Uw zoekacties: Huis Batenburg

0376 Huis Batenburg ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Het archief
Inventaris
4. Regesten
66 Dederich van Bronchorst, heer tot Bathenborch en Steyn, Dederich van Bronchorst en van Bathenborch, heer tot Anholt en Aengen Zundt (sic), Johan van Bronchorst en Bathenborch, vrijheer tot Rymborch en Grousfelt (sic), landdrost van Cleve, Willem van Flodorp, heer tot Daienbroeck en Luydt, Willem van Haerff, heer tot Alsdorp, Claes van Haerff, drost te Ghelckercken, ter eenre en Loedwich van Praet en van Moerkercken, heer van Carnes, Pietershoeck en West Barendrecht, ridder, Fransoys van Praet en van Moerkercken, Loedwich van Flandereu, heer tot Praet, Moerkercken, Wossteyne en Elferdyngen, Geret van Arkel, heer tot Hoeckelem, Merweyden, Weerdenborch, Ammerade en Leydeborch, Johan van der Aa, vrijheer tot Bochoffen, ridder, en Lubbert Torck, heer tot Hemmert, ter andere zijde, maken huwelijksche voorwaarden tusschen Herman van Bronchorst en van Bathenborch en Peternelle van Praet, waarbij onder meer bepaald wordt, dat Herman na den dood van zijn ouders al hunne goederen zal erven, waaruit hij eenige uitkeeringen zal hebben te doen, terwijl Peternelle o.a. zal inbrengen landerijen in het kerspel van Berchambacht, ter Ameyde, in de heerlijkheid Noerdeloos, te Spijck, in het kerspel van Dy Willigen buiten Schoenhoven, in den polder genaamd Mijns Heeren Landt bij Dordrecht, alsmede de helft van het veer te Papendrecht en het huis te Cats in Zeelant.
Gedaen in den jair onss Heeren duysent vijffhondert und acht ind twyntich den negenden dach van de maendt van Junio naer tscriven van den Hove van Hollandt.
Oorspr. (Inv. nr. 13), met de zegels van den eersten oorkonder, den bruidegom, den zevenden oorkonder, de bruid en de overige oorkonders, met uitzondering van de zegels van den derden, den negenden en den Iaatsten oorkonder, welke verloren zijn. De zegels van den zevenden, achtsten, tienden oorkonder en van de bruid zijn in roode was; de overige zegels in groene was.
138 Wilhelm vann Bronckhorst en Battennborch, vrijheer tot Battennborch en Steinn, luitenant en overste-veldheer van den prins van Orangienn, gouverneur en kapitein-generaal van Doerdrecht (sic), maakt zijn testament, waarin hij o.a. bepaalt, dat zijne vrouw Erich, gravin van Manderscheidtt-Blanckenheim en Fernnenborch, zoolang hun zoon Hermen Dietherich leeft, het vruchtgebruik krijgt van al zijn goederen met uitzondering van het slot en de heerlijkheid Steinn, waarvan zijn moeder Pettronella van Pratt tot haar dood het vruchtgebruik zal hebben, terwijl hij voorts, voor het geval dat zijn zoon zonder wettige nakomelingen zou komen te overlijden, zijn bezittingen verdeelt onder zijn broeder Karller of diens zoon Wilhelm en zijne zuster Elisabett.
Gemackt unnd geschrieffenn in denn veldtlager vann sinne furstliche genaddenn den prince vann Orangienn, gelegenn zuu den doerpe vann Sassenn tusschenn die steddenn vann Leiddenn unnd Harlem zuu Hollanntt den twiedden dag Maertcie anno XVc drey unnd tseventich.
Opgenomen in den brief d.d. 1587 December 10 (zie Reg. nr. 141).
0376 Huis Batenburg
Inventaris
4. Regesten
138
Wilhelm vann Bronckhorst en Battennborch, vrijheer tot Battennborch en Steinn, luitenant en overste-veldheer van den prins van Orangienn, gouverneur en kapitein-generaal van Doerdrecht (sic), maakt zijn testament, waarin hij o.a. bepaalt, dat zijne vrouw Erich, gravin van Manderscheidtt-Blanckenheim en Fernnenborch, zoolang hun zoon Hermen Dietherich leeft, het vruchtgebruik krijgt van al zijn goederen met uitzondering van het slot en de heerlijkheid Steinn, waarvan zijn moeder Pettronella van Pratt tot haar dood het vruchtgebruik zal hebben, terwijl hij voorts, voor het geval dat zijn zoon zonder wettige nakomelingen zou komen te overlijden, zijn bezittingen verdeelt onder zijn broeder Karller of diens zoon Wilhelm en zijne zuster Elisabett.
Gemackt unnd geschrieffenn in denn veldtlager vann sinne furstliche genaddenn den prince vann Orangienn, gelegenn zuu den doerpe vann Sassenn tusschenn die steddenn vann Leiddenn unnd Harlem zuu Hollanntt den twiedden dag Maertcie anno XVc drey unnd tseventich.
Opgenomen in den brief d.d. 1587 December 10 (zie Reg. nr. 141).
Datering:
1573 Maart 2
Toegangsnummer:
0376 Huis Batenburg
Organisatie: Gelders Archief

Kenmerken

Datering:
1360-1809
Auteur:
D.P.M. Graswinckel
Categorie: