01.001 Staten van het Overkwartier van Gelre, 1404-1794 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

01.001
Staten van het Overkwartier van Gelre, 1404-1794
Volledige inventaris in PDF
laatste wijziging 30-10-2024
1.491 beschreven archiefstukken
15 gedigitaliseerd
totaal 740 bestanden
Inleiding
laatste wijziging 30-10-2024
1.491 beschreven archiefstukken
15 gedigitaliseerd
totaal 740 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 30-10-2024
1.491 beschreven archiefstukken
15 gedigitaliseerd
totaal 740 bestanden
Regesten
37 1423 juli 24
"Gegeven in 't jaere ons Heeren duysent vierhondert dryentwintich op den vierentwintichsten dach in julio".
Arnold, hertog van Gelder en Gulik en graaf van Zutphen, en Adolf, hertog van Kleef en graaf van Mark, verklaren, dat tussen hen en de steden, sloten en onderzaten van beider landen een verdrag is gesloten, dat elke opvolgende landsheer zal bekrachtigen alvorens hij door de steden ingehuldigd wordt, luidende: 1) men zal elkaars steden, versterkingen en landen niet benadelen, 2) geschillen over onroerend goed zal men voeren voor de gerechten, waar deze gelegen zijn; geschillen over vorderingen zal men voeren voor het gerecht van de woonplaats der schuldenaar en men zal onvertogen recht laten geschieden, 3) beide partijen zullen elkaar in een eventuele oorlog bijstaan behalve in een oorlog tegen het heilige Roomse rijk en Johan, hertog van Brabant en Limburg, niet in een oorlog tussen de hertog van Kleef en hertog Johan van Beieren en evenmin tussen de hertog van Gelder en de bisschop van Keulen, 4) Arnold zal ervoor zorgen, dat zijn zoon Johan deze akte bekrachtigt.
Medebezegelaars: De raden en vrienden van de hertog van Gelder namelijk Johan, heer te Egmond, vader van de hertog, Johan, heer te Culemborg, Derich, heer te Wische, Johan, heer te Waardenburg, Gijsbert van Mekeren, overste rentmeester, en Gijsbert Pyeck. Namens de hertog van Kleef: Wessel, proost te Wisschel, Willem van Rees, Arndt van Ressen, ridder, Peeter van Culenborch, Geerlach van Voschem, Elbert van Alpen, Henrick Schenck van Nydeeghen en de steden Nijmegen, Roermond, Zutphen, Arnhem, Gelder, Goch, Venlo, Erkelenz, Grave, Bommel, Tiel, Wageningen, Harderwijk, Elburg, Hattem, Doesburg, Doetinchem, Lochem en Groenlo en voorts Kleef, Wesel, Emmerik, Kalkar, Rees, Uedem, Sonsbeck, Griet, Huissen, Kranenburg, Büderich, Orsoy, Dinslaken, Holten, Schermbeck en Griethausen
"Gegeven in 't jaere ons Heeren duysent vierhondert dryentwintich op den vierentwintichsten dach in julio".
Arnold, hertog van Gelder en Gulik en graaf van Zutphen, en Adolf, hertog van Kleef en graaf van Mark, verklaren, dat tussen hen en de steden, sloten en onderzaten van beider landen een verdrag is gesloten, dat elke opvolgende landsheer zal bekrachtigen alvorens hij door de steden ingehuldigd wordt, luidende: 1) men zal elkaars steden, versterkingen en landen niet benadelen, 2) geschillen over onroerend goed zal men voeren voor de gerechten, waar deze gelegen zijn; geschillen over vorderingen zal men voeren voor het gerecht van de woonplaats der schuldenaar en men zal onvertogen recht laten geschieden, 3) beide partijen zullen elkaar in een eventuele oorlog bijstaan behalve in een oorlog tegen het heilige Roomse rijk en Johan, hertog van Brabant en Limburg, niet in een oorlog tussen de hertog van Kleef en hertog Johan van Beieren en evenmin tussen de hertog van Gelder en de bisschop van Keulen, 4) Arnold zal ervoor zorgen, dat zijn zoon Johan deze akte bekrachtigt.
Medebezegelaars: De raden en vrienden van de hertog van Gelder namelijk Johan, heer te Egmond, vader van de hertog, Johan, heer te Culemborg, Derich, heer te Wische, Johan, heer te Waardenburg, Gijsbert van Mekeren, overste rentmeester, en Gijsbert Pyeck. Namens de hertog van Kleef: Wessel, proost te Wisschel, Willem van Rees, Arndt van Ressen, ridder, Peeter van Culenborch, Geerlach van Voschem, Elbert van Alpen, Henrick Schenck van Nydeeghen en de steden Nijmegen, Roermond, Zutphen, Arnhem, Gelder, Goch, Venlo, Erkelenz, Grave, Bommel, Tiel, Wageningen, Harderwijk, Elburg, Hattem, Doesburg, Doetinchem, Lochem en Groenlo en voorts Kleef, Wesel, Emmerik, Kalkar, Rees, Uedem, Sonsbeck, Griet, Huissen, Kranenburg, Büderich, Orsoy, Dinslaken, Holten, Schermbeck en Griethausen
01.001 Staten van het Overkwartier van Gelre, 1404-1794
Regesten
37
1423 juli 24
"Gegeven in 't jaere ons Heeren duysent vierhondert dryentwintich op den vierentwintichsten dach in julio".
