Inleiding

Archiefdelen
Meerdere archiefcollecties van de familie Van Basten Batenburg zijn ondergebracht bij de Van Batenborgh Stichting te Groenlo. De collectie RGCM van Basten Batenburg zoals die in deze inventaris beschreven wordt, bestaat uit enkele onderdelen die in de loop der jaren door diverse familieleden zijn gevormd of bijeengebracht.

Hoofdstuk I bevat documentaire verzamelingen en genealogische gegevens, die betrekking hebben op de families Van Basten, Batenburg en Van Basten Batenburg. Door beschrijving in één inventaris konden diverse verzamelingen en collecties worden samengevoegd. Het betreft historische stukken in kopievorm, gedrukt materiaal zoals geboortekaartjes, trouw- en andere familieberichten, feestgidsen, liederenbundels, menukaarten en krantenknipsels. Tevens werd er het onderzoeksmateriaal van de historici Leonard Bovens en pater Caspar van Basten Batenburg OFM Conv., voor zover dat betrekking heeft op bovengenoemde families of verwanten, aan toegevoegd.

Hoofdstuk II beschrijft de stukken van de familie Van Basten Batenburg. Op de eerste plaats datgene wat van diverse familieleden in de 19e-20e eeuw in originele stukken is bijeengebracht en bewaard gebleven, maar daarnaast vooral de stukken van persoonlijke aard van het echtpaar W.R. Carel van Basten Batenburg en Louise B.M.J. van den Boogaart en van hun kinderen Jo, Max, Mia en Carel (Pater Caspar). Dit geheel vormt de hoofdmoot van deze inventaris. De stukken van deze kinderen die betrekking hebben op hun latere werkzaamheden in diverse beroepen en besturen worden door het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg te Maastricht bewaard (zie hieronder).
De daarop volgende hoofdstukken beschrijven de stukken van de familie Van den Boogaart (III), De Koning (IV), Louette (V), Bovens-De Koning (VI), Bernegau-Bovens (VII) en stukken betreffende het beheer van de studiebeurs P.J. Cremers (VIII).
Deze collectie heeft een omvang van 46 archiefdozen, 3 platte dozen en 1 koker en beslaat 6,5 mtr.. De stukken werden in zuurvrije dozen en omslagen opgeborgen.

Lotgevallen van het archief
De basis van het archief is gelegd door W.R. Carel van Basten Batenburg, geboren te Lichtenvoorde (Gelderland) in 1860; hij overleed in Tegelen in 1922. Hij trouwde in 1896 met zijn nicht Louise van den Boogaart. Via haar zijn de meeste stukken van de familie Van den Boogaart gekomen; de stukken van de families Bovens, De Koning en de Cremersstichting kunnen door beiden zijn ingebracht. In 1932 verhuisde Louise van Tegelen naar Sittard en trok bij haar dochter Jo in, die een huis aan de Walramstraat bewoonde. Na de Tweede Wereldoorlog kwam hier ook haar andere dochter Mia, weduwe van Theo Duynstee wonen. Via haar moeder Louise waren reeds tal van stukken van de familie Van den Boogaart overgedragen, zoals stukken van haar moeders broer Alphons van den Boogaart (1831-1894) doordat zijn zus Louise als executeur-testamentair optrad. In de jaren 1950 verwierven Jo en Mia diverse stukken van neef Caspar Bernegau (1874-1962), verwant via de familie Bovens en verkregen zij in de jaren 1980 alsnog een restant van de persoonlijke collectie van C.W.Th (pater Caspar) van Basten Batenburg OFM. Conv. (1908-1973), priester, historicus en genealoog te Leuven .

Het deel dat alsnog in Sittard was terechtgekomen, is bij de inventarisatie gesplitst in twee delen. Een deel is in 2005 in bruikleen overgedragen aan het Stadsarchief van Leuven (België), bestaande uit historische stukken en documentatie, betrekking hebbende op de steden Leuven en Tienen en genealogische aantekeningen van Belgische en Nederlandse families. Het andere deel met stukken van persoonlijke en genealogische aard (over de familie Van Basten Batenburg en verwanten) zijn in deze inventaris beschreven. Na overlijden van pastoor Max van Basten Batenburg in 1986 werd zijn persoonlijk archief door Mia Duynstee als executeur testamentair overgenomen.

Het archief in het pand aan de Walramstraat kwam na overlijden van Mia in 1995 in handen van haar broer W.H.A. van Basten Batenburg , die het vervolgens voor het symbolische bedrag van 1 gulden aan zijn zoon verkocht. De archivaris van het SHCL W.A.A. Mes, bleek bereid de inventarisatie van dit familiearchief op zich te nemen, in opdracht van de Van Batenborgh Stichting te Groenlo. In de zomer van 2006 werden de werkzaamheden afgerond. Deze (persoonlijke) collectie is in het voorjaar van 2007 in bruikleen overgedragen aan het Gelders Archief in Arnhem. Ordening Bij aanvang van de ordeningswerkzaamheden bleek er nauwelijks nog sprake van enige orde te zijn.
De inhoudsopgave geeft een duidelijke indeling van het archief.

