14.D003 Klooster van Sint-Gerlach te Houthem, 1202-1786 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
14.D003
Klooster van Sint-Gerlach te Houthem, 1202-1786
Inleiding
laatste wijziging 31-03-2023
337 beschreven archiefstukken
24 gedigitaliseerd
totaal 52 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 31-03-2023
337 beschreven archiefstukken
24 gedigitaliseerd
totaal 52 bestanden
Regesten
25
1288 december 1
"Datum et actum in crastino beati Andree apostoli, anno Domini MCC octuagesimo octavo"
Goblio de Schynne, kanunnik der kerk van de H. Petrus te Luik, maakt de volgende testamentaire bepalingen: alle goederen, welke hij te Hegge bezit, vermaakt hij aan het klooster van de H. Gerlacus ten behoeve van de oprichting en dotatie van een altaar in de kloosterkerk. Verder vraagt hij om de opname van een der dochters van Godefridus de Spabeke in het genoemde convent, aan wie hij ter bestrijding van de onkosten der intrede vijf mud koren en een mud tarwe toekent alsmede een jaarrente van een mark en een mud koren, haar gedurende haar gehele leven uit te keren uit de goederen te Hegge. Voorts legateert Goblio aan zijn nicht Katharina, moniale in het klooster van de H. Gerlacus, een jaarrente van een mark en een mud koren, alsmede een jaarrente van twintig kapoenen en achtentwintig denariën, onder nadrukkelijke bepaling, dat al deze jaarrenten na het overlijden der genoemde monialen aan het klooster van de H. Gerlacus zullen toevallen. Tenslotte vermaakt Goblio aan zijn dochter Elisabeth verscheidene roerende goederen, aan zijn dienstmaagd Gertrudis alle dieren, die zich op zijn goederen te Hegge bevinden en aan zijn knecht Winandus zijn rode paard. Tot uitvoerders van zijn testament benoemt hij zijn bloedverwanten Godefridus de Rode, miles, Godefridus de Spabeke, miles, en Engelbertus, kanunnik der kerk van de H. Gereon te Keulen
1288 december 1
"Datum et actum in crastino beati Andree apostoli, anno Domini MCC octuagesimo octavo"
Goblio de Schynne, kanunnik der kerk van de H. Petrus te Luik, maakt de volgende testamentaire bepalingen: alle goederen, welke hij te Hegge bezit, vermaakt hij aan het klooster van de H. Gerlacus ten behoeve van de oprichting en dotatie van een altaar in de kloosterkerk. Verder vraagt hij om de opname van een der dochters van Godefridus de Spabeke in het genoemde convent, aan wie hij ter bestrijding van de onkosten der intrede vijf mud koren en een mud tarwe toekent alsmede een jaarrente van een mark en een mud koren, haar gedurende haar gehele leven uit te keren uit de goederen te Hegge. Voorts legateert Goblio aan zijn nicht Katharina, moniale in het klooster van de H. Gerlacus, een jaarrente van een mark en een mud koren, alsmede een jaarrente van twintig kapoenen en achtentwintig denariën, onder nadrukkelijke bepaling, dat al deze jaarrenten na het overlijden der genoemde monialen aan het klooster van de H. Gerlacus zullen toevallen. Tenslotte vermaakt Goblio aan zijn dochter Elisabeth verscheidene roerende goederen, aan zijn dienstmaagd Gertrudis alle dieren, die zich op zijn goederen te Hegge bevinden en aan zijn knecht Winandus zijn rode paard. Tot uitvoerders van zijn testament benoemt hij zijn bloedverwanten Godefridus de Rode, miles, Godefridus de Spabeke, miles, en Engelbertus, kanunnik der kerk van de H. Gereon te Keulen
1288 december 1
"Datum et actum in crastino beati Andree apostoli, anno Domini MCC octuagesimo octavo"
