Uw zoekacties: Landgoed Tongeren

0694 Landgoed Tongeren ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0694   Landgoed Tongeren
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Inleiding
laatste wijziging 09-02-2023
880 beschreven archiefstukken
154 gedigitaliseerd
totaal 6.187 bestanden
Inventaris
1. Archief van het landgoed Tongeren
2. Gedeponeerde archieven
3. Varia
4. Regesten
1 Albert Gerrits, Gerrit Gerrits en Golde Albertsdochter verklaren dat zij hun land te Tongeren hebben overgedragen aan Henrick Wytteveen en Eva, zijn vrouw.
Oorspr. (inv.nr. 533), met de zwaar geschonden zegels van Johan van Hoekellum en Gerrit van Ems.
In dorso: Nu Thuenis Gerrits en Steventien sijn huysvrouw.
2 Jacob Pauwels en Jenneken Janssdochter, zijn vrouw, geven een renversaal van de akte, waarbij de Gelderse Rekenkamer hen een kleine waterkorenmolen, gelegen in het ambt Eep in de buurschap Zuyk, in erfpacht heeft gegeven.
Afschrift in inv.nr. 526.
3 Maes Rijcksen en Evertien, zijn vrouw, verklaren verkocht te hebben aan Aert Tonnissen een erf en goed te Tongeren, zoalszij dit gekocht hadden van Gerryt Janssen.
Afschrift in inv.nr. 534
4 Aebert van der Hulsen, Margrita van der Hulsen, weduwe Cockers, en Maria van der Hulsen verpanden aan Thoenis Warners en Steventyen, zijn vrouw, de landerijen, geërfd van hun nicht Eva Crachtsen, dochter van Jan Crachtsen, geheten Ruittersgoed, gelegen te Tongeren, tinsplichtig aan Gelderland, bestaande uit de Ruiterscamp met de daarachter gelegen Ruitterselsen, een stuk bouwland ten westen van het veen, twee akkers, het Halve Mudde genaamd, een klein akkertje en twee akkers op het Hoege Weertyen, twee akkers in het Middellant, een akker in het Middellant, het Kleine Heckakkertje aan de groene weg, twee kleine akkertjes met een heg, een stuk heetveld aan het Middelant en de Poellantsakker, en verklaren, dat het boerrichterschap niet bij de pandschap is begrepen.
Oorspr. (inv.nr. 535), met de handtekeningen en zegels van Bernt van Holthuisen, overpander op de veluwe, meester Jan Steenberch en Albert van der Hulsen.
Hierdoor is gestoken de akte van 21 juni 1608 (reg. no. 6).
5 Wilhelm Jansz. en Fenne Jansd., zijn vrouw, verklaren overgedragen te hebben aan Balltis Haversack en Truytken Penninck, zijn vrouw, 3 mud roggeland, genaamd Ariaen Tops Enck, en een derde deel van 7 mud haverland, hiertoe behorende, gelegen in het kerspel Nunspeet.
Oorspr. (inv.nr. 691), met de handtekeningen en geschonden zegels van de burgemeesters Aertt Wolfsz en Alpherdt Brynck en van Derrick van Steynwarden genaamd Leydecker.
6 Albert van der Hulsen, mede voor de andere erfgenamen van Eva Chragsen, dochter van hun zwager Jan Crachten, verklaart over te dragen aan Thoenis Warners en Steventyen, zijn vrouw, hetgeen zij bij akte van 28 novermber 1605 (reg. no. 4), waardoor deze akte is gestoken, aan dezen hadden verpand.
Oorspr. (inv.nr. 535), met de handtekeningen van Albert van der Hulsen, Gerrit then Holt, scholt tot Epe, herman van Hoeclum en Lubbert Casijnsen en de zegels van de 2e en 3e en een fragment van het zegel van de 4e ondertekenaar.
7 Arndt Gerrits en Hylla, zijn vrouw, Johan Gangolfsz. en Geritjen, zijn vrouw, Herman Hermans (?) en Berentken, zijn vrouw, allen erfgenamen van hun grootouders Gerrit Aerts en Merrye, verklaren overgedragen te hebben aan Thoenis Warners en Steventken, zijn vrouw, hun twaalfde deel in een huis, huisstede, hof, hofstede en daartoe behorende landerijen in de buurschap of mark van Tongeren.
Oorspr. (inv.nr. 536), met de handtekeningen en zegels van Jochum van Huet, Alphert van Huet en Herman Egberts, koster te Epe.
In dorso: Hendrick Thuenis te Tongeren.
8 Jacob Gaertsen en Catarina Mijn, zijn vrouw, Pouwel Jansen en Neese Jansen, zijn vrouw en dochter van Jan Berents, Henrick Aerts en Merrye Stoffels, zijn vrouw, en Elsken Stoffels verklaren overgedragen te hebben aan Henrick Thoeniss een huis, huisstede, hof, hofstede en een daaraan gelegen elskampje in de buurschap Tongheren tussen het veen aan de oostzijde en de gemene weg aan de westzijde, belast met een braem tins.
Oorspr. (inv.nr. 537), met de handtekeningen en de zegels van Gerrit van Dompseler, Alphert van Huedt en Herman Egberts, koster te Epe.
In dorso: "Het cleynne huys te Tongeren".
9 De Rekenkamer (in Gelderland) verleent Herman Warners en Catrine, zijn vrouw, na opdracht door Derick Gerrits en Gese Claes, zijn vrouw, investituur en oprukking van het herengoed, Raserve genaamd, gelegen (te Tongeren), op welk herengoed "staende is een huys van vier gebondt ende leyt idtselve in verscheyden parceelen to weten een kampgen bij 't huys, noch een acker int Middenlandt, vier ackeren in 't Hull, een kamp van acht ackeren tegen de saelwehr in den enck, een stuck van ses ackeren genaemt idt Veltgen, de Braeckackers liggende in vier ackeren, noch die Vierholtackeren, een scepel gesays int Middenlandt, een kampgen van vier ackeren tusschen de olde ende nieuwe saelwehr, een hegge in Brielandts camp, noch een stuck landts genaemt den Haege met noch eenich holtgewas van strucken ende struvellen op de gemeynte ende om het landt, welcke voors. parceelen nae inhalt van 't buierboeck Tongeren souden groet sijn achtien mudde landts".
