2000 Oud archief Arnhem ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
2000   Oud archief Arnhem
Inleiding
1. Auteursrechten en andere rechten
2. Openbaarheid en citeren
3. Voorwoord
4. Overzicht der opeenvolgende besturen
5. Verhouding van de stad tot gewest en kwartier
6. Geschiedenis van het archief
7. Toelichting tot de inventarisatie
laatste wijziging 17-04-2024
9.145 beschreven archiefstukken
1.479 gedigitaliseerd
totaal 324.903 bestanden
Inventaris
1. Stad Arnhem
2. Gezworen Gemeente
N.B. Voor de ontwikkeling van het college der Gemeenslieden en Gezworen Gemeente zie men de inleiding op 2003 Gilden en gasthuizen in Arnhem.
3. Grondvergaderingen
4. Aanhangsel
5. Aanvulling
N.B. Afkomstig uit de handschriftenverzameling van Bibliotheek Arnhem. Signatuur 300 189 B 40 (voorheen signatuur: A136).
6. Bijlagen
5.1. Regesten
N.B. De aanwezige zegels zijn van groene was, voor zooverre niet bij de beschrijving is aangegeven, dat zij van witte of roode was zijn vervaardigd.
Records 1 t/m 100
Records 101 t/m 200
Records 201 t/m 300
Records 301 t/m 400
Records 401 t/m 500
Records 501 t/m 600
601 1423 Mei 8. GERARDUS DE DAMASCO, abt van St. Paulus te Traiectum, als rechter tot deze zaak gedeputeerd door den apostolischen stoel, maakt bekend, dat hij een pauselijk mandaat ontvangen heeft d.d. 1422 December 16 (Regest 597), waarvan de inhoud hierin is opgenomen, en beveelt, dat zijn schrijven ter kennis zal worden gebracht van de parochianen der kerk te Arnhem.
a. Oorspr. (Inv. no. 6089), met het zegel van den oorkonder in roode was.
b. Afschrift in Inv. no. 6078, fol. 91
602 HENRICH VAN ALLER en GOESEN VAN DEN GRUUTHUYS ARNTS ZOON, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat KIRSTEN KYVIT en diens vrouw LIJSBETH overgedragen hebben aan meester JACOP ZULLE een rente, groot 3 oude schilden 's jaars van een rente van 6 oude schilden 's jaars, gaande uit het huis van meester HENRICH HOEFSLEGER. Oorspr. (Inv. no. 6238). met de geschonden zegels der oorkonders
603 ARNOLT, hertog van Gelre en van Gulich, graaf van Zutphen, zweert de rechten en privilegiën van de stad Nymegen te zullen handhaven. Ongedateerd afschrift (van gelijken tijd) (Inv. no. 5452)
604 ARNOLT, hertog van Gelre enz., bevestigt de stad Nymegen in hare oude privilegiën en verklaart een aantal in den brief omschreven punten te zullen nakomen, waarvan de voornaamste zijn, dat hij niets zal doen of laten zonder goedkeuring van de zestien raadslieden, geen ambten zal vergeven dan aan Gelderschen, enz. Ongedateerd afschrift (van gelijken tijd) (Inv. no. 5452)
605 ARNOLT, hertog van Gelre enz., zweert, alle privilegiën, welke de stad Arnhem van zijn voorgangers had ontvangen, te zullen handhaven.
a. Oorspr. (Inv. no. 1050), met het zegel van den oorkonder in roode was; het randschrift is geschonden.
b. Afschrift in Inv. no. 1075, fol. 7.
c. Afschrift in Inv. no. 1076, fol. XXI verso.
d. Afschrift in Inv. no. 1077, fol. 45
606 ARNOLT, hertog van Gelre enz., bevestigt de stad Arnhem in al haar vroeger ontvangen privilegiën en verklaart een aantal in den brief omschreven punten te zullen nakomen, waarvan de voornaamste zijn, dat hij niets zal doen of laten zonder goedkeuring van de zestien raadslieden, geen ambten zal vergeven, dan aan Gelderschen enz.
a. Oorspr. (Inv. no 1050), met het geschonden zegel van den oorkonder in roode was.
b. Afschrift in Inv. no. 1075, fol. 5 verso.
c. Afschrift in Inv. no. 1076, fol. XXII.
d. Afschrift in Inv. no. 1077, fol. 46.
e. Afschrift in Inv. no. 4643
2000 Oud archief Arnhem
Inventaris
6. Bijlagen
5.1. Regesten
N.B. De aanwezige zegels zijn van groene was, voor zooverre niet bij de beschrijving is aangegeven, dat zij van witte of roode was zijn vervaardigd.
606
ARNOLT, hertog van Gelre enz., bevestigt de stad Arnhem in al haar vroeger ontvangen privilegiën en verklaart een aantal in den brief omschreven punten te zullen nakomen, waarvan de voornaamste zijn, dat hij niets zal doen of laten zonder goedkeuring van de zestien raadslieden, geen ambten zal vergeven, dan aan Gelderschen enz.
a. Oorspr. (Inv. no 1050), met het geschonden zegel van den oorkonder in roode was.
b. Afschrift in Inv. no. 1075, fol. 5 verso.
c. Afschrift in Inv. no. 1076, fol. XXII.
d. Afschrift in Inv. no. 1077, fol. 46.
e. Afschrift in Inv. no. 4643
Datering:
1423 Juli 11 [in onser stat van Arnhem des Sonnendaigs na andach Onser Liever Vrouwen dage Visitationis]
NB:
Gedrukt: NIJHOFF, Gedenkwaardigheden, IV, no. 2.
