1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798 ( Gelders Archief )
1707
Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inleiding
2 De Gelderse Landdagen en hun recessen ten tijde van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en de Bataafse Republiek
laatste wijziging 25-01-2023
11.982 beschreven archiefstukken
509 gedigitaliseerd
totaal 509 bestanden
Inventaris
1588
Landdag 27 maart - 5 april / 22 mei 1588 te Arnhem
a. Deze landdag is de enige die gehouden werd in het jaar 1588. De zitting begon op 27 maart en liep door tot en met 5 april, maar had een korte, ééndaagse uitloper op 22 mei, die aansluitend aan 5 april in het reces is opgenomen. Deze uitloper hield verband met de werkzaamheden van een commissie ter afhandeling van ingekomen rekesten en ter afsluiting van de rekening van de Gelderse ontvanger-generaal Hans Bierman, zie de regesten 118 (1588) tot en met 122 (1588). De Landdag zelf was na 5 april reeds uiteengegaan.
b. Deze landdag bestaat uit zes onderdelen:
- het chronologische, doorlopende reces;
- een afschrift van besluiten op de propositie (agenda) voor deze landdag, identiek met de overeenkomstige besluiten in het chronologische, lopende reces van 31 maart;
- afzonderlijk genoteerde punten van bespreking, tijdens de landdag overhandigd door afgevaardigden van de Staten van Utrecht;
- de besluitvorming op deze punten van de Utrechtse Staten; van deze besluitvorming bestaan twee versies met inhoudelijke en textuele verschillen, één versie in het chronologische, doorlopende reces, de andere afzonderlijk opgetekend achter de eveneens afzonderlijk genoteerde Utrechtse punten; deze beide versies behoren bij de zitting van 31 maart
- een memorie van stadhouder Adolf van Nieuwenaar, gevolgd door de besluitvorming daarop, behorend bij de zitting van 4 april;
- besluitvorming en instructies voor de afgevaardigden naar de Staten-Generaal, bestaande uit een instructie, een aanvullende "Memoriael Instructie" met negen punten, een tweede reeks aanvullingen met nog eens drie punten, een commissiebrief en twee brieven uit Engeland waarop de besluitvorming deels is gebaseerd.
b. Deze landdag bestaat uit zes onderdelen:
- het chronologische, doorlopende reces;
- een afschrift van besluiten op de propositie (agenda) voor deze landdag, identiek met de overeenkomstige besluiten in het chronologische, lopende reces van 31 maart;
- afzonderlijk genoteerde punten van bespreking, tijdens de landdag overhandigd door afgevaardigden van de Staten van Utrecht;
- de besluitvorming op deze punten van de Utrechtse Staten; van deze besluitvorming bestaan twee versies met inhoudelijke en textuele verschillen, één versie in het chronologische, doorlopende reces, de andere afzonderlijk opgetekend achter de eveneens afzonderlijk genoteerde Utrechtse punten; deze beide versies behoren bij de zitting van 31 maart
- een memorie van stadhouder Adolf van Nieuwenaar, gevolgd door de besluitvorming daarop, behorend bij de zitting van 4 april;
- besluitvorming en instructies voor de afgevaardigden naar de Staten-Generaal, bestaande uit een instructie, een aanvullende "Memoriael Instructie" met negen punten, een tweede reeks aanvullingen met nog eens drie punten, een commissiebrief en twee brieven uit Engeland waarop de besluitvorming deels is gebaseerd.
c. Deze landdag komt in zijn complete vorm en omvang, met de daartoe behorende en ter vergadering behandelde bijlagen, uitsluitend voor in 0012 Gelderse Rekenkamer, inv. nr. S 3, Landdagsrecessen over de jaren 1584-1593, pp. 237 - 317.
d. In het recessenexemplaar 0003 Staten van het Kwartier van Nijmegen en hun Gedeputeerden, inv. nr. 612, Landdagsrecessen over de jaren 1587-1591, ontbreken de besluitvorming, instructies en bijlagen voor de afgevaardigden ter Staten-Generaal. In het exemplaar 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4696, Landdags- en Kwartiersrecessen over de jaren 1587-1593, ontbreken het chronologische, lopende reces en de besluitvorming, instructies en bijlagen voor de afgevaardigden ter Staten-Generaal.
e. In het recessenexemplaar 0005 Staten van het Kwartier van Zutphen en hun Gedeputeerden, inv. nr. 1384, Landdagsrecessen over de jaren 1577-1589, ontbreekt het jaar1588 helemaal.
d. In het recessenexemplaar 0003 Staten van het Kwartier van Nijmegen en hun Gedeputeerden, inv. nr. 612, Landdagsrecessen over de jaren 1587-1591, ontbreken de besluitvorming, instructies en bijlagen voor de afgevaardigden ter Staten-Generaal. In het exemplaar 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4696, Landdags- en Kwartiersrecessen over de jaren 1587-1593, ontbreken het chronologische, lopende reces en de besluitvorming, instructies en bijlagen voor de afgevaardigden ter Staten-Generaal.
e. In het recessenexemplaar 0005 Staten van het Kwartier van Zutphen en hun Gedeputeerden, inv. nr. 1384, Landdagsrecessen over de jaren 1577-1589, ontbreekt het jaar1588 helemaal.
