Uw zoekacties: Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen

0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0001   Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inleiding
1. Auteursrechten en andere rechten
2. Openbaarheid en citeren
3. Archief en inventarisatie
4. Verkort aangehaalde literatuur en bronnenuitgaven
5. Genealogisch overzicht
laatste wijziging 26-03-2024
13.225 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden
Inventaris
1. Graven van Zutphen
2. Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen
3. Rechten en bezittingen
4. Financieel beheer
5. Inventarissen en andere stukken betreffende het beheer van het archief
6. Stukken niet behorend tot dit archief of waarvan het verband met dit archief onduidelijk is
7. Niet bewaard gebleven charters
N.B. In de loop van de tijd zijn zeer veel archiefbescheiden uit de Gelderse landsheerlijke archieven verloren gegaan, deels al tijdens de landsheerlijke periode, deels daarna, tot aan het begin van het moderne archiefwezen in de negentiende eeuw en zelfs ook nog tijdens die periode (vgl. inv.nr. 5270 met regesten).
In de door G. van Hasselt, I.A. Nijhoff en hun opvolgers vervaardigde beschrijving van de Charterverzameling (bekend onder nr. 0243, zie inv.nrs. 5296 e.v.), is een aantal nummers opgenomen behorend tot het archief van de graven en hertogen dat tegenwoordig ontbreekt. Dit betreft vooral charters die ter hand gesteld waren aan P. Bondam, maar niet zijn teruggekeerd. Zij zijn hieronder gespecificeerd.
Daarnaast zijn in het Koninklijk Huisarchief twee inventarissen van archivalia uit het Gelderse hertogelijke archiefdepot in het kasteel te Buren bewaard gebleven. De daarin beschreven stukken zijn over het algemeen verloren gegaan. Voor regesten van deze deperdita zie inv.nr. 5270.
8. Appendix. Inventarisatie sinds de 19e eeuw
8.1. Inventarissen, nadere toegangen en andere beschrijvingen
8.1.01. Algemeen
8.1.02. Oud archiefblok 0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
N.B. Zie ook GldA, 0648 P. Bondam en 1185 I.A. en P. Nijhoff.
8.1.03. Oud archiefblok 0236 Aanwinst Buren 1884
Th.H.F. van Riemsdijk, Beschrijving van stukken afkomstig van het kasteel te Buren behorend tot het archief der graven en hertogen van Gelre
R. Wartena, Overzicht van de stukken uit het archiefdepot in het kasteel te Buren, die tot het Gelderse hertogelijke archief kunnen behoren, voor zover uitgegeven door het Historisch Genootschap te Utrecht 2 delen
N.B. Getypt op fiches; fotokopie van chronologisch geplaatste serie en van de uitgegeven stukken, eveneens chronologisch geplaatst (onvoltooid).
Oude beschrijvingen van archivalia uit het Gelderse hertogelijke archiefdepot in het kasteel te Buren, meestal deperdita, naar de inventarissen in het Koninklijk Huisarchief
N.B. Deze inventarissen betreffen: HaKV, B 09 Huis Oranje-Nassau, acta en retroacta, inv.nrs. 31 en 32. Ze zijn opgesteld voor 1611 (zie A.P. van Schilfgaarde, Inventarissen van het hertogelijk Gelderse archiefdepot te Buren, Nederlands Archievenblad 58 (1953-1954) 111-113).
5269 P.J. Meij, Oude beschrijvingen met herbeschrijvingen, z.j. 1 deel
N.B. Betreft stukken die bewaard zijn gebleven en zich die zich op het moment van beschrijven in het Rijksarchief te Den Haag bevonden; zij zijn verwerkt in de huidige inventaris.
