Uw zoekacties: Klooster der Cellezusters (Godsboomgaard van de Zwarte Augus...

14.D045 Klooster der Cellezusters (Godsboomgaard van de Zwarte Augustinessen) te Roermond en Weert ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historische inleiding
14.D045 Klooster der Cellezusters (Godsboomgaard van de Zwarte Augustinessen) te Roermond en Weert
Inleiding
Historische inleiding
De cellebroeders (van cella = grafkamer) en cellezusters, ook wel genoemd Alexianen, Alexianinnen of Zwartzusters, worden het eerst aangetroffen te Mechelen in 1305. Zij waren een soort begijnen, dat zich wijdde aan de ziekenverpleging. Het aantal van hun huizen vermeerderde snel omtrent het midden der eeuw, toen de pest over Europa ging, en bereikte in Nederland een aantal van minstens 37. Hun patroon was de H. Alexius. De broeders en zusters vormden wel gemeenschappen, maar legden aanvankelijk geen geloften af. In 1459 ontvingen zij verlof tot afleggen van geloften.
Het klooster der cellezusters, genaamd Godsboomgaard, werd te Roermond gesticht in 1462 met toestemming van de magistraat van Roermond en Ludovicus van Bourbon, bisschop van Luik, waarbij de zusters de regel van de derde orde van de H. Augustinus aannamen. Zij werden broodzusters genoemd en het gehele klooster mocht niet meer dan zeven zusters omvatten, die tot taak hadden 'den luijden in haeren suijckden ende krenckden bij te staen ende te dienen'. Bij overlijden van een der zusters moest het aantal wederom aangevuld worden tot zeven personen.
In 1784 ontvingen de cellezusters een schrijven van de bisschop van Roermond, waarin deze hen maande zich te houden aan hun geloften en leefregels, nu zij verspreid over de stad woonden: zij waren het slachtoffer geworden van de opheffingswoede van keizer Joseph II.
In 1509 wordt door de graaf van Horn en het stadsbestuur van Weert, met toestemming van de bisschop van Luik het klooster van de cellezusters 'buiten de muren op de Biest' te Weert gesticht, met dezelfde leefregel als het klooster te Roermond. Honderd jaar later, in 1609, blijkt dit klooster niet levensvatbaar te zijn, hetgeen resulteert in de opheffing ervan. Goederen en klooster worden samengevoegd met dat van Roermond.
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de inventaris
Gebruikershandleiding
Regesten

Kenmerken

Datering:
1419-1785
Auteur:
R.A.M. Loontjes
Omvang m1:
0,3 - 38 charters
Inventaris:
Inventaris van de archieven van de kloosters der Cellezusters te Roermond en Weert 1419-1785, in: Inventarissen van Roermondse kloosterarchieven. Inventarissenreeks RAL 30 (Maastricht 1983)