Toegangsnummer:
2000 Oud archief Arnhem
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 01-10-2007
607 ARNOLT, hertog van Gelre enz., verlengt het recht van de gruit, dat de stad Arnhem van wijlen hertog REYNALT VAN GULICH enz. had ontvangen, met een termijn van 32 jaren.
a. Oorspr. (Inv. no. 1881), met het zegel van den oorkonder in roode was.
b. Afschrift in Inv. no. 1075, fol. 98.
c. Afschrift in Inv. no. 1076, fol. XXI.
d. Afschrift in Inv. no. 1077, fol. 44
608 ARNOLT, hertog van Gelre enz., maakt met ADOLPH, hertog van Cleve en graaf van der Marke, huwelijksvoorwaarden tusschen hem en ADOLPHS dochter, jonkvrouwe KATHERYNE VAN CLEVE enz. Afschrift in Inv. no. 1075, fol. 7 verso
609 ARNOLT, hertog van Gelre enz., verzekert, ter voldoening aan de huwelijksvoorwaarden, met jonkvrouwe KATHERYNE VAN CLEVE enz. gesloten, haar het vruchtgebruik van burcht en stad Gelre c.a. Afschrift in Inv. no. 1075, fol. 11
610 ARNOLT, hertog van Gelre enz., en ADOLPH, hertog van Cleve enz., sluiten een verbond in verband met het voorgenomen huwelijk tusschen ARNOLT en ADOLPHS dochter, jonkvrouwe KATHERYNE VAN CLEVE enz. Afschrift in Inv. no. 1075, fol. 12 verso
611 ARNOLT, hertog van Gelre enz., bevestigt de rechten van Overbetuwe.
a. Afschrift in Inv. no. 1075, fol. 24.
b. Afschrift in Inv. no. 1076, fol. LXXII verso.
c. Afschrift in Inv. no. 1077, fol. 146
612 HENRICH VAN ALLER en GERYT VAN ARNHEM, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat KIRSTIAEN KYVIT en LIJSBETH, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan JOHAN DIE GRUTER DERCX ZOON, DERICK DIE GRUTER, GHIJSBERT VAN DER HOEVEN en CLAES VAN DER HOEVEN een rente van 2 oude schilden 's jaars, gaande uit het huis van HENRICH HOEFSLEGER, gelegen naast den langen stal, welke hun vroeger toebehoorde. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 70 verso
613 WYNANT VAN DOERNICK en KYRSTIAEN KYVIT, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat GHERYT SCHOELRE en GEERTRUYT, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan meester JACOB ZULLE, priester, 1 oud schild 's jaars, gaande uit 4 huisjes in de Kyrcstraten naast den gang der broeders van Gelre.
a. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 81.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 100 verso
614 GOESEN VAN DEN GRUYTHUUS ARNTS ZOON en GERYT VAN ARNHEM, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat HILLE VAN DER SLUYS, GAEBEL VAN DER SLUYS en ALEIT, GAEBELS echtgenoote, REYNER VAN DER SLUYS en GEERTRUYT, REYNERS echtgenoote, overgedragen hebben aan DERICK DIE GRUTER en GIJSBERT VAN DER HOEVEN een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit hun huis te dier stede. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 72 verso
615 WYNANT VAN DOERNICK en HENRICH VAN BRIENEN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat DERICK TEN ELSE en JUTTE, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan ALEIT HORSTMAN van Venloe een huis in de steeg bij St. Katherinen hof naast de pastorie tegen 1¼ rijnschen gulden 's jaars.
a. Oorspr. (Inv. no. 6167); de zegels der oorkonders zijn verloren,
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 90 verso
616 DERICK DIE GRUTER en JOHAN VAN BRIENEN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat JOHAN HENRICX ZOON en diens vrouw ALEIT overgedragen hebben aan HENRICH BYERWISSCH, ten behoeve van de Onser Vrouwen broederschap tArnhem, een rente van 2 oude schilden 's jaars, gaande uit hun huis, waaruit reeds een rente van 3 oude schilden gaat. Oorspr. (Inv. no. 6222), met de zegels der oorkonders
617 ARNOLT, hertog van Gelre enz., bevestigt en vermeerdert de privilegiën van het land van Veluwen.
a. Afschrift in Inv. no. 1075, fol. 65 verso.
b. Afschrift in Inv. no. 1076, fol. LXIV verso.
c. Afschrift in Inv. no. 1077, fol. 130 verso
618 JOHAN VAN BRIENEN en WYNANT RIDDER, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat ENGELBERT VAN DER PRAEST beloofd heeft te zullen betalen aan HENRIC VAN BRIENEN 120 arnhemsche rijnsche guldens, te voldoen in twee termijnen, onder verband van zijn goederen. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 140
619 ENGELBERT VAN DER PRAEST verbindt al zijn goederen voor de betaling van 120 arnhemsche rijnsche guldens, welke hij schuldig is aan HENRICH VAN BRIENEN. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 140 verso
620 JOHAN MYNSCHART en HENRICH VAN BRIENEN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat EVERT VAN DEN OUDENWYER verklaard heeft te zullen overgeven aan WILLEM VAN DEN OUDENWYER, zijn neef, de 55½ rijnsche guldens, welke hij te diens behoeve geïnd heeft, waarna WILLEM VAN DEN OUDENWYER aan EVERT PAGELYEFF het huis zal overdragen, dat deze van BELE, echtgenoote van wijlen HENRIC VAN OUDENWYER, WILLEMS vader, gekocht had. Oorspr. (Inv. no. 6161), met de zegels der oorkonders
621 ARNOLT, hertog van Gelre enz., verklaart verpacht te hebben voor 12 jaren aan JOHAN VAN GROESBEKE, bastaard, en diens vrouw GEERTRUDE 40 morgen land, genaamd de Wybeempte, gelegen in het gericht van Overassell, waarbij bepalingen worden gemaakt betreffende de afrekening van eenige schulden, die ARNOLT bij de pachters heeft gemaakt.