Afschrift d.d. 1662 in inv.nr. 538.
0694 Landgoed Tongeren
Inventaris
4. Regesten
9
De Rekenkamer (in Gelderland) verleent Herman Warners en Catrine, zijn vrouw, na opdracht door Derick Gerrits en Gese Claes, zijn vrouw, investituur en oprukking van het herengoed, Raserve genaamd, gelegen (te Tongeren), op welk herengoed "staende is een huys van vier gebondt ende leyt idtselve in verscheyden parceelen to weten een kampgen bij 't huys, noch een acker int Middenlandt, vier ackeren in 't Hull, een kamp van acht ackeren tegen de saelwehr in den enck, een stuck van ses ackeren genaemt idt Veltgen, de Braeckackers liggende in vier ackeren, noch die Vierholtackeren, een scepel gesays int Middenlandt, een kampgen van vier ackeren tusschen de olde ende nieuwe saelwehr, een hegge in Brielandts camp, noch een stuck landts genaemt den Haege met noch eenich holtgewas van strucken ende struvellen op de gemeynte ende om het landt, welcke voors. parceelen nae inhalt van 't buierboeck Tongeren souden groet sijn achtien mudde landts".
Afschrift d.d. 1662 in inv.nr. 538.
Datering:
1619 november 17
Toegangsnummer:
0694 Landgoed Tongeren
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 14-10-2010
10 Henrick Serris en Maria, zijn vrouw, Arian Jans en Gertken, zijn vrouw, Lubbert Jans en Aeltken Sloeren, zijn vrouw, Gerrit Berrens en Gertken Jansen, zijn vrouw, Jan Jans en Herman, zijn vrouw, en Jan Jansen van Tongeren en zijn kinderen dragen over aan Steventken, weduwe van Toenis Warners en haar kinderen 1/6 deel van een goed te Tongeren, belast met 4 stuivers tins aan de proost van Deventer.
Oorspr. (inv.nr. 539), met de zegels en handtekeningen van Gerart ten Holt, scholt tot Epe, Alphart van Huedt en Gerryt Jansen Brouwer en het contrazegel van laatstgenoemde.
11 De Rekenkamer in Gelderland verleent Jan Alberts oprukking van een heerengoed te Tongeren, zoals voor hem zijn vader Albert Hermesen bezat, waarop geen huis staat en de hof bij het bouwland is getrokken, bestaande in 2 molder 1 schepel gezaais in de Gorsencamp, 2 molder 1 schepel op de Tongersen Enck, en 6 schepel, in het geheel bestaande uit 17 molder, waaruit 4 molder gespleten zijn.
Afschrift in inv.nr. 540.
12 Tuenis Aertsen Claphuys verpandt aan Warner Tuenis twee akkers te Tongeren, waarvan één gelegen is op het Hoge Weertgen.
Oorspr. op papier (inv.nr. 541).
13 Thuenis Aertsen Claphuys en zijn onmondige kinderen verpanden aan Warner Thuenissen twee akkers, één gelegen op het Poollant ten zuiden van (het bezit van het Klooster) Clarenwater en ten noorden van de Vierholter Hegge, de andere gelegen in het Middellant.
Oorspr. op papier (inv.nr. 541).
14 Jacob Janssen en Tuenisgen, zijn vrouw, en Derck van Huekelom, overpander op Velouwen, en Albert, zoon van Jacob bij diens overleden vrouw Styntken van Huet, verklaren overgedragen te hebben aan Bessel Derx en Eva, zijn vrouw, de helft van een kamp hooiland, de Weynde genaamd, gelegen in het kerspel Osterwolde aan de Woltweg.
Oorspr. (inv.nr. 696), met de handtekeningen en geschonden zegels van Derck van Huekelom, Hermen van Heyden en Gerryt Jansen.
15 Jan Lambertsz. en Grietgen Augustijns, zijn vrouw, verklaren verpand te hebben aan Henrick Toenisz. een vijfde deel in zee akkers te Tongeren.
Oorspr. (inv.nr. 542), met de handtekeningen en zwaar geschonden zegels van Lambert Gerritsz., Claes Feit en Joachim Loefsen.
In dorso verklaring van Jan Warners, dat Bertjen Lamberts hem 18 keizersgulden heeft betaald van de Groet Acker. "Dyt is een toegyfte van den Groten Acker."
16 Peter Garris en Henrixken Harms, zijn vrouw, verklaren verpand te hebben aan Henrick Thuenissen een akker op de Tonger Enck, waarvoor verpanders tot onderpand stellen hun twee akkers, de Huysackers genaamd, gelegen op de Tonger Enck.
Oorspr. op papier (inv.nr. 543).
In dorso: Peter Gerritss van Tongeren de pandtbrieven op Jan Bosch Nuck getransporteert.
17 Tuenis Aerts Claphuys verpandt voor zichzelf en zijn kinderen aan Henrick Lubbers en Henrixken, zijn vrouw, en aan Henrick, Gerrit, Jan Gijsbert en Tuenisken Toenis twee akkers op de Tongerer Enck, herengoed, genaamd de Bardel Gijse, ten zuiden van het Middelland.
Oorspr. op papier (inv.nr. 541).
18 Herman Willems en Nielken Aers, zijn vrouw, verklaren, dat zij verpand hebben aan Aert Willemsen en Bette Toenis, zijn vrouw, een akker, groot een half mud gezaais op de Empsterenck, behorende in de saalweer van Solberchs goed.
Oorspr. (inv.nr. 662), met het geschonden zegel van Willem Lubbertsen, een fragment van dat van Gerrit ten Holte de jonge, scholt tot Epe; dat van Gerrit Jans ontbreekt; met de handtekeningen van de zegelaars.
Met aantekening, dat 14 juni 1643 deze pandschap is overgedragen aan Aelbert Jacobs.
Gehecht aan de akte van 30 augustus 1635 (reg. no. 19).
19 Harmen Willems en Neeliken Aerts, zijn vrouw, verklaren, dat zij verpand hebben aan hun broeder Aert Willems en zijn vrouw Betta Tuenis een akker land op de Emsserenck.
Oorspr. (inv.nr. 662), met de handtekeningen van de oorkonder en ... Melchgers Vynck.
Gehecht aan de akte van 19 oktober 1631 (reg. no. 18).