Arnold, hertog van Gelder en Gulik en graaf van Zutphen, en Adolf, hertog van Kleef en graaf van Mark, verklaren, dat tussen hen en de steden, sloten en onderzaten van beider landen een verdrag is gesloten, dat elke opvolgende landsheer zal bekrachtigen alvorens hij door de steden ingehuldigd wordt, luidende: 1) men zal elkaars steden, versterkingen en landen niet benadelen, 2) geschillen over onroerend goed zal men voeren voor de gerechten, waar deze gelegen zijn; geschillen over vorderingen zal men voeren voor het gerecht van de woonplaats der schuldenaar en men zal onvertogen recht laten geschieden, 3) beide partijen zullen elkaar in een eventuele oorlog bijstaan behalve in een oorlog tegen het heilige Roomse rijk en Johan, hertog van Brabant en Limburg, niet in een oorlog tussen de hertog van Kleef en hertog Johan van Beieren en evenmin tussen de hertog van Gelder en de bisschop van Keulen, 4) Arnold zal ervoor zorgen, dat zijn zoon Johan deze akte bekrachtigt.
Medebezegelaars: De raden en vrienden van de hertog van Gelder namelijk Johan, heer te Egmond, vader van de hertog, Johan, heer te Culemborg, Derich, heer te Wische, Johan, heer te Waardenburg, Gijsbert van Mekeren, overste rentmeester, en Gijsbert Pyeck. Namens de hertog van Kleef: Wessel, proost te Wisschel, Willem van Rees, Arndt van Ressen, ridder, Peeter van Culenborch, Geerlach van Voschem, Elbert van Alpen, Henrick Schenck van Nydeeghen en de steden Nijmegen, Roermond, Zutphen, Arnhem, Gelder, Goch, Venlo, Erkelenz, Grave, Bommel, Tiel, Wageningen, Harderwijk, Elburg, Hattem, Doesburg, Doetinchem, Lochem en Groenlo en voorts Kleef, Wesel, Emmerik, Kalkar, Rees, Uedem, Sonsbeck, Griet, Huissen, Kranenburg, Büderich, Orsoy, Dinslaken, Holten, Schermbeck en Griethausen
"Gegeven in 't jaere ons Heeren duysent vierhondert dryentwintich op den vierentwintichsten dach in julio".
Arnold, hertog van Gelder en Gulik en graaf van Zutphen, en Adolf, hertog van Kleef en graaf van Mark, verklaren, dat tussen hen en de steden, sloten en onderzaten van beider landen een verdrag is gesloten, dat elke opvolgende landsheer zal bekrachtigen alvorens hij door de steden ingehuldigd wordt, luidende: 1) men zal elkaars steden, versterkingen en landen niet benadelen, 2) geschillen over onroerend goed zal men voeren voor de gerechten, waar deze gelegen zijn; geschillen over vorderingen zal men voeren voor het gerecht van de woonplaats der schuldenaar en men zal onvertogen recht laten geschieden, 3) beide partijen zullen elkaar in een eventuele oorlog bijstaan behalve in een oorlog tegen het heilige Roomse rijk en Johan, hertog van Brabant en Limburg, niet in een oorlog tussen de hertog van Kleef en hertog Johan van Beieren en evenmin tussen de hertog van Gelder en de bisschop van Keulen, 4) Arnold zal ervoor zorgen, dat zijn zoon Johan deze akte bekrachtigt.
Medebezegelaars: De raden en vrienden van de hertog van Gelder namelijk Johan, heer te Egmond, vader van de hertog, Johan, heer te Culemborg, Derich, heer te Wische, Johan, heer te Waardenburg, Gijsbert van Mekeren, overste rentmeester, en Gijsbert Pyeck. Namens de hertog van Kleef: Wessel, proost te Wisschel, Willem van Rees, Arndt van Ressen, ridder, Peeter van Culenborch, Geerlach van Voschem, Elbert van Alpen, Henrick Schenck van Nydeeghen en de steden Nijmegen, Roermond, Zutphen, Arnhem, Gelder, Goch, Venlo, Erkelenz, Grave, Bommel, Tiel, Wageningen, Harderwijk, Elburg, Hattem, Doesburg, Doetinchem, Lochem en Groenlo en voorts Kleef, Wesel, Emmerik, Kalkar, Rees, Uedem, Sonsbeck, Griet, Huissen, Kranenburg, Büderich, Orsoy, Dinslaken, Holten, Schermbeck en Griethausen
Datering:
1423 juli 24
Notabene:
Zeventiende eeuws afschrift op papier, inv. nr. 501, f. 1-8v en achttiende eeuws afschrift op papier, inv. nr. 1338
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 30-01-2017
laatste wijziging 30-10-2024
1.491 beschreven archiefstukken
15 gedigitaliseerd
totaal 740 bestanden
Kenmerken
Datering:
1404-1794
Auteur:
G.H.A. Venner
Uitgave:
Inventarissenreeks RAL 17 ( Maastricht 1980)
Omvang m1:
25,5
Inventaris:
Inventaris van het Archief van de Staten van het Overkwartier van Gelder, 1404-1794.
Beschrijving:
Bevat tevens 94 charters
Categorie:
laatste wijziging 30-10-2024
1.491 beschreven archiefstukken
15 gedigitaliseerd
totaal 740 bestanden