Uw zoekacties: Huis Kessel (Charles baron van Keverberg), 1801-1841

16.1111B Huis Kessel (Charles baron van Keverberg), 1801-1841 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historische inleiding
16.1111B Huis Kessel (Charles baron van Keverberg), 1801-1841
Inleiding
Historische inleiding
Charles Louis Guillaume Joseph de Keverberg werd op 13 maart 1768 geboren op het kasteel Aldengoor bij Haelen. Zijn opvoeding werd uitnemend verzorgd. Hij studeerde te Bonn aan de keurvorstelijke universiteit in de rechten, waar hij onder de invloed kwam van de Franse wijsbegeerte. Dit heeft zijn verdere levensloop bepaald. Hij werd voor zijn tijd een vooruitstrevend man, het licht uit Rome versmadend voor dat uit Parijs. Later aanhanger van Kantiaansche wijsbegeerte, heeft hij zich toch kort voor zijn dood met de Moederkerk verzoend.

Na het verlaten van de universiteit kreeg hij als lid der ridderschap van Pruisisch-Gelre, waar hij bezittingen had, toegang tot de Statenvergadering van dat kwartier. Onder het Franse bewind bekleedde hij enige ambten in zijn geboortestreek. Na de machtsovername door Napoleon raakte de carrière van Van Keverberg in een stroomversnelling. Gedurende zes jaar was hij sous-prefect van het arrondissement Kleef en daarna, van maart 1811 tot het najaar van 1813, prefect van het departement van de Boven-Eems, met Osnabrück als hoofdstad. Vooral het onderwijs had zijn belangstelling, maar ook de kunsten en wetenschappen werden door hem bevorderd en beoefend.
Met Goethe was hij bevriend. Met het verdwijnen leek ook het doek voor Van Keverberg te vallen. Maar koning Willem I kon de oude administrateurs maar al te goed gebruiken. In 1815 werd Van Keverberg gouverneur der provincie Antwerpen, en reeds twee jaar later van Oost-Vlaanderen: ‘le plus beau gouvernement de ses états.’ En weer twee jaar later verhief de koning hem tot staatsraad in gewone dienst. In deze betrekking ontwikkelde hij veel activiteit en had hij, volgens eigen getuigenis, grote invloed op den gang der regering.

In het najaar van 1830 behoorde hij tot de Belgische leden van de staatscommissie-Pabst tot Grondwetsherziening. Als trouw aanhanger van Willem I en voorstander van de Hollandse-Belgische eenheid nam hij, terwijl de andere Belgen zich spoedig terugtrokken, deel aan alle werkzaamheden van de commissie. Hij behoorde zelfs tot de leidende figuren in die commissie en achtte een federatie van noord en zuid niet onmogelijk. Evenwel werd ook hij, als alle functionarissen die buiten de oude provincies geboren waren, krachtens besluit van de koning van zijn betrekking ontheven. Beroofd van een aanzienlijk deel van zijn inkomsten, troostte hij zich met wijsgerige overpeinzingen, maar ook met wetenschappelijke studies. In 1834 publiceerde hij zijn breed opgezet ‘Du royaume des Pays-Bas’, een apologie van het gouvernement van Willem I en tevens een antwoord op Nothomb's ‘Essai historique et critique sur la révolution belge’. Zijn loon bleef niet uit; de Raad van State werd weer voor hem ontsloten. Hoe hoog de koning hem schatte, blijkt wel uit de door prof. Colenbrander uitgegeven ‘Gesprekken met koning Willem I’. Hij overleed in Den Haag de 30 November 1841 na een langdurige ziekte, en werd in het familiegraf te Haelen bijgezet.

J.Z. Kannegieter, Baron de Keverberg en grondwetsherziening van 1815, in: De Gids. Jaargang 95(1931) p. 384-396, vnl. 387-388.
Geschiedenis van het archief
Het archief werd in 1904 door het Nationaal Archief in Den Haag aangekocht van H. Hanssen te Rimburg. Hanssen was archivaris van het bisdom Roermond en was een verzamelaar van archivalia. Precies na een eeuw, in 2004, werd het archief overgedragen aan het toenmalige Rijksarchief in Limburg. Voor een uitvoerige beschrijving van de lotgevallen van het archief Van Keverberg wordt verwezen naar: J.H. Hanssen, De lotgevallen van het familiearchief Van Keverberg, in: Nederlands Archievenblad, 1985 juli 1, p. 125-138. De hier ingevoerde plaatsingslijst van het archief is reeds eerder opgenomen in de Verslagen Omtrent 's Rijks Oude Archieven (VROA, 1904, (68-71) als nadere beschrijving van de door het Nationaal Archief van H. Hanssen aangekochte stukken.
Verantwoording van de inventaris
Gebruikershandleiding
Plaatsingslijst

Kenmerken

Datering:
1801-1841
Opmerking:
2.5 meter