01.001 Staten van het Overkwartier van Gelre, 1404-1794 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
01.001
Staten van het Overkwartier van Gelre, 1404-1794
Volledige inventaris in PDF
laatste wijziging 30-10-2024
1.491 beschreven archiefstukken
14 gedigitaliseerd
totaal 684 bestanden
Inleiding
laatste wijziging 30-10-2024
1.491 beschreven archiefstukken
14 gedigitaliseerd
totaal 684 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 30-10-2024
1.491 beschreven archiefstukken
14 gedigitaliseerd
totaal 684 bestanden
Regesten
82 1537 juli 1
"Gescheyt in den jaer dus Heren duysent vijffhondert en seven en dorttich op synt Petersavont ad vincula off den benden synt Peters".
Fradmych, Helwych en Wilhem van Holthuyssen, gebroeders, Karle Spee en joffer Margreyt, echtgenoten, Juliana van Holthuyssen, weduwe van Harthwart Stael, verklaren, dat zij de goederen nagelaten door hun ouders verdeeld hebben en toegewezen als volgt:
a) aan Fradmych en joffer Sophia, zijn echtgenote, het huis Kriekenbeeck, de gruit te Grefrath, Hinsbeck, Lobberich en Leuth, de hof in gen Winckel te Hinsbeck, een erf tegenover het klooster yn gen Weyde te Venlo, de hof Wijtfelt te Grubbenvorst en een rente te Straelen,
b) aan Helwich en Joffer Anna, zijn echtgenote, de Aldenkriekenbeeck genoemd Buerresche guet met hoeve en molen te Leuth, de hof ten Broeck te Beesel met de kerkgift aldaar en de visserij in de Maas, de Woestenhoeff te Grefrath en de laten te Broekhuizervorst en Swolgen, welke voor de helft aan Fradmych zullen behoren,
c) aan Wilhelm de hof dye Beye te Hinsbeck bij de Haexheyde, de Vlonartzmolen en de Pucklinge laten, zoals Reyner van Holthuysen die bezeten heeft,
d) aan Karle Spe en joffer Margreyt, zijn echtgenote, het huis te Hinsbeck met het bakhuis, de gruit te Wankum en Herongen, de hof te Patbroeck onder Kueck met de halve Hobsertiende en enige renten,
e) aan Juliana de hof yn gen Daell te Lottum, de molen in de Moelenhorst aldaar, de visserij in de Maas en een roggepacht te Meerlo.
Medebezegelaars: Evart van Brempt, drost te Straelen, Arnt van Boecholt en Goetzen Boetzman, pastoor te Hinsbeck
"Gescheyt in den jaer dus Heren duysent vijffhondert en seven en dorttich op synt Petersavont ad vincula off den benden synt Peters".
Fradmych, Helwych en Wilhem van Holthuyssen, gebroeders, Karle Spee en joffer Margreyt, echtgenoten, Juliana van Holthuyssen, weduwe van Harthwart Stael, verklaren, dat zij de goederen nagelaten door hun ouders verdeeld hebben en toegewezen als volgt:
a) aan Fradmych en joffer Sophia, zijn echtgenote, het huis Kriekenbeeck, de gruit te Grefrath, Hinsbeck, Lobberich en Leuth, de hof in gen Winckel te Hinsbeck, een erf tegenover het klooster yn gen Weyde te Venlo, de hof Wijtfelt te Grubbenvorst en een rente te Straelen,
b) aan Helwich en Joffer Anna, zijn echtgenote, de Aldenkriekenbeeck genoemd Buerresche guet met hoeve en molen te Leuth, de hof ten Broeck te Beesel met de kerkgift aldaar en de visserij in de Maas, de Woestenhoeff te Grefrath en de laten te Broekhuizervorst en Swolgen, welke voor de helft aan Fradmych zullen behoren,
c) aan Wilhelm de hof dye Beye te Hinsbeck bij de Haexheyde, de Vlonartzmolen en de Pucklinge laten, zoals Reyner van Holthuysen die bezeten heeft,
d) aan Karle Spe en joffer Margreyt, zijn echtgenote, het huis te Hinsbeck met het bakhuis, de gruit te Wankum en Herongen, de hof te Patbroeck onder Kueck met de halve Hobsertiende en enige renten,
e) aan Juliana de hof yn gen Daell te Lottum, de molen in de Moelenhorst aldaar, de visserij in de Maas en een roggepacht te Meerlo.
Medebezegelaars: Evart van Brempt, drost te Straelen, Arnt van Boecholt en Goetzen Boetzman, pastoor te Hinsbeck
01.001 Staten van het Overkwartier van Gelre, 1404-1794
Regesten
82
1537 juli 1
"Gescheyt in den jaer dus Heren duysent vijffhondert en seven en dorttich op synt Petersavont ad vincula off den benden synt Peters".