5270 R. Wartena (bew.), z.j. Fiches
N.B. Betreft stukken die verloren zijn gegaan. Zij zijn opgenomen in de regesten hieronder. Daarbij wordt verwezen naar HaKV, B 09 Huis Oranje-Nassau, acta en retroacta, inv.nr. 31. Waar mogelijk zijn de regesten aangevuld met behulp van andere bronnen. Naast de bescheiden die in regestvorm zijn weergegeven, bevat inv.nr. 31 nog de volgende summiere beschrijvingen:
Een rol betreffende de jurisdictie van de heer van Bergh (nr. 150); stukken betreffende de grens tussen de heerlijkheid Bergh en de stad Emmerik (nr. 518), een verbod tot houtkap in het Land van Zutphen (nr. 167), een verklaring over eigenlieden te Groenlo (tussen nrs. 197 en 198), kwitanties van Dirk, graaf van Kleef, Irmgard en Elisabeth van Berg, Hendrik van Waldeck, proost van Emmerik en van 'comitis Luttenielibonae' (nr. 321), kwitanties van de heer van Batenburg (4, nr. 322), Meeus van der Heyde (5, nr. 323), van de stad Nijmegen (7, nr. 324), van de stad Arnhem (3, nr. 325), van de stad Zutphen (3, nr. 326), van de stad Doesburg (1, nr. 327), van Geerolf Sadel (2, nr. 328), van Peter van Afferden (1, nr. 329), particuliere rentebrieven en overeenkomsten (nrs. 233 en 296), kwitanties (nrs. 298, 316, 330, 383, 459, 473 en 541), oorlogscommissies (nr. 314), oorlogsverklaringen (nr. 315), brieven (nrs. 398 en 515),
Records 1 t/m 100
Records 101 t/m 200
Records 201 t/m 300
5270.1-0300 Heer Johan van Meurs verklaart dat als hertog Eduard hem de verschuldigde 35.364 oude gouden schilden heeft voldaan, dat hij hem dan de tol en het tolhuis geheten te Tragelen onder Lobith zal teruggeven en dat hij hetzelfde zal doen ten aanzien van Millen, Gangelt en Waldfeucht.
5270.1-0301 Godfried van Loon verklaart door hertog Eduard beleend te zijn met de burcht te Heinsberg c.a. en met die te Geilenkirchen c.a. alsmede met Dalenburch (Daelenbroeck) als open huis.
5270.1-0302 Hertog Eduard maakt Johan van Broekhuizen tot zijn erfkamerling en beleend hem met de Ossenweert te Lobith.
5270.1-0303 Hertog Eduard bevestigt het bondgenootschap met gezanten namens zijn oom Eduard, koning van Engeland gesloten tegen (Karel V), koning van Frankrijk.
5270.1-0304 Heer Willem van Brederode, Reinoud van Brederode, heer van Gennep en Wouter van Lynden verklaren borg te staan voor de lijftocht van 62 pond door heer Hendrik van Vlaanderen gegeven aan zijn vrouw Philippina van Valkenburg.
5270.1-0305 Heer Johan van Meurs verklaart op verzoek van hertog Eduard de pandschap van burcht, stad en ambt Gelre c.a. over te geven aan heer Hendrik van Steenbergen, proost van Zutphen, Peter van Steenbergen en Arend vander Lawick.
5270.1-0306 Hendrik van Homoet belooft hertog Eduard met vrienden en magen bij klokslag van Over- en Nederbetuwe naar het huis te Hemmen te komen, dat van Steven van Lynden was.
5270.1-0307 Willem II, hertog van Gulik, als voogd van zijn zoon, hertog van Gelre, draagt Gerard van Leyenburg op om huis en tol te Lobth te bewaren.
5270.1-0308 Dirk Brugge draagt met zijn vrouw een stuk land, de Kutsenwal c.a., gelegen waar de steenpoort stond te Grave langs de Maas, op ten behoeve Kerstiaan Meerlant.
5270.1-0309 Willem II, hertog van Gulik, geeft namens zijn zoon Willem, hertog van Gelre, kwijting aan Gerard van Leyenburg voor de door deze gedane rekening en verantwoording van de tol te Lobith.
5270.1-0310 Arnold van Hoemen bevestigt de opdracht van hertog (Willem I) aan hem tot het uitoefenen van het ambt van buggraaf en richter van Nijmegen, dat hij zal behouden tot hem 2000 oude schilden zijn terugbetaald.
5270.1-0311 Hertog Willem I verklaart van Arnold van Hoemen de betaling te hebben ontvangen voor aan deze verkocht hout uit het Rijkswald.
5270.1-0312 Hertog Willem I beleent Herman van Eyll met 60 oude schilden per jaar uit de tol te Nijmegen voor bewezen diensten.
5270.1-0313 Allard van Bandricht (Maudericht) draagt het huis te Vaudericht (Varik) op aan hertog (Willem I) en ontvangt het van hem in leen.
5270.1-0314 Heer Reinoud, heer van Brederode en Gennep verklaart hertog (Willem I) en diens borgen schadeloos te zullen stellen voor de 33.000 oude schilden te betalen aan hertogin Mechteld, gravin van Blois.
