Het ambtelijk apparaat is niet altijd gehuisvest geweest op de lokatie aan de Kerklaan. Midden vorige eeuw tot en met 1934 is het gemeentehuis ondergebracht in de zijvleugel van het kasteel, aan de achterzijde, op de verdieping boven de stallen. Eerst in 1934, na het overlijden van de baron, tevens burgemeester, worden de banden met het kasteel verbroken. Er komt een nieuwe burgemeester die niet verbonden is aan het kasteel. Tijdens de raadsvergadering van 25 april 1934 besluit men om een gedeelte van Huize "Roseneath" te huren van ir. W.W.E. von Hemert, voor zes jaren, ingaande 1 juli 1934 tegen een huurprijs van ƒ 400,-- per jaar. Tegelijkertijd wordt er aan het college een krediet van ƒ 2000,-- verleend voor de meubilering. * 

Na een verbouwing wordt het gemeentehuis op 16 juli 1934 officieel geopend. Een gedeelte van Huize Roseneath wordt tevens als burgemeesterswoning gebruikt. In de wandelgang spreekt men dan ook over woon- en werkgedeelte, Kerklaan 1 en Kerklaan 3.

In 1974 besluit de raad om het gehele pand aan te kopen van de erven Von Hemert. Huize Roseneath wordt voor ƒ 150.000,-- eigendom van de gemeente Rozendaal. Op 29 maart vindt de officiële overdracht plaats.

Het ambtelijk apparaat is altijd klein van omvang geweest. In de jaren '50 werd de gemeentesecretaris bijgestaan door een ambtenaar. In 1955 werd de formatie uitgebreid met een tweede "jeugdig ambtenaar". In 1975 bestond de volledige formatie uit vier ambtenaren. Als zodanig kan men dan ook niet spreken van een "organisatiestructuur". De secretaris stond het college bij in de voorbereiding en uitvoering van de besluitvorming en deze op zijn beurt werd geassisteerd door een, respectievelijk enkele ambtenaren.