01.001 Staten van het Overkwartier van Gelre ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
01.001
Staten van het Overkwartier van Gelre
Volledige inventaris in PDF
laatste wijziging 24-04-2024
1.491 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 80 bestanden
Inleiding
laatste wijziging 24-04-2024
1.491 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 80 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 24-04-2024
1.491 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 80 bestanden
Regesten
5 1293 april 14
" Datum anno Domini die et loco praedicto regni 20 " namelijk" anno 1293 in die beatorum Tiburicii et Valetiani martyrum" .
Adolf, rooms-koning, verklaart, dat op 14 april 1293 te Neurenberg op verzoek van Reinald, graaf van Gelder door gemeenschappelijk vonnis vastgesteld:
1) dat, wanneer een eiland ontstaat in de Rijn of in een andere rivier in het graafschap, de tol en het geleide in leen houdt van het rijk, dit eiland eerder behoort aan het rijk en de graaf, dan aan een andere heer, wiens gebied zich tot de oever uitstrekt. 2) dat niemand toegestaan is opnieuw een versterking in enig graafschap op te richten zonder toestemming van de graaf,
3) dat, wanneer twee partijen geschil hebben over de vraag, of alle bloedverwanten bij de verzoening, welke op een moord gevolgd is, wel verzoend zijn, degenen, die deze vraag bevestigen, hun mening met twee getuigen mogen bewijzen. 4) dat, wanneer een lid van het hof van enige heer in een van de steden van de graaf van Gelder door woorden of daden onrecht wordt aangedaan, dit vergrijp eerder door de graaf behoort te worden berecht dan door de schepenen ter plaatse, tenzij de graaf of zijn voorgangers op dit punt een concessie aan de burgers hebben gedaan, 5) dat, wanneer iemand een vesting in het Duitse rijk belegert,, deze op bevel van de koning het beleg zal moeten opbreken en zijn recht voor de koning vervolgen, tenzij het beleg krachtens vonnis plaats vindt, 6) dat in een geschil tussen een schuldenaar en een schuldeiser over de vraag, of de eerstgenoemde zijn schuld voldaan heeft, enkel de schuldenaar zijn mening mag bewijzen
" Datum anno Domini die et loco praedicto regni 20 " namelijk" anno 1293 in die beatorum Tiburicii et Valetiani martyrum" .
Adolf, rooms-koning, verklaart, dat op 14 april 1293 te Neurenberg op verzoek van Reinald, graaf van Gelder door gemeenschappelijk vonnis vastgesteld:
1) dat, wanneer een eiland ontstaat in de Rijn of in een andere rivier in het graafschap, de tol en het geleide in leen houdt van het rijk, dit eiland eerder behoort aan het rijk en de graaf, dan aan een andere heer, wiens gebied zich tot de oever uitstrekt. 2) dat niemand toegestaan is opnieuw een versterking in enig graafschap op te richten zonder toestemming van de graaf,
3) dat, wanneer twee partijen geschil hebben over de vraag, of alle bloedverwanten bij de verzoening, welke op een moord gevolgd is, wel verzoend zijn, degenen, die deze vraag bevestigen, hun mening met twee getuigen mogen bewijzen. 4) dat, wanneer een lid van het hof van enige heer in een van de steden van de graaf van Gelder door woorden of daden onrecht wordt aangedaan, dit vergrijp eerder door de graaf behoort te worden berecht dan door de schepenen ter plaatse, tenzij de graaf of zijn voorgangers op dit punt een concessie aan de burgers hebben gedaan, 5) dat, wanneer iemand een vesting in het Duitse rijk belegert,, deze op bevel van de koning het beleg zal moeten opbreken en zijn recht voor de koning vervolgen, tenzij het beleg krachtens vonnis plaats vindt, 6) dat in een geschil tussen een schuldenaar en een schuldeiser over de vraag, of de eerstgenoemde zijn schuld voldaan heeft, enkel de schuldenaar zijn mening mag bewijzen
01.001 Staten van het Overkwartier van Gelre
Regesten
5
1293 april 14
" Datum anno Domini die et loco praedicto regni 20 " namelijk" anno 1293 in die beatorum Tiburicii et Valetiani martyrum" .
