Uw zoekacties: Familie Van Lintelo

0478 Familie Van Lintelo ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0478   Familie Van Lintelo
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Archiefvormer en archief
laatste wijziging 21-06-2022
188 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 52 bestanden
Inventaris
1. Stukken van persoonlijke aard
2. Stukken betreffende het beheer van rechten en bezittingen
3. Regesten
1 Casijn van Oldenbarnevelt, richter in Veluwen, oorkondt, dat Marina van der Voirt, geheeten ten Molentijn, heeft overgedragen aan Johan van Koverden het goed te Molentijn in het kerspel van Opvoirst, leenroerig aan de abdij van Proemen, o.a. onder voorwaarde, dat eenige uitkeeringen aan verschillende leden van de familie te Molentijn zullen worden gegeven en dat de bewoners van Zynderen eenige rechten op een weg in het goed zullen hebben.
Gegeven int jair onss Heren dusent vierhondert een ende vijfftich des Vrydages nae sente Johans dage te midsomer etc.
Oorspr. (Inv. no. 151) ; met het geschonden zegel van den richter in groene was.
2 Jutta, weduwe van Johan Hissinck, met haar kinderen Derick Hissinck met zijn vrouw Aelheidt, Nyell met zijn vrouw Henrica, Lubbert, heer Thomas Hissinck, Roelof Derickes met zijn vrouw Biele, en Greta Hissinck, oorkonden, dat zij overgedragen hebben aan Zweer van Bemmell, rentmeester in Zinderen, en zijn vrouw Magdalena het stuk land, genaamd de Moellenberch, gelegen in het kerspel Voirst.
Gegeven in den jaere onsz Heren duesent vijffhondert ind vijff ende viertich up dach Pontiani martiris.
Oorspr. (Inv. no. 151); met de geschonden zegels van Derick Hissinck en Henrick te Hert in groene was; dat van Sander van Mekeren, schout, is verloren.
3 Sander van Mekeren, schout in Voirst, en zijn vrouw Heyle, Gijsbert van Mekeren en zijn vrouw Everharda, Berndt van Mekeren en zijn vrouw Johanna, Harmen, Engelbert en Mechtelt van Mekeren, erfgenamen van Wilhem van Mekeren en zijn vrouw Guede, verklaren te hebben overgedragen aan Zweer van. Bemmell, rentmeester te Zinderen, en zijn vrouw Magdalena een stukje land in het kerspel Voirst, naast het goed de Natelt en het goed Moellenbarch gelegen. Gegeven in den jaer ons Heren vijfftynnondert ind vijff ende viertich up sanct Anthonys' dach abbatis.
Oorspr. (Inv. no. 150); met de zegels van Sander van Mekeren en Henrick the Hert in groene was (dat van Sander van Mekeren is geschonden) ; dat van Harmen Henricks zoon is verloren.
4 Maria gravin ter Hoya en Bruickhuesen, gravin tot Brunckhorst en vrouwe tot Borckelloe, verklaart Johan van Scharpenzeell, richter te Doesborch, beleend te hebben met 7 tienden in Delden, nl. Rupering, Wycharding, Rutgering, de Wielborch, Semmynckret, Roeting, Symerinck, gelijk zijn vader Henrick van Scharpenzeell die in leen had, waarbij bepaald is, dat Johans vrouw, Gerbrecht Bentinck, het vruchtgebruik van dit leen zal hebben.
Im jaer unses Heren duesent viefhundert acht ind vieftich upten vijften dach maents Novembris.
Oorspr. (Inv. no. 137) ; met het geschonden zegel van de oorkondster in groene was en hare handteekening.
5 Mechtelt van Mekren, weduwe van Haerko van Twickeller, met haar vijf zoons, David, Herman, Vrederick, Abraham en Aäron, verklaren, dat zij het goed de Blaeke en bijbehoorende goederen hebben verpand voor een som van 1500 daalders aan Bernard van Voirst, o.a. onder voorwaarde, dat Bernard een tegemoetkoming ontvangen zal voor het bouwen van een huis op dit goed.