3 april
079 Kanselier Leoninus en Johan en Cornelis van Gendt worden afgevaardigd naar de Staten-Generaal. Leoninus en Johan van Gendt worden tevens benoemd tot Gelderse afvaardiging naar eventuele vredesbesprekingen, waarbij zij zelf mogen beslissen of zij beiden naar de plaats van die onderhandelingen zullen reizen of één van hen. Zie Nota bene.
1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inventaris
1588
Landdag 27 maart - 5 april / 22 mei 1588 te Arnhem
3 april
079
Kanselier Leoninus en Johan en Cornelis van Gendt worden afgevaardigd naar de Staten-Generaal. Leoninus en Johan van Gendt worden tevens benoemd tot Gelderse afvaardiging naar eventuele vredesbesprekingen, waarbij zij zelf mogen beslissen of zij beiden naar de plaats van die onderhandelingen zullen reizen of één van hen. Zie Nota bene.
Datering:
1588 april 3
Notabene:
a. De clausule dat de afgevaardigden naar de vredesbesprekingen zelf mogen beslissen wie er zal gaan, is ongetwijfeld opgenomen wegens de terughoudendheid van Leoninus en Johan van Gendt om naar het buitenland te reizen bij een vorige gelegenheid, zie de regesten 213 (1584) en 225 (1584).
b. "Der Cantzlar": Elbertus Leoninus (Albert de Leeuw) (Zaltbommel 1519 of 1520 - Arnhem, 6/7 dec. 1598), studeerde te Leuven, van 1548 tot en met 1580 hoogleraar in de Rechten aldaar, wegens zijn grote eruditie en zijn pragmatisch maar mild en gematigd oordeel gewild raadsman van vele vorsten en overheden; mede-ontwerper van de Pacificatie van Gent (1576), lid van de Raad van State rond aartshertog Matthias (ca.1579); koos in 1580 voor de Opstand tegen Spanje, van 28 juni 1581 tot zijn dood kanselier van Gelderland.
c. "heer van Oyen": Johan van Gendt (Gent), heer tot Oijen (Oyen, Oyhen) en Dieden (Dyden).
d. "heer tot Meinerswick": Cornelis van Gendt (Gent), heer tot Meinerswijck (Meynerswyck, Meinerswick) (in 1591-1614 burggraaf, richter en dijkgraaf van Nijmegen). hier wordt bedoeld Cornelis van Gendt (Gent), heer tot Meinerswijck (Meynerswyck, Meinerswick). De titel 'heer tot Meinerswijck' werd omstreeks deze tijd ook gevoerd door Gysbert (Gijsbert) van Mekeren, evenals Van Gendt comparant voor de Nijmeegse Ridderschap, zie regest 001 (1588). Cornelis van Gendt was evenwel degene die in 1587 zitting had in de Staten-Generaal en die ook nu wordt afgevaardigd, zie N. Japikse (red.), Resolutiën der Staten-Generaal van 1576 tot 1609 dl. 5 (1585-1587) p.491 en dl. 6 (1588-1589) p. 2; zie voorts 0012 Archief van de Gelderse Rekenkamer, inv. nr. S 3, p. 198 en p. 207. Vergelijk de regesten 015 (1587), 017 (1587), 019 (1587) en 053 (1587).
b. "Der Cantzlar": Elbertus Leoninus (Albert de Leeuw) (Zaltbommel 1519 of 1520 - Arnhem, 6/7 dec. 1598), studeerde te Leuven, van 1548 tot en met 1580 hoogleraar in de Rechten aldaar, wegens zijn grote eruditie en zijn pragmatisch maar mild en gematigd oordeel gewild raadsman van vele vorsten en overheden; mede-ontwerper van de Pacificatie van Gent (1576), lid van de Raad van State rond aartshertog Matthias (ca.1579); koos in 1580 voor de Opstand tegen Spanje, van 28 juni 1581 tot zijn dood kanselier van Gelderland.
c. "heer van Oyen": Johan van Gendt (Gent), heer tot Oijen (Oyen, Oyhen) en Dieden (Dyden).
d. "heer tot Meinerswick": Cornelis van Gendt (Gent), heer tot Meinerswijck (Meynerswyck, Meinerswick) (in 1591-1614 burggraaf, richter en dijkgraaf van Nijmegen). hier wordt bedoeld Cornelis van Gendt (Gent), heer tot Meinerswijck (Meynerswyck, Meinerswick). De titel 'heer tot Meinerswijck' werd omstreeks deze tijd ook gevoerd door Gysbert (Gijsbert) van Mekeren, evenals Van Gendt comparant voor de Nijmeegse Ridderschap, zie regest 001 (1588). Cornelis van Gendt was evenwel degene die in 1587 zitting had in de Staten-Generaal en die ook nu wordt afgevaardigd, zie N. Japikse (red.), Resolutiën der Staten-Generaal van 1576 tot 1609 dl. 5 (1585-1587) p.491 en dl. 6 (1588-1589) p. 2; zie voorts 0012 Archief van de Gelderse Rekenkamer, inv. nr. S 3, p. 198 en p. 207. Vergelijk de regesten 015 (1587), 017 (1587), 019 (1587) en 053 (1587).
Bloknummer:
0012
Inventarisnummer:
S 3
Folionummer:
p. 254
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 06-09-2019
laatste wijziging 25-01-2023
11.982 beschreven archiefstukken
509 gedigitaliseerd
totaal 509 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 25-01-2023
11.982 beschreven archiefstukken
509 gedigitaliseerd
totaal 509 bestanden