a. Oorspr. (Inv. no. 6369), met het geschonden zegel van den oorkonder in roode was.
b. Afschrift van gelijken tijd (Inv. no. 6369)
622 DERICK PLOECH en JOHAN MYNSCHART, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat JOHAN VAN DOERNICK en STIJN, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer GIJSBERT VAN VLIEMEN, priester, ten behoeve van het besloten nonnenklooster opter Beecken, een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit eenige huisjes in de Weverstrate. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 88 verso
623 SIGMONT, Roemsscher koning enz., beleent ADOLPH, hertog tot Guylche, Berge en Gelre, graaf tot Zutphen, met het vorstendom Gelre en het graafschap Zutphen, na den dood van REYNALT, hertog tot Guylche enz. Gevidimeerd in den brief d.d. 1430 Augustus 14 (Regest 692)
624 SIGMOND, Roemsscher koning enz., beveelt de steden van het hertogdom Gelre en het graafschap Zutphen, om ADOLFF, hertog tot Guylche enz., als hun heer aan te nemen en niet de partij aan te hangen van ARNOLT VAN EGMOND. Ongedateerd afschrift (van gelijken tijd) (Inv. no. 5454)
625 GOESEN VAN DEN GRUUTHUUS ARNTS ZOON en CLAES VAN DER HOEVEN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat KIRSTIAEN KIVIT en LIJSBETH, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan EVERT VOGEL een door genoemden EVERT betimmerd erf, onder vaststelling van de wijze, waarop de scheidsmuur gebouwd en de waterloozing gemaakt zal worden, tegen een rente van 3½ oud schild 's jaars. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 69 verso
626 HENRICH VAN ALLER en GERYT VAN ARNHEM, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat ARNT WINCKELMAN en diens zoon REYNER WINCKELMAN overgedragen hebben aan JOHAN HENRICX ZOON een huis met twee schaarweiden in het Arnhemerbroeck, met dien verstande, dat AERNT en diens zoon een rente van 3 oude schilden en 2 pond 's jaars, gaande uit het huis, zullen behouden, en JOHAN VAN STEENRE 100 blauwe guldens uit dat huis. Oorspr. (Inv. no. 6222), met de zegels der oorkonders
627 GOSEN VAN AESZWIJN en GHERIT ROVER, schepenen te Doisborch, oorkonden, dat AERNT WINKELMAN en diens zoon REYNAR WINKELMAN beloofd hebben, JOHAN HENRIX ZOON, burger te Arnhem, het huis te Arnhem, dat zij hem verkocht hebben, te zullen waren jaar en dag. Oorspr. (Inv no. 6222), met het geschonden zegel van den eersten oorkonder; dat van den tweeden oorkonder is verloren
628 GOSEN VAN AESZWIJN en GHERIT ROVER, schepenen te Doisborch, oorkonden, dat GRIETE, vrouw van AERNT WINKELMAN, verklaard heeft goed te keuren, dat haar man en haar stiefzoon REYNAR WINKELMAN opnieuw overgedragen hebben aan JOHAN HENRICX ZOON, burger tArnhem, hun huis aldaar, dat zij hem vroeger verkocht hebben. Oorspr. (Inv. no. 6222), met de geschonden zegels der oorkonders
629 HENRICH VAN BRIENEN en CLAES VAN DER HOEVEN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat GEERTRUYT SCHOELRE en hare kinderen overgedragen hebben aan heer WILLEM ANSEMYNCK en heer JOHAN VAN DER MARCK, priesters en procuratoren der vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van 1 pond 's jaars, gaande uit het huis, dat vroeger van PETRUS KELLN was, voor het houden van memoriën voor wijlen GERYT SCHOELRE, GEER-TRUYTS echtgenoot. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 107
630 JOHAN VAN BRIENEN en GOESEN VAN DEN GRUUTHUYS ARNTS ZOON, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat ARNT WINCKELMAN en diens zoon REYNER WINCKELMAN overgedragen hebben aan METTE ROLOFF SMEETS DOCHTER een rente van 3 oude schilden en 2 pond 's jaars, gaande uit het huis van JOHAN HENRICH ZOON. Oorspr. (Inv. no. 6222), met de zegels der oorkonders
631 GOESEN VAN DEN GRUUTHUYS ARNTS ZOON en CLAES VAN DER HOEVEN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat BATE PRAEST overgedragen heeft aan heer WILLEM ANSEMYNCK, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk tArnhem, en aan heer HERMAN LYSINCK, kapelaan in die kerk, een rente van 2 pond 's jaars, gaande uit het huis van HERMAN VAN TRICHT, voor het houden van zielmissen voor BATE'S ouders. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 87
632 JOHAN MYNSCHART en HENRICH VAN BRIENEN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat GADERT VAN HEELSEM en EEFSE, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer ARNT BORCHGREVE, priester, een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit hun huis aldaar en het daartoe behoorende land in Arnhemerbroeck. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 92
633 Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem erkennen verkocht te hebben aan DIRCK BORCHGREVE een lijfrente van 6 oude schilden 's jaars. Oorspr. (Inv. no. 1836); het stadszegel is verloren
