Uw zoekacties: N.V. Schouwburg-Vereeniging Maastricht

21.111 N.V. Schouwburg-Vereeniging Maastricht ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historische inleiding
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de inventaris
Gebruikershandleiding
In de raadsvergadering van 27 november 1876 besloot de gemeenteraad een overeenkomst aan te gaan met de Sociëteit van Actionarissen betreffende een brandverzekering voor het schouwburggebouw. *  Deze gebeurtenis was tevens de aanleiding de organisatievorm van de sociëteit aan te passen aan het op dat tijdstip geldende vennootschapsrecht en men besloot er een Naamloze Vennootschap van te maken. De ontwerp-statuten van de op te richten N.V. SchouwburgVereeniging werden op 27 november 1877 in een buitengewone vergadering van aandeelhouders goedgekeurd. *  De bij Koninklijk Besluit verleende goedkeuring dateert van 22 december 1877. *  De vennootschap werd voor 50 jaar aangegaan, het maatschappelijk kapitaal was bepaald op f.52.500,-. Het werd bijeengebracht door de uitgifte van 175 aandelen van f.300,-, splitsbaar in onderaandelen van f.100,-. De aandelen van de Sociëteit van Actionarissen, vastgesteld op een waarde van f.300,-, konden tegen de nieuwe uitgewisseld worden.
Over de organisatie zeggen de statuten het volgende. De aandeelhoudersvergadering moest in het tweede kwartaal van ieder jaar gehouden worden; daarnaast kon een vergadering bijeengeroepen worden als de directie het nodig oordeelde of wanneer daarom door minstens tien leden, met opgave van de te behandelen punten, werd gevraagd. Bij meerderheid van stemmen besloten de aandeelhouders op de vergadering over de benoeming van directieleden, de grootte van het dividend en het reservefonds en met een meerderheid van 2/3 kon tot verandering in de statuten of tot ontbinding van de N.V. besloten worden.
Het bestuur van de N.V. was opgedragen aan een directie van vijf leden. Uit hun midden kozen zij een president en secretaris-tresorier. Na 5 jaar moesten de directieleden aftreden, waarna herverkiezing mogelijk was. De directie vertegenwoordigde de vennootschap in alle burgerlijke handelingen en oefende daden van beheer uit, zoals het maken van huishoudelijke reglementen en het aanstellen van beambten en bedienden. De president leidde de algemene vergaderingen en was belast, met de uitvoering van de besluiten van de algemene vergadering, en van de directie. Alle stukken, ook de besluiten van de algemene vergadering werden ondertekend door hem en de secretaris-tresorier. *  De taken van de secretaris-tresorier staan niet duidelijk vermeld in de statuten. Volgens een ontwerpinstructie voor deze functionaris uit 1927 was hij belast met de dagelijkse administratie, het financieel beheer-hieronder viel ook het opmaken van de exploitatierekening -, de verhuur van gedeelten van het schouwburggebouw en het dagelijks toezicht op personeel, gebouw en bezittingen van de vennootschap. *  Tijdens het bestaan van de vennootschap zijn de oorspronkelijke statuten wel verschillende keren gewijzigd, maar essentiële veranderingen waren het niet. Om beter zicht te krijgen op de vennootschap zullen we hieronder de belangrijkste lotgevallen, waar nodig inclusief statutenwijzigingen, chronologisch behandelen. De schouwburgvereniging had in 1882 en 1885 veel geld nodig voor het verbouwen en inrichten van het schouwburggebouw. De gemeente was bereid om leningen te verstrekken van respectievelijk f.35.000,- en f.6.000,-.
In verband met de leningen moesten de statuten enigszins gewijzigd worden. Daarnaast bepaalde de gemeente dat 'Zolang de schouwburgvereniging de van de gemeente ter leen ontvangen bedragen van f.35.000,- en f.6.000,- niet ten volle in kapitaal heeft terugbetaald en alle vervallen renten daarvan niet heeft aangezuiverd wordt aan het Dagelijksch Bestuur der Gemeente de bevoegdheid toegekend tot het benoemen, uit de aandeelhouders van één of twéé commissarissen belast met het toezicht op het geldelijk beheer' der vereniging. Deze commissarissen zijn bevoegd alle vergaderingen van de Directie der Vereniging bij te wonen met raadgevende stem'. * 
Omdat de leningen niet voldoende waren om alle kosten te betalen, moest de N.V. in 1885 ook zogenaamde 'plaatstitels' uitgeven. Het waren 90 preferente aandelen van f.100,- die recht gaven op voorkeur bij toewijzing van zitplaatsen in de schouwburg. *  De positie van de plaatstitelhouders werd in de statuten van 1885 omschreven. * 
Op het einde van de tachtiger jaren van de negentiende eeuw zorgde een catastrofale brand in de Opera Comique te Parijs voor veel opschudding. Als gevolg hiervan verkreeg de N.V. van de gemeente in 1888 een renteloos voorschot van f.7.000,- 'voor het doen uitvoeren van voorzorgsmaatregelen in het Comedygebouw, zó tot voorkoming ener brandramp (...)'. * 
