2954 Secretarie Gemeente Heteren, 1928-2000 ( Gelders Archief )
2954
Secretarie Gemeente Heteren, 1928-2000
Inleiding
Bestaansmiddelen
2954 Secretarie Gemeente Heteren, 1928-2000
Inleiding
Bestaansmiddelen
Op basis van de volkstelling van 1960 valt te concluderen dat bijna 21% van de totale Heterense beroepsbevolking in de landbouw werkte, maar met 39 % was de sector industrie en ambacht de grootste. Ruim 9% werkte in de bouw en aanverwanten en de sector financiële dienstverlening herbergde 10% van de beroepsbevolking. De resterende 21% werkte bij de overheid, het onderwijs, of in dienstverlenende bedrijven zoals transport en horeca.
Zowel de ledentallen van de afzonderlijke vakorganisaties in 1950, als de volkstelling van 1960 geven aan dat het katholieke volksdeel in de industrie overheerste en dat de protestanten overwegend in de agrarische sector of in de handel en dienstverlening werkzaam waren.
Zowel in 1950 als in 1960 was de baksteenindustrie veruit de grootste industriële bedrijfstak. In beide jaren werkten in de twee steenfabrieken gemiddeld 227 arbeiders. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een in 1949 ingestelde 'Commissie Industriële Vestiging' ook andere bedrijfstakken op haar verlanglijstje met industriewensen zette. ‘Met het oog op de transportkosten en in het belang van de in deze gemeente gevestigde desbetreffende bedrijven’ gaf ze de voorkeur aan de vestiging van fruit en andere agrarische producten verwerkende bedrijven. In 1950 telde de gemeente overigens al 19 bedrijven waar voeding en genotmiddelen werden bereid. In deze bedrijven werkten toentertijd 112 mannen en vrouwen. Dat er in 1960 nog maar 103 mensen in de voedingsmiddelennijverheid werkten geeft aan dat de commissie weinig succes oogstte.
Zowel de ledentallen van de afzonderlijke vakorganisaties in 1950, als de volkstelling van 1960 geven aan dat het katholieke volksdeel in de industrie overheerste en dat de protestanten overwegend in de agrarische sector of in de handel en dienstverlening werkzaam waren.
Zowel in 1950 als in 1960 was de baksteenindustrie veruit de grootste industriële bedrijfstak. In beide jaren werkten in de twee steenfabrieken gemiddeld 227 arbeiders. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een in 1949 ingestelde 'Commissie Industriële Vestiging' ook andere bedrijfstakken op haar verlanglijstje met industriewensen zette. ‘Met het oog op de transportkosten en in het belang van de in deze gemeente gevestigde desbetreffende bedrijven’ gaf ze de voorkeur aan de vestiging van fruit en andere agrarische producten verwerkende bedrijven. In 1950 telde de gemeente overigens al 19 bedrijven waar voeding en genotmiddelen werden bereid. In deze bedrijven werkten toentertijd 112 mannen en vrouwen. Dat er in 1960 nog maar 103 mensen in de voedingsmiddelennijverheid werkten geeft aan dat de commissie weinig succes oogstte.
laatste wijziging 05-01-2024
3.570 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 05-01-2024
3.570 beschreven archiefstukken
Kenmerken
laatste wijziging 05-01-2024
3.570 beschreven archiefstukken