634 HENRICH VAN ALLER en WYNANT RIDDER, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat KYRSTIAEN KYVIT overgedragen heeft aan HENRICH SITTERT, hoefsmid, een naast HENRICHS huis gelegen huis met gang tegen een rente van 4 schilden 's jaars. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 71 verso
635 DERICK PLOECH en WYNANT VAN DOIRNICK, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat GADERT VAN DEN GRUYTHUIS BARTOLS ZOON en LUBBE, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer ARNT BORCHGREVE, priester, een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit het huis van DIRCK, zoon van meester PETER. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 84 verso
636 WYNANT VAN DOIRNICK en KYRSTIAEN KYVIT, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat heer JOHAN TEGNEGEL, priester, SANDER TEGNEGEL, GAEDERT VAN PRESINCHAVE en DERICK VAN OY overgedragen hebben aan heer JACOB DIE RODE, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk aldaar, een rente van 2 koopmansguldens 's jaars, gaande uit een huis in de Nyerstat, voor het houden van memoriën voor SANDER TEGNEGEL, ARNT TENGELL, diens broeder, en voor SANDERS kinderen. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 72 verso
637 WYNANT VAN DOIRNICK en KYRSTIAEN KYVIT, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat JOHAN VAN MEYNERSSWIJCK en LIJSBETH, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer JACOB DIE ROEDE, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van 1 pond 's jaars, gaande uit hun huis in de Nyerstat opter Beecken, voor het houden van memoriën voor ARNT VAN MEYNERSWIJCK en diens dochter WEYNDEL. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 91 verso
638 ARNOLT, hertog van Gelre enz., verkoopt met medeweten van zijnen vader, den ruwaard, den raad van zestien en de vier hoofdsteden, aan zijnen secretaris heer SWEDER VAN BOICHOUT, proost te Eist, al zijn renten en goederen te Nymegen in het Rijk en tusschen Maze en Wale, onder beding van wederinkoop tegen 3200 guldens. Ongedateerd afschrift (van gelijken tijd) (Inv. no. 5452)
639 JOHAN MYNSCHART en KYRSTIAEN KYVIT, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat KYRSTIAEN KYVIT voorgenoemd overgedragen heeft aan heer JACOP DIE RODE en heer SYMON VAN LEYDEN, priesters, procuratoren der vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van 4 oude schilden 's jaars, gaande uit het huis met gang van HENRICH SITTER, hoefsmid, voor het houden van memoriën voor meester EVERT KYVIT en diens vrienden. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 72
640 ARNOLT, hertog van Gelre enz., verpandt met toestemming van zijn vader, den raad van zestien en de vier hoofdsteden voor een schuld van 3600 guldens aan de stad Nymegen alle zijne renten en goederen binnen de stad en het schependom van Nymegen en het Rijck en tusschen Maze en Waile. Ongedateerd afschrift (van gelijken tijd) (Inv. no. 5452)
641 JOHAN VAN BRIENEN en CLAES VAN DER HOEVEN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat heer JACOB DIE RODE en heer SYMON VAN LEYDEN, priesters en procuratoren der vicarissen in de oude kerk tArnhem, eenerzij ds en BATE PRAEST anderzijds overeengekomen zijn, dat de vicarissen een rente van 1 pond 's jaars verkrijgen zullen uit een huis, dat vroeger van PETER HOICK was, in ruil voor een jaarrente, welke zij hadden uit BATE PRAESTS huis. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 75 verso
642 Deken en kapittel van de kerk van St. Walburgen te Zutphen verklaren overeengekomen te zijn met deken en convent van St. Salvatoirs Munster te Pruemen, dat laatstgenoemden recht op de tienden van de Arnhemerweerdt voor de Sabelspoerte zullen hebben op nader aangegeven voorwaarden.
a. Afschrift in Inv. no. 1075, fol. 95.
b. Afschrift in Inv. no. 2383
643 ARNOLT, hertog van Gelre enz., erkent schuldig te zijn aan ARNT VAN HARWEN en HENRICH HALS 528 arnhemsche guldens wegens voor zijn huishouding geleverde ossen. Oorspr. (Inv. no. 6370), met het zegel van den oorkonder in roode was
644 ARNOLT, hertog van Gelre enz., erkent schuldig te zijn aan JOHAN RENTE 106 arnhemsche guldens wegens voor zijn huishouding geleverde ossen. Oorspr. (Inv. no. 6370), met het zegel van den oorkonder in roode was
645 JOHAN MYNSCHART en KYRSTIAEN KYVIT, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat WOUTER VAN ALLER en JOHANNA, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer JACOB DIE ROEDE, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk tArnhem, een losrente van 2 oude schilden 's jaars, gaande uit hun huis aldaar. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 76
646 Deken, proost en gemeen convent van St. Salvatoirs Munster te Pruemen verklaren overeengekomen te zijn, met deken en kapittel der kerk van St. Walburgen te Zutphen, dat zij als van ouds recht op de tienden van de Arnhemerweerdt voor de Sabelspoerte zullen hebben op nader aangegeven voorwaarden.
a. Afschrift in Inv. no. 1075, fol. 95 verso.