5270.1-0315 Reinoud, heer van Brederode en Gennep, belooft samen met Willem van Brederode dat hij bij hertog Willem I de komende vier jaar geen aanspraak zal maken op het Land van Valkenburg.
5270.1-0316 Hertogin Mechteld en haar echtgenoot Jan, graaf van Blois verzoenen zich met heer Reinoud, heer van Brederode en Gennep.
5270.1-0317 (Hertog Willem I ?) verklaart dat Hackfort geen leen is van Gelre, al heeft heer Jacob van Hackfort het huis ter bescherming onder gezag van de hertog gebracht.
5270.1-0318 Steven van Zuylen bevestigt dat hertog Willem I de tienden en het dagelijks gerecht van Hoevelaken voor 1500 oude schilden kan lossen.
5270.1-0319 Hertogin Mechteld verklaart 4000 oude schilden schuldig te zijn aan Willem van Stralen, haar kok, vanwege verteringen en door hem afgerekende kosten.
5270.1-0320 Hertog Willem I en (zijn echtgenote) Catharina (van Holland) bevestigen het landrecht van het Land van de Niers, aan beide zijden van de Maas opwaarts, met uitzondering van de landen van Montfort en Erkelenz.
5270.1-0321 Heer Jan van Culemborg erkent de hoeven te Elden, Valburg, Balveren, de waard buitendijks te Dodewaard en een hof te Andel van hertog (Willem I) in leen te houden, dat deze lenen aan de hertog terugkeren als hij overlijdt zonder kinderen en dat hij deze niet mag bezwaren of vervreemden.
5270.1-0322 Hertog Willem I en Frederik, aartsbisschop van Keulen sluiten een overeenkomst betreffende de beëdiging van scheidslieden ter beëindiging van verschillende geschillen.
5270.1-0323 Heer Gijsbrecht van Bronckhorst verklaart zijn huis te Lichtenvoorde nooit te zullen gebruiken tegen hertog Willem I en hertogin Catharina, het als open huis te beheren en het niet aan anderen over te dragen voordat hij het aan de hertog en hertogin heeft aangeboden.
5270.1-0324 Hertog Willem I beleent heer Gijsbrecht van Bronckhorst met het huis en enige landen te Hoevelaken.
5270.1-0325 Heer Willem, heer van Horn en Altena, draagt een jaarlijkse rente van 15 oude schilden op een visserij genaamd de Koeckoeck, tegen Schaggennesse Horns leen, over op Herbaren van Riede.
5270.1-0326 Hertog Willem I verklaart dat hij zich met instemming van zijn gemene raad en een deel van zijn 'vrienden' verzoend heeft met stad en burgers van Amersfoort, onder verschillende voorwaarden: betreffende overleg inzake de punten van onenigheid tussen hem en genoemde stad, de Amersfoortse handel in het gebied van Gelre c.a., de betaling van tollen door Amersfoorters aldaar, de beslaglegging op goederen van Amersfoorters binnen het hertogelijk gebied, asielverlening in het hertogdom aan personen uit Amersfoort wegens 'ondaad' of andere misdrijven uitgekweken, de bouw van versterkte huizen op de Veluwe niet dichterbij dan 1 mijl van van Amersfoort, bescherming van goederen van Amersfoortse burgers binnen het hertogdom ingeval van oorlog tussen de bisschop en Amersfoort, de jurisdictie over burgers van Amersfoort en onderzaten van de hetog inzake vechtpartijen e.d. in de wederzijdse gebieden, het tappen van Amersfoorts hoppenbier op Gelders gebied en de accijnzen daar op dit product, alsmede de beperkingen waaraan de hertog is gebonden, als hij de vijandelijkheden met Amersfoort wil hervatten.
5270.1-0327 Hendrik, bisschop van Münster en hertog Willem I sluiten een vredesverdrag voor vier jaar.
5270.1-0328 Gerard, heer van Alpen, verklaart leenman te zijn geworden van hertog Willem I en stelt zijn huis en stad Alpen aan hem beschikbaar, maar niet om te gebruiken tegen de aartsbisschop van Keulen, de graaf van Kleef, Gumprecht, voogd van Keulen en zijn broeder, Rutger, heer van Gorstorp (Garsdorf), waarvoor hij een jaarlijkse rente van 1 oude schild in leen ontvangt gevestigd op het Land van Gelre.