20 Anna Jans, weduwe van Marten Be..t, verklaart overgedragen te hebben aan Steventjen Warners, onmondige dochter van Warner Toenys en Geertjen Lambers, een achtste deel van het achtste deel van de nalatenschap van Toenis Warners en Steventjen Thoenis, diens vrouw, haar aanbestorven van haar broeder Hendryck Lubbers, zijnde tinsgoed in Tongeren.
Oorspr. (inv.nr. 544), met de handtekeningen en de geschonden zegels van Gerart then Holt, scholt te Epe, Conradus Goddaeus, predikant te Vaassen; dat van Egbert Hermans ontbreekt.
21 Warner Harms en Betta Aets, zijn vrouw, verklaren verpand te hebben aan Steventken Warners, dochter van Warner Tuenis en Gerrichen Lambers, drie akkers, genaamd de Oesterhegge, groot 5 schepel gezaais, gelegen op de Tongrer enck ten noorden van de Huysackers, ten oosten van Tuenis Warners scholt en ten zuiden van de gemene struiken, waarvoor pandgevers tot Waarborg stellen het land van Veltgen, groot 6 schepel, gelegen te Tongren ten westen van de Braeckacker.
Oorspr. (inv.nr. 545), met de handtekeningen en de licht geschonden zegels van Peter Gerrits Brouwer, Johan Torssius, koster te Epe, en Tuenis Jacobsen.
22 Gerrit Aelssen als gevolmachtigde van de Gedeputeerden van Ridderschap en Steden van het Kwartier van Arnhem verklaart over te dragen aan Egbert ten Holthe een kamp land "voor die duere", groot 3 mud, genzende aan het gemene veld, de Voncken camp, groot 3 mud, met een stuk daarop gelegen heetveld, grenzende aan het veen, 2 mud gezaais beginnende aan de enkwal tot op het Hul, 5 schepel gezaais op de enk, 3 akkers op het zuideinde naast het Koelant, 5 akkers op het Hul groot 2 mud, 3 schepel gezaais waaronder de Heetacker of Drostenhoeck begrepen is, de Leersencamp, zijnde heetveld, de Cloosterhoff genaamd, 2 morgen hooiland in het Veenderbroeck en 31/2 mud gezaais met een hof, in gebruik bij Warner Harmsen, benevens het boerrichterambt van Tongeren dat het klooster Caerenwaeter heeft gehad, terwijl het huis, schaapschot en schuur door de pachter Pieter Gerritsen is gekocht.
Oorspr. (inv.nr. 546), met fragmenten van de zegels van Gerrit Aelssen en Egbert Lutteken; het zegel van Stick Loefsen is verloren gegaan; met hun handtekeningen.
In dorso verklaring van Egbert ten Holthe, dat hij deze landerijen gekocht heeft voor Henrick Timans en Mechteltken Reiers, zijn vrouw, en voor Timan Henrix en Lubbert Jans en dat hij het boerrichterambt verkocht heeft aan Steventken Warners.
23 De erfgenamen van Henderyck Lubbers en Henderyckjen Toenys, zijn vrouw, en Steventken Warners treffen een magescheid.
Oorspr. (inv.nr. 1), met de handtekeningen en de zegels van Gerhardt ten Holte, scholt van Epe, jonker Johan van Wijck, Conradus Goddaeus, predikant te Vaassen, en Wijer van Steenbergen.
In dorso verklaring over een betaling door Steventken Warners.
24 Peter Gerrits Brouwer en Willemken Harms, zijn vrouw, en Tuenis Jacobs en Steventken Jansen, zijn vrouw, verklaren overgedragen te hebben aan Warner Harms en Bette Aerts, zijn vrouw, 6 mud land te Tongeren, bestaande in een perceel ten oosten van de Corneberch, een stuk land op de Oesterhegge ten oosten van de Corneberch en ten noorden van het gemene holt, en twee akkers, groot 1 schepel, gelegen aan de gemene straat, zoals zij dit van de Gedeputeerden van het Kwartier van Veluwe hadden gekocht.
Afschrift in inv.nr. 547.
Het eerste perceel is volgens de koopakte de Holtcamp genaamd.
25 Warner Harmens en Betta Aerts, zijn vrouw, verklaren verpand te hebben aan Steventken Warners 2 akkers zaailand, genaamd de Braeckackers, gelegen op de Tongerer enck, een akker, genaamd de Braeckackers, gelegen op de Tongerer enck, een akker, genaamd de Huysacker, en een akkertje op het veld in Tongren gelegen.
Oorspr. (inv.nr. 548), met de handtekeningen en de licht geschonden zegels van Peter Gerryts Brouwer, Johan Torssius, koster te Epe, en Tuenis Jacobsen.
26 Jellis Nijlandt en Peter ter Smitten, schepenen van Deventer, oorkonden, dat Peter Jeeckerman, leerkoper, en Hilleken Voorvechter, zijn vrouw, een huis in de Groote Overstraat overgedragen hebben aan Sibrants en Grietgen Bruyns, zijn vrouw.
Oorspr. (inv.nr. 708); de zegels van de oorkonders ontbreken.
27 Lambert Lubbers en Henrixken Evers, zijn vrouw, en Gijsbert Derx en Driesgen Lubbers, zijn vrouw, verklaren overgedragen te hebben aan Reyer Henrix en Flora Lubbers, zijn vrouw en hun zuster, hun aandeel in een kamp land met een elzenhaag er aan grenzende, gelegen in Tongeren aan het veen.
Oorspr. (inv.nr. 549), met de handtekeningen en de geschonden zegels van Peter Gerrits Brouwer, Johan Torssius, koster te Epe, en Lubbert Henrixen.
28 Henrick Janssen en Aeltgen Wychmans, zijn vrouw, en haar dochter Driesgen bij Dries Claessen, en Jan Bos Nuck en Steventken Warners, zijn vrouw, gaan een ruiling aan, waarbij laatstgenoemden tegen afstand van een akker op de Tongrer enck op de Diender, waarvan Harmen Labers de helft behoort, twee akkertjes in Tongren tegenover Tymen Henrix vaelt verkrijgen.
Oorspr. op papier (inv.nr. 550).