b. Afschrift in Inv. no. 2383
647 JOHAN MYNSCHART en KYRSTIAEN KYVIT, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat SYMON MUSER overgedragen heeft aan heer JACOB DIE ROEDE, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van 12 schellingen kleinpenningen 's jaars, gaande uit een huis bij den weg, die naar het St. Johans kerkhof loopt. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 93
648 De notaris THEODERICUS DE ELZE instrumenteert, dat heer WILHELMUS DE MYRBACH, monnik van Prumia, pastoor van de parochiekerk te Arnhem, met HENRICUS BROUWER en GARARDUS AEGYDIUS' ZOON, provisoren van het Leprozenhuis van de stad Arnhem, een overeenkomst sluit over het aanstellen van een priester in de kapel, bij het gasthuis opgericht, gewijd aan de H.H. Fabianus en Sebastianus, martelaren, en den H. Anthonius, belijder, alsmede over de verdeeling van den dienst in die kapel. Afschrift in Inv. no. 6078, fol. 101
649 DIRCK PLOECH en WYNANT VAN DOIRNICK, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat JOHAN DIE WALE en BELE, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer JACOB DIE RODE, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit hun huis aldaar. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 86 verso
650 DIDERICH, aartsbisschop van Coilne, aartskanselier van het H. Rijk in Italien enz., ADOLPH, hertog, ROPRECHT, jonghertog tot Gulich enz., en GERART VAN CLEVE, graaf tot der Marcke, beloven aan de kooplieden van het land van Gelre vrijheid en vrijgeleide langs den Rijnstroem en het lijnpad, ieder op hun gebied. Ongedateerd afschrift (van gelijken tijd) (Inv. no. 3239)
651 Is vervallen
652 JULIANUS DE CESARINIS van Urbs, doctor in de beide rechten, kameraar en auditeur-generaal van de Curia Gamere Apostolice, verklaart, dat hij ten verzoeke van heer JOHANNES DE ESCH, optredende namens het convent van St. Satvator te Prumia, door den notaris HERMANNUS DE TWICLO alias JEGHER heeft doen transsumeeren de brieven d.d. 1255 April 2, 1258 Maart 11 en 1264 Mei 2 (Regesten 8, 9, 11), waarvan de inhoud in dezen is opgenomen.
a. Oorspr. (Inv. no. 4505), met het geschonden zegel van den oorkonder in roode was, gevat in witte was, en de signatuur van den notaris.
b. Afschrift in Inv. no. 6078, fol. 83
653 HENRICH VAN ALLER en WYNANT RIDDER, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat GHIJSBERT VAN DER HOEVEN, CLAES VAN DER HOEVEN, ARNT GRUTER JOHANS ZOON en WOUTER GRUTER overgedragen hebben aan heer JOHAN TEGNEGEL, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk tArnhem, de renten van 2 oude schilden 's jaars, gaande uit het huis van HENRICH HOEFSLEGER, en van 1 oud schild 's jaars uit het huis van HILLE VAN DER SLUYS, voor het houden van memoriën voor GERYT DIE GRUTER JOHANS ZOON. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 71
654 WYNANT VAN DOIRNICK en WYNANT RIDDER, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat LAMBERT JACOBS ZOON vermaakt heeft aan heer JACOB DIE RODE, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van 1 pond 's jaars, gaande uit het huis den Hirt. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 85
655 JOHAN VAN BRIENEN en GERIT VAN ARNHEM, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat PETER BRANT overgedragen heeft aan heer JOHAN TENGNEGELL, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk aldaar, een rente van 1 pond kleinpenningen 's jaars uit het huis van HENRICH GLASEMAKER en van 1 pond 's jaars uit het daarnaast gelegen huis van LUDEKE KREMERS, voor het houden van zielmissen voor zijn ouders.
a. Oorspr. (Inv. no. 6170); de zegels der oorkonders zijn verloren.
N.B. In dorso o.m.: „In Platea Ecclesie".
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 104
656 GOESEN VAN DEN GRUUTHUYS ARNTS ZOON en KYRSTIAEN KYVIT, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat GADERT VAN DEN GRUUTHUYS BARTOLS ZOON en LUBBE, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer JOHAN TENGNEGEL en heer JACOB DIE RODE, priesters, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van 5 pond kleinpenningen 's jaars, gaande uit het huis, dat vroeger van ROLOFF BITTER was. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 77 verso
657 SWEDERUS, bisschop van Traiectum, bevestigt den inhoud van den brief d.d. 1427 September 20 (Regest 648), waardoor het origineel gestoken was, en geeft toestemming, de daarin genoemde kapel bij het Leprozenhuis buiten de muren van Arnhem te laten wijden. Afschrift in Inv. no. 6078, fol. 103
658 Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem verklaren verkocht te hebben aan JOHANNES SPALLE JOHANS ZOON een lijfrente van 8 oude schilden 's jaars. Afschrift in Inv. no. 1833, fol. 1
659 Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem verklaren verkocht te hebben aan GAEDERT VAN EYLL een lijfrente van 21 oude schilden 's jaars. Afschrift in Inv. no. 1833, fol. 1 verso
660 DIRCK PLOECH en WINANT RIDDER, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat GEERTRUUT en MECHTELT VAN BYMMEN, gezusters, overgedragen hebben aan heer JOHAN BOUT, priester, een rente van 1¼ oud schild, gaande uit het huis van ZWENE VAN ELST.