5270.1-0329 Rutger van Renwiic (Randwijck) verklaart dat de berechting van doodslagen in zijn gerecht van Doornik door hem samen met de hertog of diens ambtman van Overbetuwe zal geschieden en dat de helft van de daaraan gerelateerde boeten voor de hertog zal zijn.
5270.1-0330 (Frederik), aartsbisschop van Keulen en hertog Willem I sluiten een overeenkomst betreffende lenen die onder het recht van Keulen ressorteren.
5270.1-0331 Reinoud van Brederode verklaart het huis te Gennep in leen te houden van de hertog van Gelre, daarvoor leenhulde te hebben gedaan en geeft tolvrijheid in de heerlijkheid Gennep aldaar aan de Geldersen, met uitzondering van de markttol.
5270.1-0332 Vidimus van de akte genoemd in regest 5270.1-0331.
5270.1-0333 (Hertog Willem I) beleent Dirk Doys van Lolle (Loele) met het goed Ter Borch onder Beinum in het kerspel Doesburg.
5270.1-0334 Hertog Willem I en Adolf, graaf van Kleef, komen overeen de wederzijdse vorderingen van hun voorouders vijf jaar te laten rusten, vrij verkeer toe te staan van elkaars onderdanen, het huis van Afferden toe te wijzen aan laatstgenoemde en een beslissing in andere zaken over te laten aan scheidslieden.
5270.1-0335 Frederik, aartsbisschop van Keulen en hertog Willem I en hertogin Maria sluiten een verbond tot onderlinge bescherming van hun landen.
5270.1-0336 Simon van Berentvelde erkent de 5000 gulden ontvangen te hebben die hertog (Willem I) hem verschuldigd was voor het beheer van het huis te Bredevoort.
5270.1-0337 Gerard van Witze verklaart dat hij met zijn vrienden hertog Willem I geen schade had toegebracht, maar dat dit was gebeurd voor hij erbij was gekomen.
5270.1-0338 Wladislaus II, koning van Polen, geeft hertog Willem I vrijgeleide in zijn landen.
5270.1-0339 Wladislaus II, koning van Polen, doet uitspraak in een kwestie tussen hertog Willem I en Engelbert van den Welde (Ekhard van dem Wolde) c.s..
5270.1-0340 Arnold, heer van Wachtendonk, verklaart huis, stad en heerlijkheid Wachtendonk in leen ontvang te hebben van hertog Willem I.
5270.1-0341 Jan de Cock draagt voor schepenen van Zuilichem hertog Willem I een huis en hofstad c.a. over onder Delwijnen, tussen de gemene straat en de heer van Poederoijen.
5270.1-0342 Schepenen van Klein-Waspik verklaren dat Jan van Polanen, heer van de Lek en Breda en ambachtsheer van Klein-Waspik namens de graaf van Holland 52 hoeven moerland heeft overgedragen aan de koper ervan, de heer van Drongelen.
5270.1-0343 De heren van Vianen en Ameide enerzijds en de heer van Arkel anderzijds, verklaren zich te zullen houden aan een uitspraak die de hertog van Gelre en de graaf van Holland zullen doen in hun geschillen.
5270.1-0344 Floris (van Wevelinkhoven), bisschop van Utrecht verklaart hertog Willem I te hebben gekozen tot beschermer vopor zijn landen Salland en Twente, op voorwaarde dat zij gezamenlijk de ambtenaren aanstellen.
5270.1-0345 Floris (van Wevelinkhoven), bisschop van Utrecht en hertog Willem I sluiten een overeenkomst betreffende het bestuur van Salland.
5270.1-0346 Floris (van Wevelinkhoven), bisschop van Utrecht verklaart hertog Willem I te zullen steunen bij zijn verzoeken aan de paus om, met instemming van de bisschop, administrator van het sticht Utrecht te worden.
5270.1-0347 Edelen en steden van Gelre bevestigen de overeenkomst tussen hertog Willem I en graaf Adolf, graaf van Kleef betreffende hetgeen de hertog aan de laatste schuldig is.
5270.1-0348 Otto van Hoya, elect van Münster en hertog Willem komen overeen elkaar na verzoek binnen 14 dagen bij te staan tegen allen die onderdanen van de hertog gevangen hebben genomen in de kerk te Zeelem (Zelhem).
5270.1-0349 De stad Aken verklaart hertog Willem I bij te zullen staan.
