1924 Polder en waterschap De Hond ( Gelders Archief )
1924
Polder en waterschap De Hond
Inleiding
6. Uitvoering van de taak
1924 Polder en waterschap De Hond
Inleiding
6.
Uitvoering van de taak
Zoals bepaald bij de overeenkomst van 17 mei 1608 o.s. troffen de geërfden in De Hond in juli daaropvolgend een regeling over de aanleg van de tochtsloot door De Haar naar de wetering en vanaf de heul in de Lodijk, met de geërfden tussen wier landen de tochtsloot zou komen te liggen. Een van deze Haarse geërfden-Wouter Buijs-was ook ingeland van De Hond. Vervolgens werden in augustus 1608 de eerste heemraden van De Hond aangesteld. Deze voerden tweemaal per jaar schouw over de sloten, tegen mei over de oostzijde daarvan en tegen Jacobi (25 juli) over de westzijde. Het onderhoud van de sloten kwam voor rekening van de aangelanden * .
Voor de aanleg van de sluis in de Lodijk, het verwijden van de sloot in De Haar, het verhogen van de kade langs de Bunschoter Neerweg en het maken van een schut bij het Lodijkse hek in 1608 werd een lening aangegaan door het polderbestuur van De Hond. De onderhoudplicht voor deze werken rustte ook op de polder. Aan de geërfden uit wier landen aarde was gehaald voor de kade, werd een vergoeding (aardgeld) betaald. De lening werd in 1614 afgelost.
Voor herstel en onderhoud van de kade langs de Neerweg kan men posten in de polderrekeningen vinden tot 1738. Daarna wordt de kade niet meer met name vermeld en in de 19e eeuw werd hij ook zeker niet meer onderhouden. In het ontwerp-bijzonder reglement van 1860 komt hij niet voor. Het onderhoud van de sloot in De Haar bleef wel voor rekening van de polder De Hond komen * . Bovendien was of werd het waterschap onderhoudplichtig voor de tochtsloot langs de Werfdijk van Neerzeldert vanaf de Zeldertseweg tot aan de heul in de Lodijk. De heul is altijd onderhouden en zo nodig vernieuwd door de polder. In 1865 werd hij vervangen door een houten brug.
De brug moest na de overstroming van december 1883 grotendeels vernieuwd worden. In 1895 werd er in plaats daarvan een duiker gelegd. Het hoogheemraadschap verleende hiervoor subsidie * . Vanaf 1894 verleende het waterschap De Hond een jaarlijks subsidie van ? 10,00 aan Neerzeldert voor het onderhoud van de Zeldertse straatweg * .
Het waterschap De Hond was zo klein dat samenvoeging met een ander waterschap wel eens werd overwogen. Zo is in 1876 sprake van een plan tot vereniging met De Haar * .
Ook bij de reorganisatie van de waterlossing en de elektrificatie van de gemalen van De Haar en Zeldert in 1926 werd erover gesproken. De ingelanden waren het niet eens of het beter zou zijn zich aan te sluiten bij Neerzeldert of bij De Haar. Het probleem loste zich vanzelf op, toen in 1926 de gemeenschappelijke bemaling van alle polders binnen de ring van het hoogheemraadschap tot stand kwam. In dat kader werden in 1928 duikers gelegd door de Werfdijk, zodat De Hond mede waterlossing kreeg op de Eerste- en Tweede Zeldertse weteringen. In datzelfde jaar werd het waterschap Beoosten de Eem opgericht * .
laatste wijziging 08-11-2023
216 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 167 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 08-11-2023
216 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 167 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 08-11-2023
216 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 167 bestanden