a. Oorspr. (Inv. no. 6187), met de zegels der oorkonders.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 163 verso
661 ARNT VAN ELDEN, priester, verklaart verkocht te hebben aan de koorgezellen van de oude kerk tArnhem een erfrente van 2 oude schilden 's jaars, gaande uit het huis van GADERT VAN HEELSEM en uit het huis van DERIC PETERS ZOON, den timmerman. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 92
662 Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem verklaren HENRICH VAN GHENT en HENRICH VAN ALPHEN, kerkmeesters van de moederkerk tArnhem, schadeloos te zullen houden van een schuld van 450 rijnsche guldens aan ARNT VAN HERWEN voor den aankoop van een hofstede voor het kerkhof. Afschrift in Inv. no. 1833, fol. 2
663 DERICK PLOECH en WYNANT RIDDER, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat HENRICH VAN BRIENEN overgedragen heeft aan JOHAN VAN SALLANT 1 morgen land in Arnhemerbroick in de Cruysweyde, niet geslagen tot eenig huis of erf. Oorspr. (Inv. no. 6239), met de zegels der oorkonders; het tweede zegel is geschonden
664 Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem verklaren verkocht te hebben aan meester BEERNT UTEN ENGE, kanunnik ten Dom tUtrecht, een lijfrente van 40 oude schilden 's jaars, gaande uit de stedelijke goederen, accijnsen en renten. Afschrift in Inv. no. 1833, fol. 3 verso
665 Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem verklaren verkocht te hebben aan heer HENRICH BORRE, priester, een lijfrente van 12 oude schilden 's jaars. Afschrift in Inv. no. 1833, fol. 2 verso
666 DERICK PLOECH en JOHAN MYNSCHART, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat JOHAN NOERDONCK en GEERTRUUT, zijne echtgenoote, vermaakt hebben aan heer WOUTER VAN DOLRE, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van 1 oud schild 's jaars, gaande uit hun huis aldaar, waarmede de rente van 7 schellingen 's jaars, welke de vicarissen daaruit hadden, zal zijn afgelost. Afschrift in Inv. no 6157, fol. 84 verso
667 JOHAN MYNSCHART en JOHAN VAN ANGEREN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat BEERT HERMANS DOCHTER VAN WEYLHUSEN overgedragen heeft aan heer ARNT BORCGREVE en heer JACOB DIE RODE, priesters, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk aldaar, een rente van 3 oude schilden 's jaars, gaande uit het huis van CLAES HENRICHS ZOON, den snijder, ter aflossing van een jaarrente uit het huis van ARNT KOUTER, haar zoon. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 68
668 JOHAN VAN ANGEREN en JACOB BYERWISSCH, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat METTE ROLOFF SMEETS DOCHTER verklaard heeft aan JOHAN HENRICHS ZOON, dat zij diens huis in de Beckerstrate verkocht heeft aan haar neef ROLOFF HENRICH SMEETS ZOON wegens gepand goed voor 6 oude schilden en 4 pond kleinpenningen achterstallige jaarlijksche rente. Oorspr. (Inv. bo. 6222), met de zegels der oorkonders; het zegel van den eersten oorkonder is geschonden
669 JOHAN VAN ANGEREN en JACOB BYERWISSCH, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat ARNT COENRAETZ ZOON, bode der stad Arnhem, verklaard heeft gepand te hebben van wege METTE ROLOFF SMEETS DOCHTER aan het huis van JOHAN HENRICHS ZOON in de Beckerstrate, voor 6 oude schilden en 4 pond kleinpenningen achterstallige jaarrente. Oorspr. (Inv. no. 6222), met de zegels der oorkonders; het zegel van den eersten oorkonder is geschonden
670 CLAES VAN DER HOEVEN en HERMAN VAN WYE, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat EVERT VAN AMSTELL en LUYTGART, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan WILHELMUS TEN OUDENWYER een rente van ½ oud schild 's jaars, gaande uit hun huis in de Conyncstrate. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 91
671 Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem verklaren verkocht te hebben aan RUTGER VAN TEFELEN genaamd BOEVE, zoon van wijlen JOHAN VAN TEFELEN genaamd BOEVE, en zijne vrouw KATHERINE BRAEUS van Bruessel een lijfrente van 40 oude schilden 's jaars, gaande uit de stedelijke goederen, accijnsen en renten. Afschrift in Inv. no. 1833, fol. 4 verso
672 WILHEM VAN MEIRBACH, pastoor tArnhem, optredende voor het convent van het godshuis te Pruemen als leenheer van het hierna beschreven goed, maakt bekend, dat ALIJT, weduwe van HENRICH VAN ALLER, en OTTE VAN ALLER, voogd over ALIJTS kinderen, verklaard hebben schuldig te zijn aan heer WOUTER VAN DOLRE, priester, ten behoeve van de vicarissen in de oude kerk tArnhem, een rente van 4 pond kleinpenningen 's jaars, gaande uit HERMAN KRAUWELS hof buiten de Welperporte aan den Steenwech, welke rente HENRICH VAN ALLER voornoemd aan de vicarissen vermaakt had. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 139
673 HERMAN VAN WYE en JACOB BYERWISSCH, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat WOUTER VAN MEKEREN, richter tArnhem, voor de eerste maal geboden heeft van wege ROLOFF HENRICH SMEETS ZOON aan het huis van JOHAN HENRICHS ZOON, gelegen in de Beckerstrate, wegens verbalmond goed. Oorspr. (Inv. no. 6222), met de zegels der oorkonders
674 GOISEN VAN DEN GRUUTHUYS ARNTS ZOON en HERMAN VAN WYE, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat DERICK TEN ELSE DERICHS ZOON vermaakt heeft aan heer ARNT BORCHGREVE, priester, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk aldaar, een rente van 1¼ arnhemschen gulden, gaande uit een huis in de steeg bij St. Katherinen hof naast de pastorie.