5270.1-0350 Jan van Alpen, heer van Honepel (Hönnepel), stelt zijn huis te Honepel als pand beschikbaar aan hertog Willem I, die hem 200 gulden heeft geleend en verklaard zich daarbij te zullen houden aan de voorwaarden opgesteld door Dirk van Wisch, heer van Terborg en Jan van Wyenhorst.
5270.1-0351 Richard II, koning van Engeland neemt hertog Willem I aan als leenman en geeft hem levenslang een rente uit Biflete (Byfleet, Surrey) c.a.,
5270.1-0352 Dirk Tydemansz. draagt ten overstaan van leenmannen van Arkel 4,5 morgen leenland onder Ameide op aan heer Otto van Arkel.
5270.1-0353 Johan van Hontseler geheten van den Velde bevestigt dat hij hertog Willem I of diens erven de burcht, de voorburcht en het drost- en sluiterambt van Gelre zal overgeven, dat hij voor 1500 oude schilden in pand heeft.
5270.1-0354 Johan, graaf van Loon, erkent van hertog (Willem I) burcht en stad Heinsberg in leen te houden.
5270.1-0355 Reinoud II, heer van Schoenvorst (Schönforst) en Zichem en hertog Willem I sluiten een overeenkomst betreffende de vrijlating van Reinoud, broer van de hertog, waarvoor eerstgenoemde gedurende 6 jaar Stein met zijn dorpen c.s. zal gebruiken tot het bedrag van 6000 gulden zal zijn voldaan.
5270.1-0356 Maria, hertogin van Gulik en Gelre, moeder van hertog Willem I draagt alle ambtlieden op om de sloten en ambtshuizen voor deze te bewaren.
5270.1-0357 Hertog Willem I verklaart door zijn broer Reinoud voldaan te zijn voor de betaling die deze aan Reinoud van Schoenvorst (Schönforst) had gedaan tot diens vrijkoping uit gevangenschap.
5270.1-0358 Hertog Willem I verstrekt de lombarden te Aken, Gulik, Düren en Aldenhoven een obligatie voor hierbij niet nader gespecificeerde schulden.
5270.1-0359 Roelof Jansz., burgemeester te Nijmegen, aanvaardt het door hertog Willem I aan hem opgedragen burggraafschap van Nijmegen met het amtmanschap in het Rijk van Nijmegen, waarbij als voorwaarde gelden een borgstelling voor 3000 oude schilden en de jaarlijkse betaling van 250 oude schilden voor de boeten.
5270.1-0360 Hendrik van Jockeren belooft huis en burcht Honipell (Hönnepel) dat Jan van Alpen verpand heeft aan hertog (Willem I) ten behoeve van de laatste te bewaren.
5270.1-0361 Jan van Alpen belooft zijn huis te Honepoel (Hönnepel) niet te zullen verpanden of vervreemden zonder toestemming van hertog (Willlem I).
5270.1-0362 Jan van Alpen verklaart dat hij van Albert van Eyll namens hertog Willem I 600 gulden heeft ontvangen voor de belening met Honepoel (Hönnepel).
5270.1-0363 Heyn Wickenoert draagt ter belening van Willem, ambachtsheer van Beusichem, de heer van Arkel 10 gaarden land te Sprang op, strekkend van de ene dijk tot de andere, tussen Heyn Loer aan de oostzijde en Bordijn Laurensz. aan de westzijde.
5270.1-0364 Johan van Cortenharn geheten Calthooft verklaart van hertog (Willem I) de tuin en andere goederen van Wesenthorst in pand te hebben genomen tegen 500 oude schilden en 29 mouttons.
5270.1-0365 Jan van Herlaer erkent huis en heerlijkheid Poederoijen in leen te houden van de hertog van Gelre.
5270.1-0366 Hertog Willem I verklaart dat als Jan van Alpen de 1000 gulden terugbetaalt, hij hem huis en hof te Hanepoel (Hönnepel) dat deze aan hem had verpand, zal teruggeven.
5270.1-0367 Nicolaas Thomas, legger (Lieger) te Brugge van de Grootschaffer (Grossschäffer) van Marënborg in Pruisen, verklaart in de stad Dordrecht 6000 gouden Engelse nobel, verschuldigd door de hertog van Gelre aan hoogmeester en orde te Pruisen, ontvangen te hebben van Jacob Walen Jansz., kamerling van de hertog van Gelre en Hendrik Ottenz. van Malborch, burger van Dordrecht.