Adolf, rooms-koning, verklaart, dat op 14 april 1293 te Neurenberg op verzoek van Reinald, graaf van Gelder door gemeenschappelijk vonnis vastgesteld:
1) dat, wanneer een eiland ontstaat in de Rijn of in een andere rivier in het graafschap, de tol en het geleide in leen houdt van het rijk, dit eiland eerder behoort aan het rijk en de graaf, dan aan een andere heer, wiens gebied zich tot de oever uitstrekt. 2) dat niemand toegestaan is opnieuw een versterking in enig graafschap op te richten zonder toestemming van de graaf,
3) dat, wanneer twee partijen geschil hebben over de vraag, of alle bloedverwanten bij de verzoening, welke op een moord gevolgd is, wel verzoend zijn, degenen, die deze vraag bevestigen, hun mening met twee getuigen mogen bewijzen. 4) dat, wanneer een lid van het hof van enige heer in een van de steden van de graaf van Gelder door woorden of daden onrecht wordt aangedaan, dit vergrijp eerder door de graaf behoort te worden berecht dan door de schepenen ter plaatse, tenzij de graaf of zijn voorgangers op dit punt een concessie aan de burgers hebben gedaan, 5) dat, wanneer iemand een vesting in het Duitse rijk belegert,, deze op bevel van de koning het beleg zal moeten opbreken en zijn recht voor de koning vervolgen, tenzij het beleg krachtens vonnis plaats vindt, 6) dat in een geschil tussen een schuldenaar en een schuldeiser over de vraag, of de eerstgenoemde zijn schuld voldaan heeft, enkel de schuldenaar zijn mening mag bewijzen
" Datum anno Domini die et loco praedicto regni 20 " namelijk" anno 1293 in die beatorum Tiburicii et Valetiani martyrum" .
Adolf, rooms-koning, verklaart, dat op 14 april 1293 te Neurenberg op verzoek van Reinald, graaf van Gelder door gemeenschappelijk vonnis vastgesteld:
1) dat, wanneer een eiland ontstaat in de Rijn of in een andere rivier in het graafschap, de tol en het geleide in leen houdt van het rijk, dit eiland eerder behoort aan het rijk en de graaf, dan aan een andere heer, wiens gebied zich tot de oever uitstrekt. 2) dat niemand toegestaan is opnieuw een versterking in enig graafschap op te richten zonder toestemming van de graaf,
3) dat, wanneer twee partijen geschil hebben over de vraag, of alle bloedverwanten bij de verzoening, welke op een moord gevolgd is, wel verzoend zijn, degenen, die deze vraag bevestigen, hun mening met twee getuigen mogen bewijzen. 4) dat, wanneer een lid van het hof van enige heer in een van de steden van de graaf van Gelder door woorden of daden onrecht wordt aangedaan, dit vergrijp eerder door de graaf behoort te worden berecht dan door de schepenen ter plaatse, tenzij de graaf of zijn voorgangers op dit punt een concessie aan de burgers hebben gedaan, 5) dat, wanneer iemand een vesting in het Duitse rijk belegert,, deze op bevel van de koning het beleg zal moeten opbreken en zijn recht voor de koning vervolgen, tenzij het beleg krachtens vonnis plaats vindt, 6) dat in een geschil tussen een schuldenaar en een schuldeiser over de vraag, of de eerstgenoemde zijn schuld voldaan heeft, enkel de schuldenaar zijn mening mag bewijzen
Datering:
1293 april 14
Notabene:
Achttiende eeuws afschrift op papier, inv.nr. 1342, deel II, f.3-4. De akte is afgedrukt in: P.N. van Doorninck en J.S. van Veen, Acten betreffende Gelre en Zutphen 1107-1415, Haarlem 1908, p. 131-132
Zie ook:
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 30-01-2017
laatste wijziging 24-04-2024
1.491 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 80 bestanden
Kenmerken
Datering:
1404-1794
Auteur:
G.H.A. Venner
Uitgave:
Inventarissenreeks RAL 17 ( Maastricht 1980)
Omvang m1:
25,5
Inventaris:
Inventaris van het Archief van de Staten van het Overkwartier van Gelder, 1404-1794.
Beschrijving:
Bevat tevens 94 charters
Categorie:
laatste wijziging 24-04-2024
1.491 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 80 bestanden