a. Oorspr. (Inv. no. 6167), met de zegels der oorkonders.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 90 verso
675 JACOB RIDDER en SANDER THEINAGELL, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat WOLTER TEETZ van Bommell en FEY, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer JOHAN LOBBICKEN, priester, een rente van 3 rijnsche guldens 's jaars, gaande uit hun huis in de Beckerstraitte, naast een aan den pastoor toebehoorende gang gelegen, en uit een schaarweide in Arnhemerbroek in Biervoittschlach. Afschrift in Inv. no. 6078, fol. 108, naar een notarieel gewaarmerkte copie van LUCAS EVERHARDUS' ZOON
676 DERICK VAN ARNHEM, ridder, tinsheer van het hierna beschreven goed, maakt bekend, dat BERNT BANT aan hem heeft overgedragen een huis en erf, gelegen onder de klok van Arnhem op de beek aan den Roesendaelschen weg, behoudens een rente van 1 oud schild 's jaars, door BERNT voornoemd vermaakt aan de parochiekerk van Arnhem en aan de vicarissen in die kerk, welk huis en erf daarna overgegeven is aan heer ARNT BORCHGREVE, priester, ten behoeve der vicarissen in de parochiekerk van Arnhem, onder toestemming van HEINRIC VAN GHENT, kerkmeester dier kerk tegen een tins van 12 penningen 's jaars. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 138 verso
677 Afgevaardigden der vier hoofdsteden, te Nymegen vergaderd, sluiten een overeenkomst betreffende het bezegelen van brieven en de schadeloosstelling in de Coelsche zaak en over de betaling dier gelden. Oorspr. op papier (Inv. no. 5804) met de resten van de opgedrukte zegels der vier hoofdsteden
678 ARNOLT, hertog van Gelre enz., en heer RODOLPH VAN DYEPHOLT, postulaat te Utrecht, sluiten een verdrag ter beëindiging van den tusschen beiden gevoerden strijd. Afschrift in Inv. no. 1075, fol. 24 verso
679 GERYT VAN ARNHEM en WYNANT RIDDER, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat WILHELMUS TEN OUDENWYER overgedragen heeft aan heer ARNT BORCHGREVE en heer WOUTER VAN DOLRE, priesters, ten behoeve der vicarissen in de oude kerk tArnhem,. een rente van ½ oud schild 's jaars, gaande uit het huis van EVERT VAN AMSTEL. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 91 verso
680 JOHAN MYNSCHART en WYNANT RIDDER, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat ARNT CELMANS ZOON vermaakt aan WILHELMUS TEN OUDENWYER voor de vicarissen in de oude kerk tArnhem, voor de timmering van die kerk en voor het St. Anthonys' hospitaal buiten Arnhem, een rente van ½ oud schild 's jaars, gaande uit het huis Berleheze, gelegen tegenover Marienborch op den hoek. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 93
681 CLAES VAN DER HOEVEN en HERMAN VAN WYE, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat DERICK SLUYSKEN en HILLE, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer ARNT BORCHGREVE, priester, een rente van 3 oude schilden 's jaars, gaande uit hun huis, gelegen naast het St. Katherinen hospitaal tArnhem, en het daartoe behoorende land in Arnhemerbroeck.
a. Oorspr. (Inv. no. 6168); de zegels der oorkonders zijn verloren.
N.B. In dorso staat o.m.: „vicarii in Arnhem".
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 86
682 JOHAN MYNSCHART en HERMAN VAN WYE, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat HENRICH MARTENS ZOON en BELYE, zijne echtgenoote, overgedragen hebben aan heer ARNT BORCHGREVE, priester, een rente van 4 pond kleinpenningen 's jaars, gaande uit het huis van HENRICH SNYDER. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 83
683 WINANT RIDDER en JACOB BYERWISSCH, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat WILHEM VAN DOIRNICK en WOUTER BRENTINCK op nader aangegeven wijze een magescheid tot stand hebben gebracht tusschen GERIT VAN KREECK, diens vrouw GEERTRUYT, DERICK UDEN ZOON, diens vrouw ALEIT, en GRIETE, weduwe van HENRICH LYNDMAN, zuster van GEERTRUYT en ALEIT, ter eenre, en CLAES HENRICH SNYDERS ZOON ter andere zijde, van de goederen, CLAES aangekomen van zijn ouders. Oorspr. (Inv. no. 6240), met het geschonden zegel van den tweeden oorkonder; dat van den eersten oorkonder is verloren
684 Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem verklaren verkocht te hebben aan heer ARNT BONINCK, kanunnik van St. Johan tUtrecht, en GEERTRUYDT BONINCK, zijne zuster, een lijfrente van 12 oude schilden 's jaars, gaande uit de stedelijke goederen, accijnsen en renten. Afschrift in Inv. no. 1833, fol. 6 verso
685 Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem verklaren schuldig te zijn aan WYNANT RIDDER en CLAES VAN DER HOEVEN, huismeesters van het hospitaal van St. Peter tArnhem, ten behoeve van dit hospitaal, een losrente van 6¾ oud schild 's jaars, gaande uit de stedelijke goederen, accijnsen en renten. Afschrift in Inv. no. 1833, fol. 8
686 JOHAN MYNSCHART en WYNANT RIDDER, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat CLAES BORRE overgedragen heeft aan HENRICH VAN SONSBEECK al hetgeen hem aanbestorven is van zijne dochter GEERTRUDE, eertijds vrouw van bovengenoemden HENRICH. Oorspr. (Inv. no. 6241); de zegels der oorkonders zijn verloren
687 De raadsvrienden van de vier hoofdsteden van het land van Gelre komen overeen, aan den hertog van Gelre geen schatting te zullen betalen, noch de zoenbrieven met Utrecht mede te bezegelen, voor en aleer zij de door den hertog geleende 3000 arnhemsche guldens zullen hebben terug ontvangen. Oorspr. op papier (Inv. no. 5453); de opgedrukte zegels der vier steden zijn verloren
688 CLAES VAN DER HOEVEN en JOHAN VAN ANGEREN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat FREDERUYN, weduwe van GERIT WIELMAN, PETER VAN TIJTSS en diens vrouw LUTE, JOHAN VAN MOUDICK en diens vrouw LUBBERICH, JOHAN INGEN HAVE en diens vrouw ALEIT, alsmede SANDER WIELMAN, overgedragen hebben aan BEERTE TEN BROKERHAVE een huis en hofstede in den Ellenbage naast FREDERUYNS huis, uit welk huis en hofstede een rente van ¼ oud schild 's jaars gaat. Oorspr. (Inv. no. 6242); de zegels der oorkonders zijn verloren
689 GHERIT VAN ARNHEM en OTTE VAN SCERPENZEEL, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat JOEST VAN DER TANERYEN en diens vrouw ALEIT overgedragen hebben aan GAIDERT VAN DEN GRUUTHUYS BARTOLTS ZOON hun huis en hofstede, geheeten den Hoekelom, alsmede alle roerende en onroerende goederen der verkoopers, gelegen in de vrijheid en het schependom van Arnhem. Oorspr. (Inv. no. 6243); de zegels der oorkonders zijn verloren
690 CLAES VAN DER HOEVEN en JOHAN VAN ANGEREN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat heer ARNT BORCHGREVE, priester, namens de vicarissen van de oude kerk aldaar en JOHAN VAN KRANENBORCH met LYSBETH, diens echtgenoote, een ruil hebben aangegaan, waarbij de vicarissen een rente verkrijgen van 2 oude schilden 's jaars, gaande uit twee huizen in de Nyerstat.
