In 1937 treedt de gemeente St. Geertruid toe tot het Registratuur bureau der Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De kosten van de vaste bijdrage van fl. 60.- zullen op de begroting worden opgevoerd en de overeenkomst wordt voor 5 jaar aangegaan. (69) *  De Rijksarchivaris in Limburg belast met de inspectie der gemeente, en waterschapsarchieven in de provincie richtte op 8 december 1939 zich tot het college inzake de beveiliging van het archief van de gemeente tegen de bijzondere gevaren, welke in oorlogstijd de archieven bedreigen. Dit mede naar aanleiding van een inspectie in 1939. Hij heeft toen ook gemeld, dat de stukken van vóór 1937 zijn verpakt in kartonnen portefeuilles en geborgen in diepe houten kasten in een vertrek, gelijkvloers tegenover de secretarie gelegen, dat niet brandvrij is. Zelfs de registers van de Burgerlijke Stand zijn in een houten kast opgeborgen. Het is zeer gewenst een brandvrije archief bewaarplaats te bouwen. In februari 1940 meldt de gemeente dat er niet beschikt wordt over een brandvrije archief bewaarplaats in het raadhuis. Het archief van de gemeente wordt op dat ogenblik bewaard als volgt: a. in een vertrek op de begane grond, stenen muren met kalk plafond en stenen vloer, een der muren over de volle lengte buitenmuur met twee grote ramen: b. in een vertrek op de begane grond, stenen muren met kalk plafond en houten vloer, twee der muren over de volle lengte buitenmuur met drie grote ramen; archief vanaf 1936, burgerlijke stand, mobilisatie bescheiden, distributie materiaal, kasboeken gemeenteontvanger, besluiten- en notulen registers, akten van bevolking in stalen kasten, kadaster en enkele stukken van minder belang in een houten kast. Verder zijn er geen bijzondere maatregelen getroffen voor de beveiliging van de archief bescheiden. Het bouwen van een brandvrije archief bewaarplaats is wel overwogen, maar hierover is nog geen besluit genomen

Met het oog op de noodlijdendheid van de gemeente zal een eventueel besluit tot het bouwen van een brandvrije archief bewaarplaats de goedkeuring van de minister van Binnenlandse Zaken moeten hebben. (71) *  In maart 1940 meldt het college dat zij voor de registers van de Burgerlijke Stand en andere waarde papieren een stalen kast te hebben aangeschaft. In 1943 vindt er weer een inspectie plaats en is er nog steeds geen brandvrije archief bewaarplaats gebouwd en wordt de gemeente toch gemaand hiervoor plannen te maken en te laten goedkeuren. Op 17 april 1946 schrijft de burgemeester aan de Nationale Documentatie Dienst Rijksbureau voor oorlogsdocumentatie Provincie Limburg dat de volgende informatie wel belangrijk zou kunnen zijn. Tijdens de bezetting werd door de ambtenaar ter secretarie het bevolkingsregister vernietigd. De ambtenaar dook onder met medeneming van alle blanco persoonsbewijzen, TD-zegels, gemeente stempel en naam stempel van de burgemeester, alsmede andere belangrijke stukken. In verband met dit feit werden burgemeester Wolfs en wachtmeester Vroemen door de S.D. in hechtenis genomen en na 5 weken gevangenschap vrijgelaten. (72) *  De rijksarchivaris doet verslag van zijn inspectie in 1949 en geeft aan, dat de secretarie nog steeds op de eerste verdieping van het stadhuis is ondergebracht, terwijl de benedenverdieping, waar voorheen de secretarie was gevestigd, als consultatiebureau voor zuigelingen in gebruik afgestaan aan de plaatselijke afdeling van de R.K. Vereniging "Het Limbuirgse Groene Kruis". Voorts is nog steeds niet overgegaan tot de bouw van een brandvrije archief bewaarplaats, ondanks dat op 9 augustus de vereiste goedkeuring is verkregen. De rijksarchivaris acht het ten zeerste gewenst, dat de secretarie wederom wordt overgebracht naar de vertrekken op de begane grond