29 Tymen Henrixen en Aeltgen Henrix, zijn vrouw, verklaren overgedragen te hebben aan Gerrit Gerrits en Marryken Gijsebers, zijn vrouw, het zaailand de Leerssencamp, gelegen op de Tonger enck, aan de oostzijde begrensd door het gemene veld, waarvoor verkopers tot onderpand stellen het zaailand genaamd des Drosten hoeck in de Tonger enck.
Oorspr. (inv.nr. 554), met de handtekeningen en de geschonden zegels van Jan Berents, kerkmeester te Epe, Henrick Egberts Pyckeren en Johan Torssius, koster te Epe. Hierdoor is gestoken de akte van 5 juli 1654 (reg. no. 35).
30 Hille Janss en haar kinderen Warmelt Peters, Abraham Jans en Gerrichtien verklaren verpand te hebben aan Jan Bosch Nuck en Steventien Warners, zijn vrouw, een half kampje hooiland, genaamd het Eper Camptien, gelegen in Oosterwolde aan de Woltweg.
Oorsp. (inv.nr. 697), met de handtekeningen en de geplette zegels van Johan Torssius, koster te Epe, Lubbert Hendericks en Rijck Aertss.
31 Henrick Clasen en Truichgen Tuenis, zijn vrouw, verklaren, dat zij overgedragen hebben aan Jan Jansen van Osnabrugge en Mense Vegen, zijn vrouw, een losrente van 6 gulden, gaande uit hun goed te Tongeren.
Oorspr. (inv.nr. 551), met de handtekeningen en de zwaar geschonden zegels van Gerrit Torssius, Lambert Crafsen en Johan de Vos.
Hierdoor is gestoken de akte van 16 april 1654 (reg. no. 33). Hieraan is nog een akte gehecht geweest, ws. die van 11 december 1662 (reg. no. 41).
32 Peter Gerritsz. van Tongeren en Henrickgen Hermans, zijn vrouw, verklaren aan Jan Feith en joffer Sebille van Sax, zijn vrouw, verpand te hebben een akker, groot een half molder gezaai, gelegen in het Middellandt tussen de Cortenbergh en de Middellandtsweg, een akker groot 1 schepel roggen gezaai, gelegen en belend als boven, het land het Veltgen, groot een half mud gezaai, een akker op het Hul, groot een half molder gezaai, en wat zij verder te Tongeren hebben liggen, alles "herenland", behorende in de saalweer van Herman Warners.
Oorspr. (inv.nr. 552), met de handtekeningen van Egbert Aerts.. Gerrit Gerrits en Peter Gerryts; hun zegels ontbreken.
In dorso verklaringen van overdracht van de pandschap aan Jan Jansen van Osnabrugge en door dezen in 1657 aan Jan Bosch Nuck.
33 Henrick Clasen verklaart, dat hij en zijn kinderen bij Trye Tuenis overgedragen hebben aan Jan Janss. van Osnabrugge en Susanne Danneus, diens vrouw, een losrente van 101/2 gulden, gaande uit hun goed te Tongeren.
Oorspr. (inv.nr. 551), met de handtekeningen van Herman van Ems, Johan de Vos en Lambert Evertsen en een fragment van het zegel van Johan de Vos; de zegels van de andere getuigen ontbreken.
Gestoken door de akte van 15 oktober 1651 (reg. no. 31).
34 Peter Gerrits en Henrixken Harms, zijn vrouw, verklaren verpand te hebben aan Harmen, Aert en Henrick Warners, kinderen van Warner Harms, een vierde deel van een kamp land, van de halve Braeckacker, waarvan pandhouders de andere helft toebehoort, een een klein akkertje, groot een halve schepel, alles gelegen in Tongeren en behorende in de saalweer van pandhouders.
Oorspr. op papier (inv.nr. 553).
35 Gerrit Gerrits Hup en Marichgen Henricks, zijn vrouw, verklaren dat zij overgedragen hebben aan Henrick Clasen en zijn kinderen bij wijlen Tuys Tuenis 2 morgen land te Tongeren aan de westzijde van het gemene veld.
Oorspr. (inv.nr. 554), met de handtekeningen en de zwaar geschonden zegels van Harman van Ems, Johan de Vos en Lambert Evertsen.
Gestoken door de akte van 27 april 1649 (reg. no. 29).
36 Lambert Lubbers en Henrickien Everts, zijn vrouw, Gijsbert Dercx en Dreesgen Lubbers, zijn vrouw, en Gerrit Lubbers verklaren overgedragen te hebben aan Jan Janssen en Susannaken Daniels, zijn vrouw, het land de Leersencamp, groot 21/2 mud gezaais, bestaande uit heet- en plaggeveld, gelegen te Tongheren aan de noordzijde van het Tongherer gemene veld binnenenks, zoals zij dit van het Kwartier van Veluwen hadden gekocht.
Oorspr. (inv.nr. 555), met de handtekeningen van Jan Berents, kerkmeester, Steven van Isendoren en Peter Gerrits Brouwer; hun zegels ontbreken.
37 De Rekenkamer van Gelderland approbeert de verpanding van tien akkertjes te Tongeren, behorende in de saalweer van Herman Warners, door Peter Gerritsen van Tongeren en Hendricxken Hermans, zijn vrouw, aan Jan Bos Nucke en Steventgen Warners, zijn vrouw.
Oorspr. (inv.nr. 556), met het opgedrukt groot cachet van de Rekenkamer onder papieren ruit.
38 Cornelis Herms Couragie en Jannitien Peters Swartemoer, zijn vrouw, verklaren verkocht te hebben aan Jan Bosch Nuck een akker zaailand op de Togerer enck in het Regellandt.
Oorspr. (inv.nr. 557) met de handtekeningen en merk van verkopers en getuigen.
39 Herman Warners verklaart verpand te hebben aan Jan Bosch Nuck een huis, hof, kampje er naast gelegen en de hagen erachter, behorende tot de saalweer, waar Beert Gerrits op woont, een half huis en hof, bewoond door Jan Martens, en de helft van tien mud land, waarvan Aert en Hendrick Warners de andere helft, benevens de helft van voornoemd huis en hof toebehoort, belend noordwaarts de gemene straat en zuidwaarts het Boerenveen, zoals bij dit geërfd heeft van zijn ouders Warner Harmens en Bette Aers, alles gelegen te Tongeren.
