Uw zoekacties: Familie Van den Steen van Ommeren en Wayestein

0632 Familie Van den Steen van Ommeren en Wayestein ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0632   Familie Van den Steen van Ommeren en Wayestein
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Het archief
laatste wijziging 17-06-2021
285 beschreven archiefstukken
19 gedigitaliseerd
totaal 343 bestanden
Inventaris
1. Algemeen
2. Stukken van persoonlijke aard
3. Stukken van aangehuwde geslachten
4. Obligaties
5. Stukken van zakelijke aard
6. Varia
7. Regesten
1 Wilhem van Rijn en Hardwijn Claessoin, schepenen in Deyl oorkonden dat Aernt Sluyter, Jan die Witte en Aleyt Elyaeszdochter c. tut. als "mynisters" van Sente Angnietencloester tot Tiele voor 200 £ aan een niet nader genoemden kooper nebben verkocht 4 m. lands te Drompt in Vernoyencamp.
Oorspr. (Inv.rr. 192) met de zegels der schepenen in bruine was, waarvan het tweede geschonden.
2 Jan Stoip, secretaris van den hertog van Burgondie en diens stadhouder van de leenen van Gelre en Zutphen oorkondt, dat voor hem en Sweder van Culenborch, bastert en Evert Wijn als leenmannen, lambert van Bueren hulde heeft geddaan van zijn leen van 51/2 m. lans te Oemeren.
Oorspr. (Inv.nr. 239). Het hertogelijk leenzegel verloren.
3 Kaerle, D.G. Hertog van Gelre en Gulich, graaf van Zutphen verklaart in presentie van Jacob van Ryemsdick en Aelbert van den Lawick als leenmannen, Derick van Haefften, na doode zijns vaders Alairt te hebben beleend met het huis te Herwijnen, dat van Bruysten van Herwijnen was, en drie tienden, waarvan er een was gekocht door zijn overgrootvader Otte van Haefften.
Oorspr. (Inv.nr. 163). Het zegel is verloren.
4 Jan Tieman van Bronchorst oorkondt, dat voor hem als tijnsheer en Dirck van Ode en Willem van Mouwick als tijnsgenooten, Jan van Wie en Luyte e.l., Gaert van Wyc en Mechtelt e.l. en Dirick Loe en Mechtelt e.l. hebben opgedragen hun huis en hofstad, groot ca. 1 morgen te Ewijck in het Rijck, welk land door hem wordt toegewezen aan Matheus Henrickss.
Oorspr. (Inv.nr. 247), met zegel van den thijnsheer.
5 Gijsbert Schoeck en Hanrick Schoeck, schepenen in Zaltboemel oorkonden, dat Catharina, weduwe van Maes Jansz c.tut. heeft verkocht voor 100 £ aan Jan die Raedt Arntss een brief, waardoor deze gestoken is geweest.
Oorspr. (Inv.nr. 106), met stuk gesneden plica. De zegels ontbreken. Vgl. regesten 12 en 14.
6 Melchyor van Meteren en Symen Jansss, schepenen in Tuyll oorkonden, dat Alart van Haefften voor 1000 £ heeft verkocht aan Johan van Rossem een kamp van 10 m. te Herwijne, naast het huis Wayensteyn, genaamd de opperste poekcamp 9 m. de nederste pockampe, 4 m. de Foyckcamp, 31/2 m. en 3 m. 2 h. in Cocxhoeff.
7 Arien van Oyffen en Johan Henricxsz, leenmannen des Konings als hertog van Gelre, oorkonden, dat Jr. Alardt van Haefften, heer tho Verwolde zijn leengoederen te Ophemert, Vueren etc. heeft verbonden ten behoeve van Johan van Rossem, heer van Puderoyen en Meynerswijck, voor diens zoon Merten, ter waring van de verkochte leen- en allodiale goederen van Wayesteyn.
Gelijktijdige copie door den notaris Ghijsbert Splinters (Inv.nr. 169).
0632 Familie Van den Steen van Ommeren en Wayestein
Inventaris
7. Regesten
7
Arien van Oyffen en Johan Henricxsz, leenmannen des Konings als hertog van Gelre, oorkonden, dat Jr. Alardt van Haefften, heer tho Verwolde zijn leengoederen te Ophemert, Vueren etc. heeft verbonden ten behoeve van Johan van Rossem, heer van Puderoyen en Meynerswijck, voor diens zoon Merten, ter waring van de verkochte leen- en allodiale goederen van Wayesteyn.
Gelijktijdige copie door den notaris Ghijsbert Splinters (Inv.nr. 169).
Datering:
1558 Nov. 2
Toegangsnummer:
0632 Familie Van den Steen van Ommeren en Wayestein
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 14-10-2010
8 Johan Bruystensss en Henrick Jansss, schepenen in Tuyll oorkonden dat Johan van Asperen en van Vuren voor zich en zijn zusters heeft beloofd Johan van Rossem, heer to Poderoyen c.s. schadeloos te zullen houden van 500 gld. kapitaal en 30 gld. thijns, die Jacob van Poelgeest levenslang, en hijzelf ter losse toe hadden uit de Wayensteynsche goederen te Herwijnen, welke laatste losbare som hem, evenals een andere schuld van 300 gld. brab. waren betaald.
