Bij de inventarisatie is zoveel mogelijk getracht de archieven van de verschillende ondernemingen van elkaar te scheiden. Een volledige scheiding bleek echter niet haalbaar en onwenselijk.

Zo zijn de archiefbescheiden van de maatschappijen die in de periode 1917-1939 onder dezelfde directie als de G.T.M. zijn gekomen (afdelingen 2.1-2.5), slechts onvolledig afgezonderd. Vanaf wisselende tijdstippen in het proces van overname en assimilatie van deze maatschappijen beheerde en gebruikte de G.T.M. hun archieven en vond de verdere archiefvorming op het G.T.M.-kantoor plaats, zodat vergaande vermengingen optraden. Volledig uiteenrafelen van de archieven is daardoor zeer moeilijk geworden, en zou allerlei verbanden verstoord hebben. Het lag voor de administratie van de G.T.M. soms voor de hand om de archiefbescheiden over een bepaald onderwerp bij elkaar te houden, ook al ging dat onderwerp verschillende maatschappijen aan en betrof het bescheiden uit reeds gevormde archieven. In deze gevallen zijn de bescheiden niet gevoegd in het archief van de betreffende maatschappij, maar in het archief van de G.T.M. gelaten. Zoekt men naar stukken over één van de maatschappijen d
ie onder dezelfde directie als de G.T.M. zijn gekomen, dan is onderzoek in het archief van die maatschappij dus niet voldoende. Er dient ook onderzoek gedaan te worden in het archief van de G.T.M.

Binnen het archief van de G.T.M. zelf is de indeling gebaseerd op het organisatieschema van 1952 (zie bijlage 2, blz. 7), die in de archiefvorming weerspiegeld werd: directiearchief (afdeling 1.1) en een aantal afdelingsarchieven (afdelingen 1.21-1.26).

De afdeling "Werk- en dochtermaatschappijen en overige deelnemingen" omvat zowel bescheiden uit het archief van de G.T.M. betreffende die werkmaatschappijen enz. als bescheiden die strikt genomen de archieven van die maatschappijen uitmaken. Gekozen is voor een overzichtelijk (alfabetisch) bijeenplaatsen van ondernemingen waarin de G.T.M. een meer of minder groot belang had boven de in theorie correctere onderscheiding van "stukken betreffende deelnemingen enz." en "gedeponeerde archieven van werk- en dochtermaatschappijen..."

In het archief van de G.T.M. zijn twee belangrijke series "dossiers" (inv. nrs. 154 en 156) aangetroffen. Hieronder bevinden zich stukken over vele onderwerpen. Er zijn "dossiers" bij betreffende de maatschappijen die onder dezelfde directie als de G.T.M. zijn gekomen. Door de archiefvormer zijn klappers (inv. nrs. 155 en 157) op de dossiertitels vervaardigd. De beide series zijn intact gelaten.