Oorspr. op papier (inv.nr. 558).
In dorso: Dit schijnt te behooren tot 't erv van Goosen Petersz. woont, dat een saalwheer zou zijn
40 De Rekenkamer in Gelderlandt verleent Johan Bosch Nucke investituur en oprukking voor een herengoed te Tongeren, bewoond door Jan Martens, na opdracht door Hermen Warners, aan wie het heden was opgedragen door de erfgenamen van Tonis Aertsen Claphuys.
Oorspr. (inv.nr. 559), met het opgedrukt groot cachet van de Rekenkamer onder papieren ruit.
In dorso akte van oprukking van 2 juni 1669 (reg. no. 48).
41 Egbert Wiggemans als oom van de drie onmondige kinderen van Henrick Klasen en Truije Tonis en de weesmeesters van de stad Elburg met name Beert Nucke, Louwe Losen en Dyrck Toe Water, oorkonden, dat zij overgedragen hebben aan Jan Jansen van Osnebrughge en Aeltjen Berens, zijn vrouw, een huis, hof en schaapsschot, staande op een stuk land, groot 7 schepel, met het recht in het veen en het veld, en een stuk land, groot 2 morgen gezaais, westelijk van het gemene veld, gelegen te Tongeren.
Oorspr. (inv.nr. 560), met de handtekeningen en fragmenten van de zegels van de weesmeesters.
Hieraan zijn ws. gehecht geweest de akten van 15 oktober 1651 en 16 april 1654 (reg. no. 31 en 33).
42 Evert Dercks en Jentien Henricks, zijn vrouw, verklaren over te dragen aan haar broeder Reyer Henricks en Fluertien Lubberts, zijn vrouw, 1/5 deel van 2 kapen zaailand, de Cloosterkampen genaamd, gelegen te Tongheren.
Oorspr. (inv.nr. 561), met de handtekeningen en zegels van Henrick van Isendoorn, ontvanger van het ambt Epe, Henrick Sweersen en Calcker en Peter Torssius, koster.
43 Dirck Jacobs van Cleef en Merritien Rijckx, zijn vrouw, verklaren verpand te hebben aan Cornelis Nuck een halve morgen hooiland, gelegen in het ambt Heerde bij de Kolckbrugge in het Veemer broek.
Oorspr. (inv.nr. 690), met de handtekeningen van Johan Dullaert, schout te Nijkerck, Peter Gerrits Brouwer en Henrick Sweersen van Calker, het zegel van de eerste en de geschonden zegels van de andere getuigen.
44 Drees Drees en Heiltien Goosens, zijn vrouw, verklaren verpand te hebben aan Cornelis Nuck een hof met het daarom staande elzenhout, gelegen in het ambt Epe bij het Vossenbroeck met de gerechtigdheid tot aan de Vaerwegh.
Oorspr. (inv.nr. 675), met de handtekeningen en de geschonden zegels van Hermen Peters, Henrick Dijck Brouwer en Aelbert Crijns.
In dorso verklaring van Drees Drees, dat hij de eigendom van de hof heeft overgedragen aan cornelis Nuck en de weduwe van diens broeder Herman Nuck.
45 Gerrit Lubberts en Evertien Berents, zijn vrouw, en Aert Henricks en Henrickien Everts, zijn vrouw, verklaren over te dragen aan Reyer Henricks en Fluertien Lubberts, zijn vrouw, "Aelren Seylants" gelegen op de Tongher enck bij het huis van kopers, een akker in het Middellant en twee naast elkander gelegen akkers op de Tongher enck op het Puellant.
Oorspr. (inv.nr. 562), met de handtekeningen en de zegels van Peter Torssius, koster te Epe,
Aelbert Crijnsen en Jan Janssen Torssius.
46 Mechyor Greve, burgemeester van Hattum, en Engeltien Daniels, zijn vrouw, verklaren verkocht te hebben aan Cornelis Nuck een halve morgen hooiland in het Eperbroeck bij het Hooge Wolt.
Oorspr. op papier (inv.nr. 676).
47 Willem Aetssen Groen en Annichien Walburchs, zijn vrouw verklaren verpand te hebben aan zijn broeder Gerrit Aertssen Groen een bos in de buurschap Westendarp, behorend in Solberghens saalweer.
Oorspr. (inv.nr. 663), met de handtekeningen en fragmenten van de zegels van Geurt Gerrits, Gerryt Hummen en Jan Arendts.
In dorso: Hendrik Hermens zaalwheer te Westendorp onder Epe.
48 De Rekenkamer in Gelderlant verleent Jan Bos Nucke zes jaar oprukking voor het herengoed te Tongeren.
Oorspr. in dorso van de akte van 3 december 1662 (reg. no. 40), inv.nr. 559, met de handtekening van Jacob Everwijn.
49 De Rekenkamer in Gelderlandt verleent approbatie aan de verpanding door Wilhelm Aerts Groen en Anneke Walburgs, zijn vrouw, aan zijn broeder Gerrit Aerts Groen van een bos, behorende tot het herengoed Solbergen, gelegen in het ambt Epe in de buurschap Westendorp.
Oorspr. (inv.nr. 663), met het opgedrukt groot cachet van de Rekenkamer onder papieren ruit.
50 Evert Dercks, weduwnaar van Jentien Henricks, c.s. dragen over aan Reyer Henricks en Fluertien Lubberts, zijn vrouw een vijfde deel van een goed te Tongeren, afkomstig van Jentiens ouders Henrick Tymens en Mechteltien Reyers, en een aandeel in twee morgen hooiland in het ambt Heerde in het Vembderbroek en een vijfde deel van een morgen hooiland, de Ganseweide genaamd, bij de Warverburgge in het ambt Heerde.
Oorspr. (inv.nr. 564), met de handtekeningen en zegels van Peter Torssius, koster te Epe,
Janssen Torssius en Aelbert Crijns.
51 Geertruyd Witten, weduwe van Johan Schrassert, burgemeester van Harderwijck en richter van het Nieubroek, erkent 2600 gulden schuldig te zijn aan Grietien Gerrits, weduwe van kapitein Cornelis Nuck, en verbindt hiervoor twee kampen, groot 20 gresen, gelegen in Oosterwolde bij de Camper Nieuwstadt.