5270.1-0368 Simon, jonggraaf van Salm, verklaart dat hij de stad Susteren niet zal verpanden of vervreemden voordat scheidslieden uitspraak hebben gedaan in de kwestie die tussen hem en hertog Willem is gerezen.
5270.1-0369 Jan van Alpen verpandt zijn burcht met voorburcht Hanepoel (Hönnepel) aan hertog (Willem I).
5270.1-0370 Albrecht van Beieren, graaf van Holland, verklaart van heer Jan van Drongelen 2291 pond 7 schelling 3 penning ontvangen te hebben voor de verkoop aan deze van 52 hoeven moerland onder Klein-Waspik.
5270.1-0371 Hendrik van Monster verklaart van hertog (Willem I) 25 oude gouden schilden in leen te houden uit de tol te Lobith.
5270.1-0372 Heer Jan van Drongelen, heer van Eethen en Meeuwen verkoopt heer Jan van Arkel 45 hoeven moerland boven Klein-Waspik en Nederveen, strekkend tot de dijk van de Oude Maas.
5270.1-0373 Heer Willem van Boxtel doet afstand van zijn rechten op het moerland achter Klein-Waspik dat zijn zwager heer Jan van Drongelen, heer van Eethen en Meeuwen, verkocht had aan heer (Jan) van Arkel ten behoeve van het Land van Mechelen.
5270.1-0374 De Minderbroeders te Harderwijk beloven een wekelijkse mis te zullen opdragen voor hertog Willem I als dankzegging voor de stichting van hun klooster door deze.
5270.1-0375 Paulus Mathijsz. en Willem Paulusz. verklaren ten behoeve van de heer van Arkel borg te staan voor Willem Gerritsz. inzake de voldoening (van de koopsom) van een zate land in het kerspel Bleiswijk, belend aan de oostzijde Coppijn Roede, aan de westzijde Gijsbrecht Coppijn Roedenz.
5270.1-0376 Wolfert van Cuulenborch, Jan Doelme en Gijsbert van Est, schepenen van Tiel, verklaren dat de molen en het gemaal te Herwijnen voor de helft aan hertog Willem I toebehoort.
5270.1-0377 Lodewijk, hertog van Orléans en hertog Willem I sluiten een verdrag tot het bijstaan van de koning van Frankrijk tegen de Engelsen en anderen.
5270.1-0378 Mechteld van Bommel, weduwe van Jan van den Velde, ridder, doet afstand van haar recht op 2000 oude schilden waarvoor hertog Willem I het gerecht van Straelen en de molen te Nersdom (Niersdonk, tegenwoordig Asselt, onder Nieukerk) en de eigen lieden in het land van Kempen aan wijlen haar man had verpand.
5270.1-0379 N.N. verleent volmacht aan deken, kapittel en kerk van Sint-Paulus te Veersdeeck (?).
5270.1-0380 Heer Jan van Arkel en Arend, heer van Leyenburg doen uitspraak in de geschillen die bestonden tussen Otto van Heukelom en Willem en Otto van Gellinchem betreffende het recht ten aanzien van de kerk van Gellinchem.
5270.1-0381 De provisor van de kerk van Buren verklaart de begunstiging door hertog Willem I ontvangen te hebben.
5270.1-0382 Gumprecht, voogd van Keulen, maakt hertog Reinoud IV zijn huis en zijn stad Alpen tot open huis - maar niet te gebruiken tegen de aartsbisschop van Keulen, de graaf van Kleef of zijn broer Rutger van Alpen, heer van Garstorp (Garsdorf), waarvoor hij een renteleen van 50 oude schilden per jaar uit het Land van Gelre ontvangt.
5270.1-0383 Hertog Reinoud IV verplicht zich Adolf, graaf van Kleef, 80.000 oude schilden te betalen als losgeld voor zijn vrijlating door deze en geeft hem als garantie het pandbezit van de tol te Lobith en de dorpen Herwen en Aerdt. Gecancelleerd.
5270.1-0384 Zweder van Vorne (Vianen) verklaart Den Oord onder Houten, Utrecht, in leen te houden van de hertog van Gelre.
5270.1-0385 Allard Scade en zijn broer verstrekken (Jan), heer van Arkel een obligatie ter voldoening van hetgeen heer Otto van Buren en heer Otto en Wouter Covoet van Boneval (Coevoet van Bonendael) aan de heren van het Domkapittel te Utrecht hadden beloofd en waarvoor de heer van Arkel borg had gestaan.