De stukken van vóór 1937 worden nog steeds bewaard in een vertrek gelegen op de begane grond in houten muur kasten, welke niet kunnen worden afgesloten. Afgezien dit vertrek in gebruik is als consultatiebureau voor zuigelingen, is dit gedeelte van het archief dus praktisch toegankelijk voor onbevoegden. De Rijksarchivaris wenst dat tot inventarisatie van dit gedeelte van het archief word overgegaan. De inspectie van de archieven in 1954 leverde de opmerking op, dat de losse stukken van het lopend archief sinds 1937 worden geordend volgens het registratuur stelsel der Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Een inventaris van de aanwezige dossiers is nog niet samengesteld, het is ten zeerste gewenst, dat dit niet langer wordt uitgesteld. In september 1950 wordt de aanbieding gedaan om het archief van de gemeente St. Geertruid van vóór de invoering van het registratuur stelsel in 1937 te inventariseren. Het aantal geschatte strekkende meters archief wordt geschat op 22 meter. De Rijksarchivaris heeft naar aanleiding van de inspectie in 1959 opgemerkt, dat de afgewerkte dossiers, welke naar de brandvrije archief bewaarplaats zijn afgevoerd, nog een inventaris dient te worden opgemaakt. Voorts wordt opgemerkt, dat alleen de verzonden en niet de ingekomen stukken in een register worden ingeschreven. Ten aanzien van deze laatste opmerking maakt de gemeente de correctie, dat de ingekomen stukken worden ingeschreven en juist de uitgaande niet. De inspecties erna leveren weinig opzienbarende opmerkingen op. In 1969 geeft de inspecteur van de gemeente- en waterschapsarchieven aan, dat de dossiers in het lopende archief -welke overigens materieel in goede staat verkeren- soms te omvangrijk zijn. De notulen dienen ingebonden te worden. Tenslotte wordt opgemerkt dat de oudere archief bescheiden van vóór 1937, slechts in grote lijnen zijn geordend en niet geïnventariseerd

Het wordt wenselijk geacht om deze bescheiden -zodra daarvoor een deskundige beschikbaar komt- delfinitief te laten inventariseren. (73) *  In 1971 geeft het college opdracht om het archief van vóór 1937 te katen inventariseren. De inspecteur der archieven geeft aan, dat kosten voor de geschatte 18 meter archief te inventariseren fl. 13.000,- zullen bedragen. Gezien de drukte kunnen de werkzaamheden pas in 1973 ter hand genomen worden en zullen er wellicht kleine kosten stijgingen zijn. De ambtenaar van het Registratuur bureau die in 1972 de ambtenaar Algemene Zaken vervangt geeft in een schrijven aan het college van burgemeester en wethouders aan, dat hij geconfronteerd werd met enkele verzoeken van particulieren tot het beschikbaar stellen van tekeningen, behorende bij het archief exemplaar van de gemeentelijke bouwvergunning. Aangezien in het verleden reeds meerdere malen gebleken is, dat tekeningen niet werden terugbezorgd, hetgeen incomplete dossiers oplevert, moge ondergetekende het college verzoeken een standpunt in te nemen, waarnaar het secretarie personeel in voorkomende gevallen kan handelen. Het zal uiteraard geen betoog behoeven dat het beschikbaar stellen op deze wijze uit de gemeente-archieven ten enen male uit den boze is. Op 18 augustus besluit het college hiertoe om geen tekeningen meer beschikbaar te stellen. In 1981 wordt er middels een werkgroep geïnventariseerd hoe met de lopende en toekomstige archieven wordt omgegaan. De dynamische archieven, nadat ze zijn ontdaan van verouderde en overtollige informatie worden ongeselecteerd overgebracht naar de huisvesting van de nieuwe gemeente. Op deze manier wordt bereikt, dat het bestuur over alle belangrijke stukken kan beschikken
.