Oorspr. (inv.nr. 698), met de handtkeningen en geschonden zegels van Sywert van Wijnbergen, heer van Oldenaller, en Engelbert Schrassert, burgemeester van Harderwijck, in rode was en van Wilhem Heeck
52 Wouter Elberts en Neeltje Peters van Tongeren, zijn vrouw, verklaren overgedragen te hebben aan Cornelis Nuck het houtgewas, dat zij te Tongeren gezamenlijk met Wernerus Nuck en Aert en Henrick Werners bezitten.
Oorspr. op papier (inv.nr. 565).
In dorso: 't is 1672 laest gehouwen en heeft onse deel gegolden omtrant 2 rijxd.
53 Geertrut Witte, weduwe van Johan Schrassert, burgemeester van Harderwijck en richter van het ambt Nyebroeck, verklaart schuldig te zijn aan de kinderen van Cornelis Nuck, koopman te Harderwijck, 800 carolusgulden onder verband van een kamp van 8 gresen, gelegen in Oosterwolde bij de Camper Nystadt.
Oorspr. (inv.nr. 699), met de handtekeningen en de geplette zegels van Dibbolt Feith, burgemeester van Harderwijck, en Hendrick Feith en een fragment van het zegel van Andries Hegeman.
54 Jan Derricksen en Evertjen Berens, zijn vrouw, en haar kinderen bij Gerrit Lubbertsen verklaren verkocht te hebben aan Ryer Henricksen en Floortjen Lubberts, zijn vrouw, drie akkertjes zaailand in Tongeren op het Hull gelegen, ten oosten van het erfgenamenholt en ten zuiden van het binnenenks gelegen veld.
Oorspr. (inv.nr. 566), met de handtekeningen en de zegels van Henrick van Isendoorn, ontvanger van het ambt Epe, Jan Janssen Torssius en Hermen Petersen Brouwer.
55 De Rekenkamer in Gelderlandt verleent Wernerus Nuck na dode van zijn vader Jan Bosch Nuck investituur en oprukking voor een herengoed te Tongeren.
Oorspr. (inv.nr. 569), met het opgedrukt groot cachet van de Rekenkamer onder papieren ruit. Gehecht aan de akte van 24 mei 1679 (reg. no. 60).
56 Herman Driessen en Gerritgen Hendericx, zijn vrouw, verklaren verkocht te hebben aan Aert Jansz. Weybenb. en Elberta Egberts, zijn vrouw, een hoek van een wal in de buurschap Emst bij de Olden Hoff.
Oorspr. op papier (inv.nr. 664).
57 Henderick Peters en Jennichien Aers, zijn vrouw, verklaren te verpanden aan Jan Jansen en Aeltjen Jansen, zijn vrouw, het land het Hul genaamd, gelegen in Tongeren.
Oorspr. (inv.nr. 567), met de handtekeningen en de zwaar geschonden zegels van Henderick Dijck Brouwer, Gerrit Peters, koster te Epe, en Jan Jansen Torssius.
In dorso verklaring dat cornelis en Peter Nuck als eigenaren van het erf de Leeuencamp de pandschap hebben afgelost. (Verschrijving voor Leersencamp?).
58 Geertruit Witte, weduwe van Johan Schrassert, burgemeester van Harderwijck, verklaart wegens een bedrag van 3400 gulden, competerende aan de erfgenamen van Cornelis Nuck, gevestigd in dertig gresen in drie kampen te Oosterwolde bij de Camper Nieuwstadt, dit land overgedragen te hebben aan Sybrandus Brantsen en Anneken Nuck, zijn vrouw.
Oorspr. (inv.nr. 700), met de handtekeningen en de geplette zegels van Gerrit Hendricks Rademaker, Roelof Dirckx Brouwer en Gerrit Dircks.
59 Hendrick Peters en Jennighjen Aerts, zijn vrouw, verklaren over te dragen aan Pieter Nuck en Mechteltien Bosch, zijn vrouw, en Wernerus Nuck, zijn broeder, een erf, bestaande uit huis, hof, schaapsschot en 6 mud zaailand, met het recht de pandschap van 2 mud hooiland in te lossen, thans in bezit van de weduwe van Jan Zanders.
Oorspr. (inv.nr. 568), met de handtekeningen van de getuigen Henrick Petersen, Henrick Dijck en Gerrit Peters, koster te Epe, en de zegels van de laatste twee getuigen; het zegel van Henrick Petersen ontbreekt.
60 De Rekenkamer in Gelderlandt verleent approbatie van de testamentaire dispositie van Warnerus Nuck, waarbij deze een goed en saalweer heeft gelegateerd aan Pieter Nuck.
Oorspr. (inv.nr. 569), met het opgedrukt groot cachet van de Rekenkamer onder papieren ruit. Gehecht aan de akte van 9 februari 1676 (reg. no. 55).
61 Henrick Jansen en Neeltje Dercks verklaren overgedragen te hebben aan Peter Nuck te Harderwijck een akker zaailand te Tongeren op de Cordenbergh, gelegen bij het schaapsschot van koper, het zesde deel van een bos of haag te Tongeren bij het huis van wijlen Thymen Hendericks, waarvan koper een derde deel behoort, in pandschap bij de weduwe van Jan Sanders, en 1 mud 11/2 schepel zaailand op de Empsterenck, behorende in de saalweer van koper te Westendorp, Soltsbergshoff genaamd.
Oorspr. (inv.nr. 570), met de handtekeningen en de min of meer geplette zegels van Johannes Coopsen, predikant te Epe, Gerret Peters, koster te Epe, en Jan Daniels.
62 Peter Thiessen als momber van de onmondige kinderen van Aelbert Jansen en Anneken Stevens, verklaart verpand te hebben aan Pieter Nuck een akkertje zaailand, groot 21/2 spint, gelegen tegenover het huis van Thiemen Henricks, een akker op de Diender groot 2 schepel gezaais, en een akker, groot 11/4 schepel gezaais, gelegen tussen de gemene weg en de Gortelerweg, alles gelegen in de buurschap Tongeren.
Oorspr. (inv.nr. 578), met de handtekeningen en de geplette zegels van Cornelis Bigge, scholt van Epe, Marten van Isendoorn, ontvanger, en Hermen Peters Brouwer.
Hierdoor is gestoken de akte van 14 december 1692 (reg. no. 78).
