Uw zoekacties: Gewestelijk Arbeidsbureau Ede

3082 Gewestelijk Arbeidsbureau Ede ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
Aanwijzingen voor het gebruk
Geschiedenis van het archiefvormend orgaan
Het Gewestelijk Arbeidsbureau (GAB) 1940 - 1984, Arbeidsbureau Nieuwe Stijl (ANS) (1973) 1984 - 1990 en de Arbeidsvoorzieningsorganisatie 1991 - heden
3082 Gewestelijk Arbeidsbureau Ede
Inleiding
Geschiedenis van het archiefvormend orgaan
Het Gewestelijk Arbeidsbureau (GAB) 1940 - 1984, Arbeidsbureau Nieuwe Stijl (ANS) (1973) 1984 - 1990 en de Arbeidsvoorzieningsorganisatie 1991 - heden
Organisatie: Gelders Archief
Het ontslagrecht in Nederland onderscheidt zich van dat in de landen om ons heen, doordat het beëindigen van een dienstbetrekking, of ruimer gesteld van een arbeidsverhouding, in het algemeen afhankelijk is gesteld van de toestemming van de directeur van het GAB. Het Nederlandse ontslagrecht rust in hoofdzaak op twee pijlers, de regeling van het ontslagrecht in het Burgerlijk Wetboek en de regeling van het zogeheten ontslagverbod in het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945.
Bij een verzoek om een ontslagvergunning voor een (langdurig) zieke moesten directeuren van GAB’s de belangen afwegen van zowel de arbeidsongeschikte werknemer als het bedrijf *  . Hierbij werden zij geadviseerd door de Gemeenschappelijke Medische Dienst (GMD). Eén en ander was neergelegd in art. 11 van het Besluit tot uitvoering van art. 6 derde en vierde lid van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stcrt. 1990, 252).
Tussen 1945 (effectief 1947) en 1950 waren de arbeidsbureaus tevens belast met de looncontrole in het bouwbedrijf, de kunstnijverheid en de installatiebedrijven.
Het GAB adviseerde de minister over de wachtgeldregelingen van kort na de Tweede Wereldoorlog. De Wachtgeldregeling 1946 (Stcrt. 1945, 131), een Rijkssubsidie, waarbij de lokale bemoeienis met de wachtgeldregelingen van de gemeenten aan de GAB’s werd overgedragen. De subsidie (tot 50% van de kosten) werd verstrekt aan ondernemingen, maar kon ook aan een door een aantal ondernemingen samen opgericht wachtgeldfonds met rechtspersoonlijkheid worden uitgekeerd.
Verder werd ertussen de administrateurs/uitvoeringsinstellingen en de arbeidsbureaus informatie uitgewisseld over werklozen/werkzoekenden, met name in verband met opsporen van verwijtbare tekortkomingen van uitkeringsgerechtigden bij het zoeken naar passend werk. De directeur van het Arbeidsbureau kon verder aan een werkgever vrijstelling verlenen van de verplichting een bepaald aantal gehandicapte werknemers in dienst te hebben.
Op 1 december 1976 trad in werking de Wet Melding Collectief Ontslag van 24 maart 1976 (Stb. 223). De bedoeling van deze wet is om een werkgever, die zich als gevolg van ongunstige economische ontwikkelingen in zijn bedrijf genoodzaakt ziet een aantal werknemers te ontslaan, te verplichten hiervan tijdig melding te doen aan de vakbonden en aan het Gewestelijk Arbeidsbureau. Wanneer deze melding wordt gevolgd door een verzoek om toestemming voor het geven van ontslag, moet de directeur van het GAB één maand na de datum van de melding wachten met het in behandeling nemen van de ontslagaanvragen. De verplichte wachttijd biedt de vakbonden de gelegenheid tot het voeren van overleg met de werkgever over bijvoorbeeld mogelijke alternatieven die het aantal met ontslag bedreigde werknemers wellicht zouden kunnen beperken. Verder kan worden overlegd over de mogelijkheid van een sociaal plan, teneinde althans de financiële gevolgen van het ontslag voor de betrokken werknemers zoveel mogelijk te verzachten. Het arbeidsbureau kan de wachttijd benutten om in het kader van de arbeidsbemiddeling te zoeken naar herplaatsingmogelijkheden, te bezien in hoeverre scholingsmaatregelen de kans op herplaatsing van de werknemers kunnen vergroten dan wel te onderzoeken of bepaalde overheidsmaatregelen ontslag kunnen voorkomen of beperken.
In de jaren zeventig kwam de overheid met een aantal bij wet geregelde bijzondere ontslagverboden. Deze kunnen onderscheiden worden in een tweetal groepen. De eerste verleent een bepaalde groep werknemers extra ontslagbescherming (bijvoorbeeld leden van medezeggenschapscommissies). De tweede richt zich op ontslagen welke maatschappelijk onbetamelijk worden beschouwd, hetzij omdat ze geschieden tijdens een bepaalde periode (ziekte, zwangerschap, militaire dienst), hetzij vanwege de reden van het ontslag (huwelijk, bevalling, discriminatie).
Het GAB heeft een groot aantal taken, zoals:
- registratie van vacatures, die werkgevers hier aanmelden
- registratie van werkzoekenden
- het geven van informatie en advies aan werkzoekenden
- werkzoekenden helpen bij het vinden van werk
- werkgevers helpen bij het vinden van personeel
- controle uitoefenen ten behoeve van uitkerende instanties
- behandeling van ontslagzaken
- advies
Hieraan kunnen nog deeltaken worden toegevoegd. Zo wordt bij de registratie van werkzoekenden onderscheid gemaakt tussen eenvoudig en moeilijk bemiddelbare cliënten. Een speciale adviescommissie staat de directeur van het GAB bij.