Oorspr. (Inv.nr. 169), met zegels der schepenen, waarvan het tweede iets geplet, in bruine was.
9 Johan van Rossem, heer to Poederoyen, Meinertswijck etc... oorkonden, dat zij huwelijksvoorwaarden hebben opgericht tussen Merten van Rossem, heer to Wayensteyn en Joffrou Anna van Malsen, waarbij den bruidegom o.a. het huis Wayensteyn als woning wordt gegeven, dat hem, na zijns vaders dood, met al diens goederen te Braeckel, Zulichem en Nieuwael zal ten deel vallen.
Extract (d.d. 1577?) door de secretaris van Tuyl, J. de Bye (inv.nr. 170).
10 Steven van Rossem verklaart van zijn broeder Marten 170 gld. te hebben ontvangen, om daarmede de rente te betalen aan de kinderen van Haefften.
Oorspr. 1 stuk (Inv.nr. 171), door de oorkonder getekend.
11 Wilhem D.G. prins van Orangien etc. etc. en Anthonis van Tellicht en Joffrou Anna van Tuil e.l. oorkonden, dat laatstgenoemden aan de prins als graaf van Buren hebben verkocht een uitweg van de bandijk te Oy tot de Egmontsen weerdt, waarvoor nadere bepalingen worden gemaakt.
Copie d.d. 1619 door de landsschrijver van Nederbetuwe H. van Benthem (Inv.nr. 211).
12 Hanrick die Raet en Jan Vorsterman, schepenen in Zaltbommel, oorkonden, dat Jan die Raet Arntsse heeft verkocht voor 100 £ aan Mr. Arien Schoeck, kanunnik van St.Martins karcke binnen Boemel als provisor van Wedegons gasthuis, de brieven, waar deze doorgestoken is geweest, (laatstelijk die d.d. 26 Febr. 1556, regest nr. 5).
Oorspr. (Inv.nr. 106), met afgesneden plica.
13 Merten van Rossem en Jan de Rou, schepenen in Tuel oorkonden, dat eerstgenoemde heeft geloofd aan Merten van Brockum 102 gld. thijns 's jaars uit een uitterweerd te Herwinen, te lossen met fl. 1700.-.
Gelijktijdig afschrift (Inv.nr. 172).
14 Jan die Groot en Gherit Schoeck, schepenen in Zaltbommel oorkonden, dat Mr. Arien Schoeck, kanunnik te Zaltbommel als provisor van Wedegonsgasthuys binnen Boemel voor 100 £ heeft verkocht aan Arnt die Bye de brieven, waar deze doorgestoken is geweest (laatstelijk die van 21 Jan. 1565, regest nr. 12).
Oorspr. (Inv.nr. 106), met afgesneden plica.
15 Caerl van Malsen, heer tot Tilborch etc. erkent met zijn zwager Jr. Marten van Rossum, heer tot Mainaertswijck te hebben afgerekend inzake het overlijden van zijn vader Jr. Adriaen van Malsen, heer tot Tilborch en zijn tante Joanna van Malsen.
Oorspr. 1 stuk (Inv.nr. 171), door oorkonder getekend.
16 Philippus, D.G. Koning van Castillien etc. oorkondt, dat voor den stadhouder van zijn lenen in Gelderland en Johan Vorsterman en Willem Mattheusz als leenmannen, Arnt die Bye, gemachtigde van Marten van Rossem twee tienden te Herwijnen heeft opgedragen en daarmee denzelfde ten behoeve van Henrick van Zoelen, Jansssz heeft beleend.
Oorspr. (Inv.nr. 165). Het zegel verloren.
17 Philippus, D.G. Koning van Castillien etc. oorkondt, dat voor de stadhouder van zijn lenen in Gelderland en Peter van Zoutelande en Aernt Boorekens als leenmannen, Mr. Aernt die Bye als gemachtigde van Marten van Rossum heeft opgedragen huis en hofstad te Herweynen c.a. en daarmede Hermen Losekoth heeft beleend.
Oorspr. (Inv.nr. 164). Het zegel verloren.
18 Ghijsbert die Cock van Nederijnen, Johan van Herwijnen, Reyner van Dorth, Reyner van Haeften, Arnt van Heeften, Dirck van der Horst en Jan die Rouwe, schepenen in Thuyl oorkonden dat Herman Loezekat heeft verklaard van Marten van Rossem den huize Waienstein c.a. te hebben gekocht en daaraan veel geld voor verschotten, afbetalingen, reparaties e.d. te hebben besteed, hij eist nu overdracht binnen veertien dagen of anders restitutie cum interesse van het betaalde.