Goblio de Schynne, kanunnik der kerk van de H. Petrus te Luik, maakt de volgende testamentaire bepalingen: alle goederen, welke hij te Hegge bezit, vermaakt hij aan het klooster van de H. Gerlacus ten behoeve van de oprichting en dotatie van een altaar in de kloosterkerk. Verder vraagt hij om de opname van een der dochters van Godefridus de Spabeke in het genoemde convent, aan wie hij ter bestrijding van de onkosten der intrede vijf mud koren en een mud tarwe toekent alsmede een jaarrente van een mark en een mud koren, haar gedurende haar gehele leven uit te keren uit de goederen te Hegge. Voorts legateert Goblio aan zijn nicht Katharina, moniale in het klooster van de H. Gerlacus, een jaarrente van een mark en een mud koren, alsmede een jaarrente van twintig kapoenen en achtentwintig denariën, onder nadrukkelijke bepaling, dat al deze jaarrenten na het overlijden der genoemde monialen aan het klooster van de H. Gerlacus zullen toevallen. Tenslotte vermaakt Goblio aan zijn dochter Elisabeth verscheidene roerende goederen, aan zijn dienstmaagd Gertrudis alle dieren, die zich op zijn goederen te Hegge bevinden en aan zijn knecht Winandus zijn rode paard. Tot uitvoerders van zijn testament benoemt hij zijn bloedverwanten Godefridus de Rode, miles, Godefridus de Spabeke, miles, en Engelbertus, kanunnik der kerk van de H. Gereon te Keulen
14.D003 Klooster van Sint-Gerlach te Houthem, 1202-1786
Regesten
25
1288 december 1
"Datum et actum in crastino beati Andree apostoli, anno Domini MCC octuagesimo octavo"
Goblio de Schynne, kanunnik der kerk van de H. Petrus te Luik, maakt de volgende testamentaire bepalingen: alle goederen, welke hij te Hegge bezit, vermaakt hij aan het klooster van de H. Gerlacus ten behoeve van de oprichting en dotatie van een altaar in de kloosterkerk. Verder vraagt hij om de opname van een der dochters van Godefridus de Spabeke in het genoemde convent, aan wie hij ter bestrijding van de onkosten der intrede vijf mud koren en een mud tarwe toekent alsmede een jaarrente van een mark en een mud koren, haar gedurende haar gehele leven uit te keren uit de goederen te Hegge. Voorts legateert Goblio aan zijn nicht Katharina, moniale in het klooster van de H. Gerlacus, een jaarrente van een mark en een mud koren, alsmede een jaarrente van twintig kapoenen en achtentwintig denariën, onder nadrukkelijke bepaling, dat al deze jaarrenten na het overlijden der genoemde monialen aan het klooster van de H. Gerlacus zullen toevallen. Tenslotte vermaakt Goblio aan zijn dochter Elisabeth verscheidene roerende goederen, aan zijn dienstmaagd Gertrudis alle dieren, die zich op zijn goederen te Hegge bevinden en aan zijn knecht Winandus zijn rode paard. Tot uitvoerders van zijn testament benoemt hij zijn bloedverwanten Godefridus de Rode, miles, Godefridus de Spabeke, miles, en Engelbertus, kanunnik der kerk van de H. Gereon te Keulen
Plaats:
1288 december 1
Notabene:
Afschrift in vidimus van 7 juni 1289 (reg. no. 27). Regest: Franquinet, no. 24, blz. 28-29
Zie ook regestnummer:
24, 27
Opmerking:
Zie ook reg. no. 27
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 19-02-2016
laatste wijziging 31-03-2023
337 beschreven archiefstukken
24 gedigitaliseerd
totaal 52 bestanden
Kenmerken
Datering:
1202-1786
Auteur:
J.A.K. Haas
Omvang m1:
1,2 meter - 205 charters
Inventaris:
Inventaris van het archief van het Norbertinesssenklooster te Sint-Gerlach. Inventarissenreeks RAL 2 (Maastricht 1970)
Categorie:
laatste wijziging 31-03-2023
337 beschreven archiefstukken
24 gedigitaliseerd
totaal 52 bestanden