Overige archieven en verzamelingen
De stukken die bij de overname in 1995 werden aangetroffen en betrekking hadden op de ‘Stichting Vicarie Sancti Nicolai van 27 october 1501’ uit Winterswijk (Gelderland) werden aan deze stichting overgedragen. Het betreft o.m. de originele stichtingsakte en schenkingsbrieven uit de 15e en 16e eeuw, die mogelijk in 1930 nog in handen waren van L.A.M. van Basten Batenburg uit Doetinchem. Het oud-archief van de Stichting Vicarie Sancti Nicolai wordt door het Bestuur beheerd. De uitgebreide collectie catholica is geschonken aan het Katholiek Documentatie Centrum (KDC) van de Radboud Universiteit Nijmegen. De collectie kunstnijverheid van aardewerk van de fabriek Tiglia (later Tegula ) is in bruikleen overgedragen aan het Pottenbakkersmuseum in Tegelen. Daarnaast is - zoals bovengenoemd - de functionele Collectie ‘Van Basten Batenburg – Sittard’ - in bruikleen gegeven aan het SHCL en de historische Collectie ‘CWTh van Basten Batenburg OFM. Conv.’ aan het Stadsarchief van Leuven (België). Het aangetroffen beeldmateriaal is ondergebracht in de afzonderlijke Beeldcollectie.

Gebruik
De gebruikswaarde van het archief is niet gemakkelijk aan te geven; bovendien verschuiven historische onderzoeken geregeld naar andere richtingen. Toch valt er wel wat aan te geven. Zo is onderdeel IIA opgebouwd uit de verzamelde archiefstukken met betrekking tot de persoonlijke, ondernemings en andere zakelijke activiteiten van een aantal familieleden uit de 18e t/m de 20ste eeuw. Interessant is bijvoorbeeld het verslag dat luitenant kolonel B.A. Batenburg doet als hij (als bevelhebber van de Bataafse troepen in de Franse tijd) Paramaribo (Suriname) aan de Engelsen moet overdragen. Alsook het manuscript van Johan Bernard Anton Batenburg, voormalig burgemeester der gemeente Beltrum, betreffende zijn politieke wederwaardigheden ondervonden bij zijn sollicitatie naar de post van secretaris van het stedelijk bestuur van Groenlo (1811-1825). En tenslotte enkele stukken m.b.t. de politieke activiteiten van drie gebroeders Van Basten Batenburg in de provinciale politiek in Gelderland en Limburg, respectievelijk in de Eerste Kamer. Onderdeel IIB heeft betrekking op J. Bernard A. van Basten Batenburg gehuwd met F. Louise M. Bovens, met stukken over o.a. de Stoombont-weverijfabriek te Lichtenvoorde (1854).

Het omvangrijkere deel IIC over W.R.Carel van Basten Batenburg, zijn vrouw en kinderen geven een goed beeld van de persoonlijke ontwikkelingen en leefomstandigheden van een welgesteld en katholiek gezin vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw tot circa 1950. De studie en opleiding van de uit Gelderland afkomstige W.R. Carel en zijn kinderen, het beheer van landerijen en pachten, zijn zakelijke activiteiten (mede-oprichter en grootaandeelhouder van de steenfabriek Tiglia, exploitant, samen met zijn broer Henri, van de Maatschappij tot Exploitatie van Asmanns Briefhouders en van de mineraalwaterfabriek De Snelle Sprong te Tegelen) naast het ambt van burgemeester, de gegevens over het gezin en huishouding en de grote hoeveelheid brieven die onderling gewisseld zijn, geven een goede inkijk niet alleen op het reilen en zeilen van een welgestelde familie, maar ook op mens en maatschappij in brede zin over de genoemde periode. Deze gegevens worden nog versterkt door de vele taken en functies die kinderen uit dit gezin hebben vervuld. Hierbij hoort o.a. ook een verzameling 19e eeuwse Utrechtse litho's van de hand van P.W. v.d. Weijer. Het werkterrein verschuift voor een deel van de familie van Gelderland naar vooral de provincie Limburg, maar ook wel eens ver daarbuiten zoals de werkzaamheden van Mia Duynstee in Nederlands-Indië en later in Indonesië. Van de familie Van den Boogaart (onderdeel III) is bijvoorbeeld het leven en het beheer van de landerijen en bezittingen (in o.a. Helden, Maasbree en Maashees) van Alphons als grootgrondbezitter opmerkelijk. Het gedeelte (onderdeel IV) van de familie De Koning bevat enkele achttiende eeuwse stukken van Petrus de Koning als landmeter en zeevaarder over zijn reizen naar Nederlands-Indië en Suriname. En ervaringen in West-Indië worden beschreven in de scheepsjournaals (in de periode 1796-1804) van de Groenlose Luitenant-Kolonel B.A. Batenburg.

Openbaarheid
Stukken jonger dan twintig jaar of stukken van personen minder dan 100 jaar na hun geboortejaar resp. overlijdensjaar, zijn in beginsel niet openbaar, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van het bestuur van de Van Batenborgh Stichting.