Oorspr. (Inv.nr. 173), met de (deels zwaar) geschonden zegels van de 1e, 2e, 4e, 6e en 7e schepen. De andere zegels verloren.
19 Ghijsbert die Cock van Nederijnen en Aelbert van Hoechwauwen schepenen in Tuyl oorkonden, dat Marten van Rossem heeft verkocht aan Herman Loezekat dezelfde landerijen als genoemd in het charter d.d. 2 Nov. 1558 (Regest nr. 7) Oorspr. (Inv.nr. 167). De zegels verloren.
20 Henrick Muyll Jansz, stadhouder der lenen van Jkvr. Marie van Arkell, vrouwe tot Huecklem, Leyenborch etc. verklaart in presentie van Jan de Roever Damensz en Jan van Vechell Dircxsz als leenmannen, Jacob Losecat Hermansz te hebben beleend met 21/2 m. hoogland en 1/2 m. griending buittendijks te Herwijnen, hem door afstand van Mr. Aernt de Bye als gemachtigde van Marten van Rossem aangekomen.
Oorspr. (Inv.nr. 168), met fragment van oorkonders zegel in bruine was.
21 Adriaen Moliaert en Walraven van Malburch, schepenen in Tuyll oorkonden, dat Willem Pels, beëdigd landbode in Tielreweerdt namens Hermen Loezecoth de protestatie d.d. 1578 Febr. 18. ten overstaan van alle schepenen van Tuyl, uitgezonderd Aelbert van Hoichwauwen te hebben gepresenteerd aan Carl van Malsen, heer tho Tilborch.
Oorspr. (Inv.nr. 173), met het geschonden zegel van de eersten oorkonder. Het andere verloren.
22 Hubert van Doeren en Adriaen van Beesd van Reynoy, schepenen in Zulchem verklaren tot gerechtelijke verkoop te hebben besloten van een hofstad c.a. te Zuylichem, toebehorende aan Ariaen Salomonsz, die hieruit een thijns van 3 Car. gld. schuldig is aan Jr. Dierck Pieck.
Oorspr. (Inv.nr. 139). Onder deze acte is die d.d. 11 Juni 1585 geschreven.
23 Adriaen van Beesd van Reynoy en Mathijs Jacobsz, schepenen in Zulichem oorkonden, dat de hofstede genoemd in de acte d.d. 30 April 11, onder welke deze is geschreven, door de gezworen bode is gesleten en aan Joest Jansz verkocht.
Oorspr. (Inv.nr. 139), tezamen bezegeld met het vorige stuk en de twee, hierbij getransfigeerde charters d.d. 11 en 12 Juni hieronder. De zegels van H. van Doern en A. van Beesd aanwezig; dat van Mathijs Jacob is verloren.
24 Adriaen van Beesd van Reynoy en Mathijs Jacobsz, schepenen in Zulichem oorkonden, dat de gezworen richter in hun presentie Joest Jansz heeft ingeheerd in de hofstede, genoemd in de twee voorgaande brieven, waardoor deze gestoken is.
Oorspr. (Inv.nr. 139), met het vorige charter samen bezegeld.
25 Adriaen van Beesd van Reynoy en Mathijs Jacobsz, schepenen in Zulichem oorkonden, dat Joest Jansz de hofstede, genoemd in de drie voorgaande brieven, door welke deze gestoken is, voor 10 £ heeft overgedragen aan Dierck Pieck.
Oorspr. (Inv.nr. 139), met de vorige charters tezamen bezegeld.
26 Maximiliaen van der Lauwyck en (Mr.?) Willem Petersz (Hoedemaecker), schepenen in Tuyll oorkonden, dat Ghysbert Jansz een rente van fl. 85.- schuldig is aan Adriaen Moliaert uit 11/2 morgen lands te Opijnen.
Oorspr. (Inv.nr. 126), nagenoeg onleesbaar met afgesneden plica. Het regest werd gereconstrueerd met behulp van het loofsignaat van Tuil, deel 1577-1587, fol. 127.
27 Maximiliaen van der Lauwijck en Udo Versteghe, schepenen in Tuyll oorkonden, dat Ghysbert Jansz de 11/2 m. lands te Opijnen, waaruit hij fl. 85.- schuldig was, in vrijwillig verwin heeft gegeven.
Oorspr. (Inv.nr. 126). De zegels zijn verloren.
28 Lyesken Jorgens erkent 5 gld. te hebben ontvangen op grond van zekeren brief van Mr. Jan.
Oorspronkelijk stuk (Inv.nr. 177), door Lyesken getekend.
laatste wijziging 17-06-2021
285 beschreven archiefstukken
19 gedigitaliseerd
totaal 343 bestanden

Kenmerken

Datering:
1460-1950
Auteur:
M.J. van Lennep
Categorie:
laatste wijziging 17-06-2021
285 beschreven archiefstukken
19 gedigitaliseerd
totaal 343 bestanden