De mairie Hemmen (1811-1813), later de gemeente Hemmen (1814-1817) omvatte naast Hemmen ook de dorpen Andelst, Indoornik, Lakemond en Randwijk en Zetten. Net als de heer van Loenen verzette ook de heer van Hemmen zich tegen inlijving bij het nieuw in te stellen schoutambt Valburg en wilde hiervoor de extra kosten dragen *  . Met ingang van 1 januari 1818 werd het schoutambt Hemmen ingesteld, dat alleen het dorp Hemmen omvatte. De in 1825 ontstane gemeente Hemmen bleef bestaan tot 1955. De gemeente Hemmen werd bij de wet van 24 februari 1955 opgeheven per 1 juli 1955. Het grootste gedeelte van de gemeente werd bij de gemeente Valburg gevoegd, een klein gedeelte kwam bij Dodewaard.
In de negentiende en twintigste eeuw was er voortdurend sprake van opheffing van de zeer kleine gemeente Hemmen. De vrijgevigheid van de heer van Hemmen en later van het Lijndensche Fonds voor Kerk en Zending werd steeds vermeld als een argument om de eventuele opheffing af te wenden. Ongetwijfeld zou hieraan een eind komen als de gemeente haar zelfstandigheid verloor. Het Lijndensche Fonds bevestigde dit zelfs in een brief aan de gemeenteraad dd. 19 september 1946. Na de oorlog was er opnieuw sprake van opheffing en hoewel dit nu niet meer te vermijden was, duurde het nog tot 1 juli 1955 voor de gemeente ophield te bestaan.
De familie Van Lynden was altijd nauw met het dorp verbonden. Ze vervulden regelmatig bestuursfuncties, verstrekten leningen en stonden goederen in bruikleen af.
In 1919 gaf de heer Van Lynden een huis in bruikleen om te dienen tot gemeentehuis. Hierin bevond zich het archief.
In de oorlog is met de verwoesting van het kasteel "Hemmen" ook een deel van het archief van de gemeente verloren gegaan. Dit bevond zich in de kelders van het kasteel, maar welke stukken daar waren geborgen is niet bekend. Het gedeelte van het archief dat zich op het gemeentehuis bevond was door oorlogshandelingen in wanorde geraakt.

Uit een brief van burgemeester en wethouders aan de inspecteur van de gemeente- en waterschapsarchieven bleek dat men van plan was de bescheiden in 1952 te sorteren en te ordenen. Dit is echter niet gebeurd en bij de overdracht van het archief aan Valburg was de orde nog niet hersteld.
Het grootste deel van het archief bestaat uit correspondentie, geordend volgens een rubriekenstelsel. Letters geven een bepaalde rubriek aan en binnen de letter worden de stukken opgeborgen in volgorde van binnenkomst.
Het aantal rubrieken wordt uitgebreid door aan de letters een cijfer toe te voegen.
In de correspondentie van 1930-1940 bevinden zich vaak bestekken en tekeningen. Na 1945 vindt men deze bouwtekeningen in de registers van besluiten van de gemeenteraad en burgemeester en wethouders.