0124 Hof van Gelre en Zutphen ( Gelders Archief )
0124
Hof van Gelre en Zutphen
Inleiding
laatste wijziging 31-07-2024
21.034 beschreven archiefstukken
4.059 gedigitaliseerd
totaal 2.539.697 bestanden
Inventaris
III. Bescheiden van rechterlijke aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802 en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Rechtspleging in eerste aanleg
2. Civiele zaken
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
a. Sententiën, procesdossiers en verdere bescheiden
"Boek der aanspraken en antwoorden". Verzameling van de door partijen overgegeven aanspraken en antwoorden, 1736-1811. 23 banden en 4 pakken
N.B. Na de invoering van het Reglement tot verkorting der mondelinge pleidooien en verdere manier van procederen van 1736 april 24 (Van Loon, Groot Gelders Placaet Boeck, III, kol. 542) begon men ter griffie de door partijen ingediende aanspraken en antwoorden te verzamelen. Er bleven echter vele processtukken buiten de verzameling, zie inv.nrs. 5784-5977, 5982-5985 en 6000-6005. De 23 banden hebben een index, alfabetisch op de namen van de aanleggers. Voor de bij inv.nr. 6064 behorende kaart zie kaartenlijst no. 106.
N.B. Na de invoering van het Reglement tot verkorting der mondelinge pleidooien en verdere manier van procederen van 1736 april 24 (Van Loon, Groot Gelders Placaet Boeck, III, kol. 542) begon men ter griffie de door partijen ingediende aanspraken en antwoorden te verzamelen. Er bleven echter vele processtukken buiten de verzameling, zie inv.nrs. 5784-5977, 5982-5985 en 6000-6005. De 23 banden hebben een index, alfabetisch op de namen van de aanleggers. Voor de bij inv.nr. 6064 behorende kaart zie kaartenlijst no. 106.
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventaris
III. Bescheiden van rechterlijke aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802 en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Rechtspleging in eerste aanleg
2. Civiele zaken
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
a. Sententiën, procesdossiers en verdere bescheiden
"Boek der aanspraken en antwoorden". Verzameling van de door partijen overgegeven aanspraken en antwoorden, 1736-1811. 23 banden en 4 pakken
N.B. Na de invoering van het Reglement tot verkorting der mondelinge pleidooien en verdere manier van procederen van 1736 april 24 (Van Loon, Groot Gelders Placaet Boeck, III, kol. 542) begon men ter griffie de door partijen ingediende aanspraken en antwoorden te verzamelen. Er bleven echter vele processtukken buiten de verzameling, zie inv.nrs. 5784-5977, 5982-5985 en 6000-6005. De 23 banden hebben een index, alfabetisch op de namen van de aanleggers. Voor de bij inv.nr. 6064 behorende kaart zie kaartenlijst no. 106.
N.B. Na de invoering van het Reglement tot verkorting der mondelinge pleidooien en verdere manier van procederen van 1736 april 24 (Van Loon, Groot Gelders Placaet Boeck, III, kol. 542) begon men ter griffie de door partijen ingediende aanspraken en antwoorden te verzamelen. Er bleven echter vele processtukken buiten de verzameling, zie inv.nrs. 5784-5977, 5982-5985 en 6000-6005. De 23 banden hebben een index, alfabetisch op de namen van de aanleggers. Voor de bij inv.nr. 6064 behorende kaart zie kaartenlijst no. 106.
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 07-08-2020
28 gedigitaliseerd
totaal 23.360 bestanden
laatste wijziging 31-07-2024
21.034 beschreven archiefstukken
4.059 gedigitaliseerd
totaal 2.539.697 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1425) 1543-1811 (1902)
Auteur:
A.J. Maris, H.L. Driessen/F. Keverling Buisman (Album advocatorum)/K.J.W. Peeneman
laatste wijziging 31-07-2024
21.034 beschreven archiefstukken
4.059 gedigitaliseerd
totaal 2.539.697 bestanden