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Inventaris
8. Appendix. Inventarisatie sinds de 19e eeuw
8.1. Inventarissen, nadere toegangen en andere beschrijvingen
8.1.03. Oud archiefblok 0236 Aanwinst Buren 1884

Oude beschrijvingen van archivalia uit het Gelderse hertogelijke archiefdepot in het kasteel te Buren, meestal deperdita, naar de inventarissen in het Koninklijk Huisarchief
N.B. Deze inventarissen betreffen: HaKV, B 09 Huis Oranje-Nassau, acta en retroacta, inv.nrs. 31 en 32. Ze zijn opgesteld voor 1611 (zie A.P. van Schilfgaarde, Inventarissen van het hertogelijk Gelderse archiefdepot te Buren, Nederlands Archievenblad 58 (1953-1954) 111-113).
5270 R. Wartena (bew.), z.j. Fiches
N.B. Betreft stukken die verloren zijn gegaan. Zij zijn opgenomen in de regesten hieronder. Daarbij wordt verwezen naar HaKV, B 09 Huis Oranje-Nassau, acta en retroacta, inv.nr. 31. Waar mogelijk zijn de regesten aangevuld met behulp van andere bronnen. Naast de bescheiden die in regestvorm zijn weergegeven, bevat inv.nr. 31 nog de volgende summiere beschrijvingen:
Een rol betreffende de jurisdictie van de heer van Bergh (nr. 150); stukken betreffende de grens tussen de heerlijkheid Bergh en de stad Emmerik (nr. 518), een verbod tot houtkap in het Land van Zutphen (nr. 167), een verklaring over eigenlieden te Groenlo (tussen nrs. 197 en 198), kwitanties van Dirk, graaf van Kleef, Irmgard en Elisabeth van Berg, Hendrik van Waldeck, proost van Emmerik en van 'comitis Luttenielibonae' (nr. 321), kwitanties van de heer van Batenburg (4, nr. 322), Meeus van der Heyde (5, nr. 323), van de stad Nijmegen (7, nr. 324), van de stad Arnhem (3, nr. 325), van de stad Zutphen (3, nr. 326), van de stad Doesburg (1, nr. 327), van Geerolf Sadel (2, nr. 328), van Peter van Afferden (1, nr. 329), particuliere rentebrieven en overeenkomsten (nrs. 233 en 296), kwitanties (nrs. 298, 316, 330, 383, 459, 473 en 541), oorlogscommissies (nr. 314), oorlogsverklaringen (nr. 315), brieven (nrs. 398 en 515),
5270.1-0385
Allard Scade en zijn broer verstrekken (Jan), heer van Arkel een obligatie ter voldoening van hetgeen heer Otto van Buren en heer Otto en Wouter Covoet van Boneval (Coevoet van Bonendael) aan de heren van het Domkapittel te Utrecht hadden beloofd en waarvoor de heer van Arkel borg had gestaan.
Datering:
1404 juni 9
NB:
Regest: HaKVC, inv.nr. 31 nr. 93, aangevuld met nr. 32. Origineel niet meer voorhanden.
Toegangsnummer:
0001 Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 25-03-2024
5270.1-0386 Hertog Reinoud IV verpandt zijn huis en stad Brüggen op zekere voorwaarden aan Frederik, graaf van Meurs voor 17.000 florijnen.
5270.1-0387 Heer Hendrik van Zevenbergen, bastaard, verklaart heer Jan van Arkel te zullen bijstaan.
5270.1-0388 Gerlach Werembols, pastoor te Hattem, bevestigt voor zichzelf en zijn opvolgers dat hertog Reinoud IV een dagelijkse mis heeft gefundeerd op het slot aldaar, waarvoor 6 malder rogge ontvangen zal worden.
5270.1-0389 Heer Hubrecht van Culemborg verklaart 2500 oude Franse schilden ontvangen te hebben van hertog (Reinoud IV) in mindering van wat hij tegoed had van Zaltbommel, Bommelerwaard, Tielerwaard, Beesd, Rhenoy en Heerewaarden.
5270.1-0390 Hertog (Reinoud IV) verpandt de gruit van Gelre voor twaalf jaar.
5270.1-0391 Peete Ottenz. en Peter Jansz. verklaren heer Jan van Arkel 12 Engelse nobel schuldig te zijn.