Fradmych, Helwych en Wilhem van Holthuyssen, gebroeders, Karle Spee en joffer Margreyt, echtgenoten, Juliana van Holthuyssen, weduwe van Harthwart Stael, verklaren, dat zij de goederen nagelaten door hun ouders verdeeld hebben en toegewezen als volgt:
a) aan Fradmych en joffer Sophia, zijn echtgenote, het huis Kriekenbeeck, de gruit te Grefrath, Hinsbeck, Lobberich en Leuth, de hof in gen Winckel te Hinsbeck, een erf tegenover het klooster yn gen Weyde te Venlo, de hof Wijtfelt te Grubbenvorst en een rente te Straelen,
b) aan Helwich en Joffer Anna, zijn echtgenote, de Aldenkriekenbeeck genoemd Buerresche guet met hoeve en molen te Leuth, de hof ten Broeck te Beesel met de kerkgift aldaar en de visserij in de Maas, de Woestenhoeff te Grefrath en de laten te Broekhuizervorst en Swolgen, welke voor de helft aan Fradmych zullen behoren,
c) aan Wilhelm de hof dye Beye te Hinsbeck bij de Haexheyde, de Vlonartzmolen en de Pucklinge laten, zoals Reyner van Holthuysen die bezeten heeft,
d) aan Karle Spe en joffer Margreyt, zijn echtgenote, het huis te Hinsbeck met het bakhuis, de gruit te Wankum en Herongen, de hof te Patbroeck onder Kueck met de halve Hobsertiende en enige renten,
e) aan Juliana de hof yn gen Daell te Lottum, de molen in de Moelenhorst aldaar, de visserij in de Maas en een roggepacht te Meerlo.
Medebezegelaars: Evart van Brempt, drost te Straelen, Arnt van Boecholt en Goetzen Boetzman, pastoor te Hinsbeck
"Gescheyt in den jaer dus Heren duysent vijffhondert en seven en dorttich op synt Petersavont ad vincula off den benden synt Peters".
Fradmych, Helwych en Wilhem van Holthuyssen, gebroeders, Karle Spee en joffer Margreyt, echtgenoten, Juliana van Holthuyssen, weduwe van Harthwart Stael, verklaren, dat zij de goederen nagelaten door hun ouders verdeeld hebben en toegewezen als volgt:
a) aan Fradmych en joffer Sophia, zijn echtgenote, het huis Kriekenbeeck, de gruit te Grefrath, Hinsbeck, Lobberich en Leuth, de hof in gen Winckel te Hinsbeck, een erf tegenover het klooster yn gen Weyde te Venlo, de hof Wijtfelt te Grubbenvorst en een rente te Straelen,
b) aan Helwich en Joffer Anna, zijn echtgenote, de Aldenkriekenbeeck genoemd Buerresche guet met hoeve en molen te Leuth, de hof ten Broeck te Beesel met de kerkgift aldaar en de visserij in de Maas, de Woestenhoeff te Grefrath en de laten te Broekhuizervorst en Swolgen, welke voor de helft aan Fradmych zullen behoren,
c) aan Wilhelm de hof dye Beye te Hinsbeck bij de Haexheyde, de Vlonartzmolen en de Pucklinge laten, zoals Reyner van Holthuysen die bezeten heeft,
d) aan Karle Spe en joffer Margreyt, zijn echtgenote, het huis te Hinsbeck met het bakhuis, de gruit te Wankum en Herongen, de hof te Patbroeck onder Kueck met de halve Hobsertiende en enige renten,
e) aan Juliana de hof yn gen Daell te Lottum, de molen in de Moelenhorst aldaar, de visserij in de Maas en een roggepacht te Meerlo.
Medebezegelaars: Evart van Brempt, drost te Straelen, Arnt van Boecholt en Goetzen Boetzman, pastoor te Hinsbeck
Datering:
1537 juli 1
Notabene:
Zeventiende eeuws afschrift op papier, inv. nr. 314
Zie ook:
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 30-01-2017
laatste wijziging 30-10-2024
1.491 beschreven archiefstukken
14 gedigitaliseerd
totaal 684 bestanden
Kenmerken
Datering:
1404-1794
Auteur:
G.H.A. Venner
Uitgave:
Inventarissenreeks RAL 17 ( Maastricht 1980)
Omvang m1:
25,5
Inventaris:
Inventaris van het Archief van de Staten van het Overkwartier van Gelder, 1404-1794.
Beschrijving:
Bevat tevens 94 charters
Categorie:
laatste wijziging 30-10-2024
1.491 beschreven archiefstukken
14 gedigitaliseerd
totaal 684 bestanden