De brandveiligheid kwam in 1897 weer ter sprake, toen in Parijs een loods afbrandde, waarin een liefdadigheidsbazaar gehouden werd en waarbij meer dan 150 mensen omkwamen. Tresorier Nierstrasz greep deze gelegenheid aan om in de Limburger Koerier van 11 mei 1897 zijn bezorgdheid te uiten over de brandveiligheid van de Maastrichtse schouwburg. Zijn opstelling in deze kwestie was zodanig, dat in de aandeelhoudersvergadering van 20 augustus 1897 de waarnemend president G. Kemmerling de heer Nierstrasz het woord ontnam. Hij motiveerde deze handelwijze door te zeggen: 'dat in de directievergadering besloten was den heer Nierstrasz in zijne kwaliteit van secretaris het recht te ontzeggen om over dit onderwerp in ene vergadering van aandeelhouders te spreken'. *  Uiteindelijk leidde de opstelling van Nierstrasz tot zijn ontslagname in 1898. Het probleem van de brandveiligheid was hiermee niet van de baan; het werd een kwestie die steeds meer mensen ging interesseren. De bezorgdheid nam zo toe dat op 20 januari 1904 op last van burgemeester Bauduin de schouwburg gesloten moest worden. Na het ontvangen van een rapport van de Amsterdamse brandweercommandant J. Meier en de verzoeken tot heropening van verschillende Maastrichtse verenigingen, kwamen burgemeester en wethouders op hun besluit terug en kon in 1905 de exploitatie hervat worden. * 
In 1927 bestond de N.V. Schouwburg-Vereeniging 50 jaar en aangezien zij opgericht was voor een periode van 50 jaar, kwam de vraag aan de orde of de N.V. de schouwburg al dan niet moest blijven exploiteren. De aandeelhouders besloten tot een verlenging van de duur van de vennootschap met 50 jaar. Elf jaar later, in 1938, gingen er echter stemmen op om de N.V. te liquideren. De aanleiding daarvoor was het gedurende drie achtereenvolgende jaren niet kunnen betalen van een rente over een gemeentelijke lening van f.50.000,-. De bepalingen van deze in 1929 verstrekte lening waren namelijk zodanig, dat de gemeente in dit geval mocht overgaan tot naasting van het schouwburggebouw *  , en de gemeente wenste van haar recht gebruik te maken. *  De aandeelhouders voelden niet veel voor opheffing van hun vereniging en lieten het gemeentebestuur weten dat niets onbeproefd zou worden gelaten om te trachten een andere bevredigende regeling te treffen en dat een daartoe strekkend voorstel zo snel mogelijk aan de gemeente zou worden gedaan.
Omdat ondanks herhaalde rappels van de gemeente de N.V. in mei 1942 hiertoe nog niet was overgegaan, besloot de burgemeester alsnog de vennootschap te liquideren. In een brief aan het bestuur van de N.V. motiveerde hij zijn beslissing met de volgende woorden: 'Ik acht een langer uitstel thans te minder verantwoord, nu ik van mening ben, dat niet alleen een zuivering der financiële verhoudingen urgent is, maar ook een meer intensieve exploitatie van den schouwburg gewenscht is en door een nieuwe vorm van beheer mogelijk kan worden gemaakt'. *  Ondanks het verzoek van de aandeelhouders aan de burgemeester om vanwege de 'tegenwoordige abnormale tijdsomstandigheden' de kwestie te laten rusten *  , hield de burgemeester de N.V.Schouwburg-Vereeniging aan de bepalingen van het contract van 1929. Hierop moest de algemene vergadering van 21 juli 1942 noodgedwongen tot liquidatie besluiten. Conform het Wetboek van Koophandel werden de bestuurders als vereffenaars aangewezen en trad de N.V. in het stadium van liquidatie. Het wil zeggen dat ze nog slechts bleef voortbestaan om de bestaande rechtsbetrekkingen af te wikkelen. Eén van de taken die het bestuur in de liquidatieperiode had te vervullen was het, op verzoek van de gemeente, voortzetten van de exploitatie voor rekening en risico van de gemeente. De bestuursleden begonnen daarmee op 1 september 1942 *  -de dag waarop de concessie tot exploitatie van het schouwburggebouw werd ingetrokken-en beëindigden deze taak op 20 oktober 1943. *  Op dat moment nam de gemeente de exploitatie de facto over en kunnen we spreken van de Gemeentelijke Schouwburg.
Inventaris
Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
Organisatie, bestuur en personeel
55 Akte waarbij conciërge A. Ritzen zich accoord verklaart met de hem opgedragen werkzaamheden, 1887, november 28
21.111 N.V. Schouwburg-Vereeniging Maastricht
2. Inventaris
Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
Organisatie, bestuur en personeel
55
Akte waarbij conciërge A. Ritzen zich accoord verklaart met de hem opgedragen werkzaamheden, 1887, november 28
Datering:
1887, november 28
Omvang:
1 stuk

Kenmerken

Datering:
1878-1943
Auteur:
R.M. Appel
Omvang m1:
1,50
Inventaris:
Inventaris van de archieven van de Maastrichtse schouwburg 1786-1965 (Maastricht 1985), inv.nrs. 17-198