windmolen en een watermolen te Tungelroy aan hem toebehoren en dat de heer van Horn inbreuk op deze rechten heeft gepleegd en onder andere gemene gronden uitgeeft en cijnzen vordert. Willem, heer van Horn betoogde dat deze rechten hem toebehoren. Voorheen kende Weert drie heren, te weten de graaf van Mark, de heer van Altena en ridder Henricus de Assele. Willem van Horn, de vader van de gedaagde, erfde het aandeel van de heer van Altena, kocht het aandeel van de graaf van Mark en ruilde met Johannes, zoon van Henricus de Assele, het derde gedeelte tegen de hof te Leveroy. De officiaal stelt bij vonnis het kapittel van Sint Servaas in het gelijk.
01.004 Hof van Gelder te Roermond
Regesten
9
1295 mei 21
De officiaal van het hof van Luik verklaart vonnis te hebben gewezen in het geschil tussen het kapittel van Sint Servaas te Maastricht enerzijds en Willem, heer van Horn, anderzijds. Het kapittel beweerde dat het dorp Weert, de hoge en lage rechtspraak, de benoeming en ontslag van meier en schepenen, wier hoofd de hof van Vlijtingen is, de inning van de helft van de tienden, de inbezitstelling van goederen, het banrecht, twee molens, te weten een windmolen en een watermolen te Tungelroy aan hem toebehoren en dat de heer van Horn inbreuk op deze rechten heeft gepleegd en onder andere gemene gronden uitgeeft en cijnzen vordert. Willem, heer van Horn betoogde dat deze rechten hem toebehoren. Voorheen kende Weert drie heren, te weten de graaf van Mark, de heer van Altena en ridder Henricus de Assele. Willem van Horn, de vader van de gedaagde, erfde het aandeel van de heer van Altena, kocht het aandeel van de graaf van Mark en ruilde met Johannes, zoon van Henricus de Assele, het derde gedeelte tegen de hof te Leveroy. De officiaal stelt bij vonnis het kapittel van Sint Servaas in het gelijk.
De officiaal van het hof van Luik verklaart vonnis te hebben gewezen in het geschil tussen het kapittel van Sint Servaas te Maastricht enerzijds en Willem, heer van Horn, anderzijds. Het kapittel beweerde dat het dorp Weert, de hoge en lage rechtspraak, de benoeming en ontslag van meier en schepenen, wier hoofd de hof van Vlijtingen is, de inning van de helft van de tienden, de inbezitstelling van goederen, het banrecht, twee molens, te weten een windmolen en een watermolen te Tungelroy aan hem toebehoren en dat de heer van Horn inbreuk op deze rechten heeft gepleegd en onder andere gemene gronden uitgeeft en cijnzen vordert. Willem, heer van Horn betoogde dat deze rechten hem toebehoren. Voorheen kende Weert drie heren, te weten de graaf van Mark, de heer van Altena en ridder Henricus de Assele. Willem van Horn, de vader van de gedaagde, erfde het aandeel van de heer van Altena, kocht het aandeel van de graaf van Mark en ruilde met Johannes, zoon van Henricus de Assele, het derde gedeelte tegen de hof te Leveroy. De officiaal stelt bij vonnis het kapittel van Sint Servaas in het gelijk.
Datering:
1295 mei 21
Datum onopgelost:
"in vigilia Penthecostes anno Domini millesimo ducentesimo nonagesimo quinto"
Ontwikkelingsstadium:
eenvoudig afschrift
Materiaal:
papier
Notabene:
Een gedeeltelijk regest bevindt zich in: P. Doppler, Verzameling van charters en bescheiden betrekkelijk het vrije rijkskapittel van Sint Servaas te Maastricht, in: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg 67 (1931), 269-270. De tekst is grotendeels gedrukt in: R. Hackeng, Het middeleeuwse grondbezit van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht in de regio Maas-Rijn, Maastricht 2006, 321-325.
Zie ook:
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 29-12-2016
laatste wijziging 26-04-2024
2.249 beschreven archiefstukken
19 gedigitaliseerd
totaal 3.971 bestanden
Kenmerken
Datering:
1580-1794
Auteur:
G.H.A. Venner
Uitgave:
Maastricht 2009 (Regionaal Historisch Centrum Limburg, nr. 2)
Omvang m1:
55 - 30 charters
Inventaris:
Inventaris van het archief van het Hof van Gelder te Roermond
laatste wijziging 26-04-2024
2.249 beschreven archiefstukken
19 gedigitaliseerd
totaal 3.971 bestanden