1937 Plaatselijke commissie voor de ruilverkaveling Beoosten de Eem ( Gelders Archief )
1937
Plaatselijke commissie voor de ruilverkaveling Beoosten de Eem
Inleiding
3. Totstandkoming van de ruilverkaveling
1937 Plaatselijke commissie voor de ruilverkaveling Beoosten de Eem
Inleiding
3.
Totstandkoming van de ruilverkaveling
Eind mei 1940 wendde het gemeentebestuur van Bunschoten zich tot de Centrale Cultuurtechnische Commissie met het verzoek om maatregelen te treffen, zodat zo spoedig mogelijk kon worden overgegaan tot ruilverkaveling in de polders binnen de gemeente met het oog op de daaruit voortkomende werkverruiming. De CCC raadde de gemeente aan hierover contact op te nemen met het waterschap Beoosten de Eem. Het waterschapsbestuur zag zich juist voor grote problemen gesteld door de vernieling van het gemaal te Spakenburg in de mei-oorlog van 1940. De al sinds lange tijd noodzakelijke reorganisatie van de bemaling moest nu worden uitgevoerd. Ook de vernieuwing en verbetering van de dijkweg Spakenburg-Eembrug, in eigendom, beheer en onderhoud bij het hoogheemraadschap van de Bunschoter Veen- en Veldendijk, kon eigenlijk alleen in het kader van een ruilverkaveling plaats vinden. Daarbij dienden tevens de samenvoeging van Beoosten de Eem met het hoogheemraadschap en het Bekaaide Maatwaterschap en de uitbreiding van het bemalen gebied in het zuiden met een gedeelte van het waterschap De Malesluis in overweging genomen te worden.
Op 25 september 1940 besloot het bestuur van Beoosten de Eem de formele aanvraag voor een ruilverkaveling aan Gedeputeerde Staten te richten. Een jaar later werden de omvang van het ruilverkavelingsblok en het plan van wegen, waterlopen en kaden met de daartoe behorende kunstwerken voorlopig vastgesteld door de Commissaris der provincie Utrecht. Kort tevoren was gebleken dat de kosten van de ruilverkaveling waren begroot op fl. 330,-- per hectare oftewel een ruilverkavelingsrente van ? 16,50 per hectare gedurende 30 jaar in plaats van fl. 10,-- per hectare, waarop iedereen gerekend had. Niettemin werd het voorstel voor de ruilverkaveling aangenomen op de stemmingsvergadering van 23 oktober 1941 met 838 tegen 306 stemmen, vertegenwoordigende respectievelijk 2669.19.74 hectare tegen 2136.11.76 hectare.
laatste wijziging 22-01-2021
101 beschreven archiefstukken
20 gedigitaliseerd
totaal 20 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 22-01-2021
101 beschreven archiefstukken
20 gedigitaliseerd
totaal 20 bestanden
Kenmerken
Datering:
1938-1956
Auteur:
M. Mijnssen-Dutilh
laatste wijziging 22-01-2021
101 beschreven archiefstukken
20 gedigitaliseerd
totaal 20 bestanden