63 Jan Jacobsen Ruyter verklaart verpand te hebben aan Pieter Nuck te Harderwijck landerijen en houtgewassen te Tongeren, bestaande uit "twee ackeren lants in Pyckeren camp gelegen, groot omtrent 3 schepel gesaey, met eenigh houtgewasch aen Pyckerens strate, item een acker bij de Vierhouter Hegge, item dree acker lants in de Gorssekamp, omtrent 2 schepel gesaey neffens eenigh houdtgewasch daarbij gehoorende, item een acker op het Hooge Weertjen omtrent een schepel groot en eenigh holtgewasch daerbij gehoorende, noch een acker thinslant aen 't Corte Stuck, ten eynde van een acker lants die Aert Dircks van Peter Nuck in pachte gebruyckt en lestelick eenigh houtgewasch sijnde struycken ende veltgens achter Gorssecamp, sijnde t'samen heerengoet gehoorende onder den zaelweer daer Willemtje Jans laest mede gequalificeert is.
Oorspr. op papier (inv.nr. 571).
64 Thyman Petersen en Elisabet Egberts, zijn vrouw, verpanden aan Cornelis en Pieter Nuck, kooplieden te Harderwijck, twee akkers land in de buurschap Empts en Westendorp.
Oorspr. (inv.nr. 665), met het zegel van Jan Jansen Torssius en de geschonden zegels van Aert Jansen en Gerret Peters, koster te Epe.
In dorso: "pantschap van een mudde lant op den Emsterenck".
65 Cornelis Helmighs en Neeltjen Thymans, zijn vrouw, verklaren verpand te hebben aan Pieter Nuck twee akkers, groot 1 mud zaailand, gelegen te Tongeren tegenover het achterhuis van Pieter Nuck, thans bewoond door Aert Dircks, met de bepaling, dat de eikenbomen, gepoot door de vader van Neeltje Thymans op de straat tussen dit land en het gemelde achterhuis, aan verpanders zullen blijven.
Oorspr. (inv.nr. 572), met de handtekeningen en zegels van Roeloff Gerrits, Gerret Peters, koster te Epe, en Jan Janssen Torssius.
66 Johanna de Haes, weduwe van Henderick Wychman, richter te Kedingen, verklaart overgedragen te hebben aan Cornelis Nuck en de weduwe van zijn broeder Herman Nuck het erfje en goed De Hoogen Camp in de buurschap Wissele.
Oorspr. (inv.nr. 647), met de handtekeningen en zegels van verkoopster, Gerret Petersen, koster te Epe, en Jan Jansen Torssius.
67 Jasper van Markel en Gerhard van Suchtelen, schepenen van Deventer, oorkonden, dat Albert Greve, procurator te Deventer, zijn broeders en zusters tot erfgenamen benoemt.
Oorspr. (inv.nr. 227), met de zwaar geschonden zegels van de oorkonders.
68 De Rekenkamer van Gelderlandt verleent goedkeuring aan de testamentaire dispositie van Albert Greve.
Oorspr. (inv.nr. 228), met het opgedrukt groot cachet van de Rekenkamer onder papieren ruit.
69 Henderick Warners en Betien Martens, zijn vrouw, verklaren overgedragen te hebben aan Pieter Nuck drie mud bouwland, gelegen in Tongeren, zoals zij dit gemeenschappelijk met koper en hun broeder Aert Warners bezeten hebben, welk land ten dele allodiaal is, ten dele horig, behorende in de saalweer van koper.
Oorspr. (inv.nr. 574), met de handtekeningen en zegels van Gerret Petersen, koster te Epe, Jan Daniels en Jan Jansen Torssius.
In dorso: Dit transport behoort tot Leersencamp..
70 Cornelis Helmighs en Neeltje Thymans, zijn vrouw, verklaren 150 carolusgulden schuldig te zijn aan Cornelis en Peter Nuck en hiervoor tot onderpand te stellen hun huis en hof te Tongeren.
Oorspr. (inv.nr. 576), met de handtekeningen en de zegels van Jan Daniels, Gerret Peters, koster te Epe, en Jan JanssenTorssius.
Hierdoor is gestoken de akte van 12 mei 1690 (reg. no. 74).
71 Burgemeester, schepenen en raad van Rijssen oorkonden, dat Joanna de Haas, weduwe van Henrick Wychman, richter over Kedingen, volmacht heeft gegeven aan haar zoon Gerhard Wilhelm Wichman om het hofje of landerijen, de Hogen Camp genaamd, gelegen in het ambt Epe in de buurschap Wissel, te mogen bezwaren.
Oorspr. (inv.nr. 648) op papier, met het opgedrukt zegel van de stad onder papieren ruit.
72 Cornelis Helmighs en Neeltjen Thymens, zijn vrouw, verklaren verkocht te hebben aan Cornelis en Peter Nuck een mud of 41/2 schepel op de voorste Peterscamp, belend ten oosten door de Achterste Peterskamp, zuidwaarts door het gemene veld en noordwaarts door Berent Acker, een mud bouwland, de Huysacker genaamd, en het recht van inlossing van een mud bouwland in de Achterste Peterscamp aan het veen, in pandschap bezeten door burgemeester Reutger Ulenbroeck.
Oorspr. (inv.nr. 575), met de min of meer geplette zegels en de handtekeningen van Gerret Peters, koster te Epe, Jan Janssen Torssius en Roelof Gerrits.
In dorso aantekening dat Cornelis Nuck de genoemde pandschap heeft gelost.
73 Gerret van Steenbergen, gevolmachtigde van Dibbolt Meyer en Wemma de Vosch, diens vrouw, verklaart verpand te hebben aan Cornelis Nuck en de weduwe van diens broeder Hermen Nuck de helft van het goed de Haverkamp, gelegen in het kerspel Epe in de buurschap Loobrinck.
Oorspr. (inv.nr. 678), met de handtekeningen en zegels van Gerret Peters, koster te Epe, Roelof Gerritsen timmerman en Lambert Stevensen smid. Hierdoor is gestoken de akte van 7 maart 1698 (reg. no. 84).
74 Cornelis Helmighs en Neeltje Tymans, zijn vrouw, verklaren overgedragen te hebben aan Cornelia en Peterus Nuck een huis en hof twee bergen en twee schaapsschotten, gelegen te Tongeren.