5270.1-0392 Arent de Joede draagt voor schepenen van Tuil heer Jan van Arkel een hofstad c.a. met 2 morgen land daarbij over, gelegen aldaar, strekkend van de straat tot de Middelsloot, tussen het land van Otto Joede en Arend Gerritsz.
5270.1-0393 (Hertog Reinoud IV) geeft een dijkrecht aan de Tielerwaard.
5270.1-0394 Wouter van Lennep draagt het Hessensche goed (Ulenpas) te Didam (onder Loil) op aan hertog (Reinoud IV), met uitzondering van 6 morgen land, en ontvangt het van deze in leen.
5270.1-0395 Frederik van Ulft verklaart zijn huis te Ulft van hertog Reinoud IV in leen ontvangen te hebben en dit als open huis voor deze te zullen houden.
5270.1-0396 Adolf, graaf van Kleef verklaart hertog Reinoud IV niet meer te zullen houden aan diens oorvede (verklaring van afzwering van vijandschap).
5270.1-0397 Adolf van Wylaick, ambtman in de Netter, zweert het verbond tussen hertog Reinoud IV, Adolf, graaf van Kleef en Mark en (Willem van Arkel) gesloten, te onderhouden.
5270.1-0398 Jan van Wye verklaart dat hertog Reinoud IV hem de hof te Mallant die hij van deze in leen hield, ten vrij eigen heeft gegeven ten behoeve van Hendrik, heer van Wisch en dat hij daarom aan de hertog het goed Nemenre Homoet te Herveld onder Overbetuwe heeft opgedragen, groot 75 morgen land, op 7 morgen na zijn allodiaal bezit, en dit van deze in leen heeft ontvangen.
5270.1-0399 Wouter van Doornick bevestigt dat indien hij in het gelijk wordt gesteld in zijn proces tegen heer Robert van Wisch, proost te Elst inzake het leen van Doorwerth, dat hij dan dit leen aan hertog Reinouid IV in eigerndom zou geven in ruil voor 50 morgen land, deels gelegen te Huissen, deels te Bercheren (Bergerden) en deels te Bemmel.
Records 401 t/m 500
Records 501 t/m 545
5271 Staat van de charters in de nummervolgorde van de originele inventarissen Buren in het Koninklijk Huisarchief, z.j 1 omslag
N.B. Typoscript. Bevat per charter nummer en datum. i
5272 P.J. Meij, Beschrijvingen van de rekeningen afkomstig uit Buren en daaruit naar Varia verplaatste stukken, z.j. 1 deel
N.B. Handschrift. Verwerkt in de huidige inventaris.
5273 M. van Driel, Aantekeningen betreffende verschillende rekeningen, z.j. 1 omslag
N.B. Betreft inv.nrs. 52-55, 2828, 2832, 2909, 3053-3054, 3056-3058, 3060, 3094, 3096, 3118, 3127, 3336, 3388, 3529, 3567, 3762-3767, 3770-3771, 3894-3895, 3976, 4006, 4027, 4205, 5048-5049 en 5052. i
8.1.04. Oud archiefblok 0237 Aanwinsten Buren 1927-1960
8.1.05. Oud archiefblok 0238 Aanwinsten 1940-1977
8.1.06. Oud archiefblok 0239 Charters München
8.1.07. Oud archiefblok 0240 Archief Hertogin Mechteld
8.1.08. Oud archiefblok 0241 Varia
N.B. Voor een beschrijving van de betreffende stukken zie GldA, 3246 Moederexemplaren archieftoegangen, 0241.
8.1.09. Oud archiefblok 0242 Oostenrijkse stukken, aanwinst 1892
N.B. Voor een beschrijving van de betreffende stukken zie GldA, 3246 Moederexemplaren archieftoegangen, 0242.
8.1.10. Oud archiefblok 0243 Charterverzameling
8.2. Concordanties
8.3. Transcripties
8.4. Elders berustende archivalia betreffende Gelre
9. Concordansen
laatste wijziging 26-03-2024
13.225 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden

Kenmerken

Datering:
(969) 1107-1543 (2020)
Auteur:
I.A. Nijhoff, A.H. Martens van Sevenhoven, P.J. Meij, A.H. Jenniskens, J. den Draak, M. van Driel, red. F.J.W. van Kan
Categorie:
laatste wijziging 26-03-2024
13.225 beschreven archiefstukken
5.243 gedigitaliseerd
totaal 117.690 bestanden