Vanaf 1973 is een begin gemaakt met wat het ANS werd genoemd. Hierbij werd plaats ingeruimd voor automatisering, een regionaal arbeidsmarktbeleid en de integratie van de bemiddeling voor vrouwen en mannen. In 1984 was de invoering van het ANS voltooid.
Tot 1991 maakten de arbeidsbureaus deel uit van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Per 1 januari 1991 werden de arbeidsbureaus ondergebracht in de Arbeidsvoorzieningenorganisatie, een zelfstandige openbare organisatie onder tripartiet bestuur (werknemers, werkgevers en rijksoverheid).
In het kader van de Wet Werkloosheidsvoorziening (WWV) werd door iedere gemeente een Commissie Werkloosheidsvoorziening ingesteld, die het gemeentebestuur moest adviseren over onderwerpen die een relatie hadden met de uitvoering van de Wet Werkloosheids Voorziening (WWV). Het gemeentebestuur was in een aantal gevallen verplicht om het advies van de commissie te vragen. In de commissie was het gemeentebestuur vertegenwoordigd, de rijksconsulenten, de werknemersvakcentrales en de Arbeidsvoorzieningsorganisatie. Wanneer de verlener van bijstand aan de verlening voorwaarden verbindt om iemand in te schakelen bij de arbeid, dient hij advies hierover te vragen aan het GAB, in art. 31 van de Algemene Bijstandswet de Arbeidsvoorzieningsorganisatie genoemd. Vanaf 1993 geldt de bepaling dat burgemeester en wethouders en de Arbeidsvoorzieningsorganisatie samen moeten werken om uitkeringsgerechtigden in te schakelen in de arbeid.
Tevens heeft de directeur of een aangewezen ambtenaar zitting in gemeentelijke adviescommissies voor de Rijksgroepsregelingen en de WWV.
De Commissie van Advies bij de directeur van het GAB
Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening (RBA)
De hoofdinspecteur-directeur voor de Arbeidsvoorziening
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de bewerking

Kenmerken

Datering:
1966-1985
Auteur:
Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Categorie: