Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
01.001
Staten van het Overkwartier van Gelre, 1404-1794
1537 juli 1 "Gescheyt in den jaer dus Heren duysent vijffhondert en seven en dorttich op synt Petersavont ad vincula off den benden synt Peters".
Fradmych, Helwych en Wilhem van Holthuyssen, gebroeders, Karle Spee en joffer Margreyt, echtgenoten, Juliana van Holthuyssen, weduwe van Harthwart Stael, verklaren, dat zij de goederen nagelaten door hun ouders verdeeld hebben en toegewezen als volgt: a) aan Fradmych en joffer Sophia, zijn echtgenote, het huis Kriekenbeeck, de gruit te Grefrath, Hinsbeck, Lobberich en Leuth, de hof in gen Winckel te Hinsbeck, een erf tegenover het klooster yn gen Weyde te Venlo, de hof Wijtfelt te Grubbenvorst en een rente te Straelen, b) aan Helwich en Joffer Anna, zijn echtgenote, de Aldenkriekenbeeck genoemd Buerresche guet met hoeve en molen te Leuth, de hof ten Broeck te Beesel met de kerkgift aldaar en de visserij in de Maas, de Woestenhoeff te Grefrath en de laten te Broekhuizervorst en Swolgen, welke voor de helft aan Fradmych zullen behoren, c) aan Wilhelm de hof dye Beye te Hinsbeck bij de Haexheyde, de Vlonartzmolen en de Pucklinge laten, zoals Reyner van Holthuysen die bezeten heeft, d) aan Karle Spe en joffer Margreyt, zijn echtgenote, het huis te Hinsbeck met het bakhuis, de gruit te Wankum en Herongen, de hof te Patbroeck onder Kueck met de halve Hobsertiende en enige renten, e) aan Juliana de hof yn gen Daell te Lottum, de molen in de Moelenhorst aldaar, de visserij in de Maas en een roggepacht te Meerlo. Medebezegelaars: Evart van Brempt, drost te Straelen, Arnt van Boecholt en Goetzen Boetzman, pastoor te Hinsbeck
Datering:
1537 juli 1
Notabene:
Zeventiende eeuws afschrift op papier, inv. nr. 314