a. Oorspr. (Inv. no. 6190), met de zegels der oorkonders.
b. Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 69 verso
691 GOESEN VAN DEN GRUUTHUYS ARNTS ZOON en CLAES VAN DER HOEVEN, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat WILHEM SENGER aan zijne vrouw GENETTE 40 rijnsche guldens als morgengave geeft
692 De notaris GERART VAN LO geeft vidimus van den brief d.d. 1425 Mei 24 (Regest 623). Ongedateerd afschrift (van gelijken tijd) (Inv. no. 5454)
693 GADERT VAN DEN GRUUTHUYS en LUBBE, zijne echtgenoote, vermaken een erfrente van 1 pond 's jaars, gaande uit een huis in de Konynckstraet, aan de Zielbroederschap, en een erfrente van 1 pond 's jaars, gaande uit een ander huis in die straat, aan de koorgezéllen van de oude kerk tArnhem, welke renten vermeld zijn in de brieven d.d. 1395 Maart 6 en 1397 Mei 23 (Regesten 410 en 429). Afschrift in Inv. no. 6157, fol. 103 verso
694 SIGMUND, Romischer koning enz., dagvaardt bannerheeren, ridderschap en steden van het hertogdom Gelre en het graafschap Zutphen, om zich op den eerstvolgenden rechtsdag te Nuremberg te komen verantwoorden over de klachten van ADOLFF, hertog van Gulich, Gelre en Berge, graaf van Zutphen en Ravensperg, wegens het niet erkennen van hem als hun heer en wegens het huldigen van ARNOLT VAN EGMUND als zoodanig. Oorspr. (Inv. no. 5454), met het zegel van den oorkonder in roode was
695 SIGMUND, Romischer koning enz., dagvaardt andermaal bannerheeren, ridderschap en steden van het hertogdom Gelre en het graafschap Zutphen, om zich op den eerstvolgenden rechtsdag te Nuremjberg te komen verantwoorden over de klachten, welke vermeld staan in den brief d.d. 1430 December 15 (Regest 694). Oorspr. (Inv. no. 5454), met het zegel van den oorkonder in roode was
696 Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem verklaren verkocht te hebben aan heer ARNT SPISE, deken der collegiale kerk te Steenwijck, een lijfrente van 13 rijnsche guldens 's jaars, gaande uit de stedelijke goederen, accijnsen en renten. Afschrift in Inv. no. 1833, fol. 9 verso
697 SIGMUND, Romischer koning enz., dagvaart voor de derde maal bannerheeren, ridderschap en steden van het hertogdom Gelre en het graafschap Zutpfen, om zich op den eerstvolgenden rechtsdag te Nuremberg te komen verantwoorden over de klachten, welke vermeld staan in den brief d.d. 1430 December, 15 (Regest 694). Oorspr. (Inv. no. 5454), met het zegel van den oorkonder in roode was
698 Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem verklaren verkocht te hebben aan GERARDUS ARNOLDUS' ZOON, klerk, een lijfrente van 7 rijnsche guldens 's jaars, gaande uit de stedelijke accijnsen, renten en goederen. Afschrift in Inv. no. 1833, fol. 9
699 DERICK PLOECH en GERIT VAN ARNHEM, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat PETER VAN ARNHEM, bastaard, diens vrouw AGNYESE en haar broeder GOIDERT overgedragen hebben aan PHILIPS VAN POLANEN een losrente van 3 oude schilden 's jaars, gaande uit een huis en hofstede in de Weverstrate naast het huis der Augustijnre van Wesell en uit twee bijbehoorende schaarweiden in Arnhemerbroick aan den Vosdijck. Oorspr. (Inv. no. 1673); de zegels der oorkonders zijn verloren
700 Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem verklaren verkocht te hebben aan JOHAN SPALLE JOHANS ZOON een lijfrente van 18 oude schilden 's jaars, gaande uit de stedelijke goederen, accijnsen en renten. Afschrift in Inv. no. 1833, fol. 10 verso
Records 701 t/m 800
Records 801 t/m 900
Records 901 t/m 1000
Records 1001 t/m 1100
Records 1101 t/m 1200
Records 1201 t/m 1300
Records 1301 t/m 1400
Records 1401 t/m 1430
5.2. Briefregesten
5.3. Lijst van kaarten en teekeningen
laatste wijziging 17-04-2024
9.145 beschreven archiefstukken
1.479 gedigitaliseerd
totaal 324.903 bestanden

Kenmerken

Datering:
1264-1885
Auteur:
D.P.M. Graswinckel
Categorie:
laatste wijziging 17-04-2024
9.145 beschreven archiefstukken
1.479 gedigitaliseerd
totaal 324.903 bestanden