Oorsp. (inv.nr. 576), met de handtekeningen en de zegels van Roelof Gerritsen, Jan Jansen Torssius en Gerret Peters, koster te Epe.
Gestoken door de akte van 4 oktober 1686 (reg. no. 70).
75 De Rekenkamer van Gelderland oorkondt, dat zij aan Gerhard Krijt in erfpacht heeft gegeven het water of de beken, door hem geleid uit de Heerder en Hoorner Veenen, met het recht hierop een of twee watermolens te leggen.
Afschrift in inv.nr. 526.
76 Burgemeester, schepenen en raad van Rijssen oorkonden, dat Johanna de Haes, weduwe van Henrick Wychman, richter over Kedingen, volmacht heeft gegeven aan haar zoon Gerhard Wilhelm Wychman, advocaat en burgemeester van Rijssen, aan Cornelis Nuck en de weduwe van Herman Nuck te verhypothequeren haar helft van het goed Mentinck, gelegen in het Kerspel Voorst in de buurschap Appen.
Afschrift in inv.nr. 707.
77 Hermen Jansen en Marritgen Jacobs, zijn vrouw, verklaren overgedragen te hebben aan Cornelis en Petrus Nuck een hof en daarachter gelegen hagen, een akker zaailand, groot 21/2 schepel, gelegen op het Hul, en een zesde deel van al het houtgewas om Voncken of Peters Campen, gelegen te Tongeren, zoals verkoopster dit geërfd heeft van haar ouders.
Oorspr. (inv.nr. 577), met de handtekeningen en zegels van Gerret Peters, koster te Epe, Jan Daniels en Jan Jansen Torssius.
78 Hermen Aelberts verklaart overgedragen te hebben aan Cornelis en Peter Nuck de landerijen, die bij akte van 12 juli 1682 (reg. no. 62), waardoor deze akte is gestoken, in pandschap waren gegeven aan Peter Nuck, benevens een zesde deel in een bosje, "naar Cornelis Helmighs hoff gelegen", waarvan kopers het merendeel bezitten.
Oorspr. (inv.nr. 578), met de handtekeningen en de geplette zegels van Willem Jansen Smidt, Gerret Petersen, koster te Epe, en Lambert Stevensen.
79 Cornelis Nuck en de weduwe en kinderen van zijn broeder Herman Nuck verklaren over te dragen aan Arnoudt van Domselaar tot de Quickborn en Johanna Anna de Bordes, zijn vrouw, 11 mud land, zoals zij dat in twee percelen, genaamd Camphuys en de Hoogen Camp, gelegen aan enop de Wisseler Enck en bij de Wueste, gekocht hadden van de weduwe en erven van Henderick Wychman, richter te Kedingen.
Oorspr. (inv.nr. 649), met de handtekeningen en geplette zegels van Cornelis Nuck, Aert Jansen en Gerret Petersen, koster te Epe. Blijkens een dorsale aantekening zijn deze landerijen in 1702 overgedragen aan de weduwe van Herman Nuck.
80 Bettien van Steenbergen, weduwe van Harmannus Bronswinckel, verklaart overgedragen te hebben aan Cornelis Nuck en de weduwe van diens broeder Harman Nuck de helft van het goed de Haverkamp, gelegen in het kerspel Eepe, in de buurschap Loobrinck.
Oorspr. (inv.nr. 677), met de handtekeningen van verkoopster, haar zoon Bernardus Bronswinckel, Arnout van Dompselaer en Jan Appeldoorn en de zegels van de eerste en laatste; de zegels van de anderen ontbreken.
81 Cornelis Thymans en Anneken Henrickx, zijn vrouw, verklaren verkocht te hebben aan Cornelis en Peter Nuck een zesde deel van een haag naast de hofstede, bewoond door Cornelis Helmighs, waarvan tweederde aan kopers en eenzesde deel aan Evert en Tyman Henrickx toebehoort.
Oorspr. op papier (inv.nr. 579).
82 Aert Warners verklaart over te dragen aan Peterus Nuck te Harderwijk een vierde deel van een goed te Tongeren en nig los land, ten dele behorende in de saalweer van koper.
Oorspr. (inv.nr. 580), met de handtekeningen en de geplette en geschonden zegels van Aert Jansen, Gerret Petersen, koster te Epe, en Roelof Everts.
83 Christiaen Roott en Catharina Wolfs, erfgenamen van hun oom Gerrit Camphuys, verklaren verkocht te hebben aan Cornelis Nuck en de weduwe van Herman Nuck, zijn broeder, de helft van enige akkers van Camphuysgoed bij de Wueste in het kerspel Epe.
Oorspr. op papier (inv.nr. 650).
84 Lodewijck van Hattum als gevolmachtigde van Dibbolt Meyer en Wemma de Vos, diens vrouw, verklaart overgedragen te hebben aan Cornelis Nuck en de weduwe van diens broeder Hermen Nuck de helft van een goed en drie weidjes, gelegen in het kerspel Epe aan de Loobrinck, zoals hun dit verpand was bij akte van 19 augustus 1689 (reg. no. 73), waardoor deze akte is gestoken, en Johan Hendrick van Lindevelt, Maria Elisabeth van Suyrmondt en genoemde gevolmachtigde verklaren aan dezelfden te hebben overgedragen de Gagelweide in het Vossenbroeck.
Oorspr. (inv.nr. 768), met de handtekeningen van J.H. van Lindevelt, M.E. van Suyrmondt, Lodewijck van Hattum, Gerret Peters, koster te Epe, en Gerret Claasen Hoeve en de opgedrukte zegels van de eerste twee en de uithangende zegels van de andere ondertekenaren.
85 Evert en Thyman Henricks verklaren verkocht te hebben aan Cornelis en Pieter Nuck een zesde deel van een haag te Tongeren, waarvan kopers het overige deel toebehoort.
Oorspr. op papier (inv.nr. 579).
laatste wijziging 09-02-2023
880 beschreven archiefstukken
154 gedigitaliseerd
totaal 6.187 bestanden

Kenmerken

Datering:
1551-1914
Auteur:
R. Wartena
Categorie:
laatste wijziging 09-02-2023
880 beschreven archiefstukken
154 gedigitaliseerd
totaal 6.187 bestanden