Gegeven int jaer unser Heren vijfftienhondert tweensestig op des weerdingen hilligen Sacraments avont.
Ongedateerd afschrift (Inv. no. 153); afgeschreven in de 18de eeuw.
6 Arndt van Lintelo, echtgenoot van Margrieta van Voirst, richt met zijn broeders Ebertt, Wilhelm, Hessell en Herman van Lintelo een magescheid op van de nagelaten goederen van hun vader Evertt van Lintelo en hun moeder Sophia van Heiden, waarbij o.a. bepaald wordt, dat Arndt en Ebertt de erfenis zullen deelen, zoodat Arndt zal krijgen het huis te Walfarth bij Brederforth en goederen en rechten, in het graafschap van dem Berge gelegen, en een rentebrief, en Ebertt het huis ten Mersch of de Else, een stuk land in het kerspel Stiendre, in den Schuphorst, en een rentebrief op de stad Arnhem, terwijl zij aan hun broeders Wilhelm, Hessell en Herman een som geld zullen uitkeeren, gezamenlijk de schulden van den boedel op zich zullen nemen en hun zusters Anna, Evert en Sophia zullen onderhouden.
Geschreben in den jair unssers Hern funffzehnhundertt vier und sechtzig den siebenden dagh Martii.
Oorspr. (Inv. no. 1); met de licht geschonden zegels van Arndt, Wilhelm, Hessel, Herman van Lintelo, Lubbert van Heiden, heer tot Hagenbeck, Lutz van Heiden tot Engelradinck en Heindrich van Diepenbroch tot Empel in groene was : dat van Ebert van Lintelo is verloren ; met de handteekeningen van de broeders Van Lintelo.
7 Christiaen ter Woirt en Salcke Scheinck, leenmannen, oorkonden, dat te hunnen overstaan Arndt van Lintelo en zijn vrouw Margareta van Vorst, Evert, Wilhelm, Hesselt en Fieken van Lintelo, broeders en zuster, het tusschen hen opgerichte magescheid van de ouderlijke nalatenschap hebben bekrachtigd, en dat Wilhelm, Hesselt en Fieken van alle rechten hierop ten behoeve van Arndt en Evert afstand doen.
Den achtheinden dach des maents Octobris in den jare unses Hern dusent vifhondert veer und sestich.
Oorspr. (Inv. no. 1); met de zegels van Bernt van Trier, burggraaf van Brefort en Frederick Rasehorn, richter aldaar, in groene was.
8 Frederick Rasehorn en Herman Nachtegale, leenmannen, oorkonden, dat te hunnen overstaan Herman van Lintelo het tusschen hem en zijn broeders en zusters opgerichte magescheid van de nalatenschap van zijn ouders heeft bekrachtigd, en dat hij ten behoeve van Arndt en Evert, zijn broeders, van alle rechten hierop afziet, evenals Evert ten behoeve van Arndt, terwijl Arndt en zijn vrouw Margareta van Vorst zich verbinden tot alle verplichtingen, hun door het magescheid opgelegd.
Den sestheinden dach des maents Novembris in den jare onses Hern dusent vifhondert veer end sestich.
Oorspr. (Inv. no. 1); met de zegels van Frederick Rasehorn en Bernt van Trier, burggraaf te Brefort, in groene was.
0478 Familie Van Lintelo
Inventaris
3. Regesten
8
Frederick Rasehorn en Herman Nachtegale, leenmannen, oorkonden, dat te hunnen overstaan Herman van Lintelo het tusschen hem en zijn broeders en zusters opgerichte magescheid van de nalatenschap van zijn ouders heeft bekrachtigd, en dat hij ten behoeve van Arndt en Evert, zijn broeders, van alle rechten hierop afziet, evenals Evert ten behoeve van Arndt, terwijl Arndt en zijn vrouw Margareta van Vorst zich verbinden tot alle verplichtingen, hun door het magescheid opgelegd.
Den sestheinden dach des maents Novembris in den jare onses Hern dusent vifhondert veer end sestich.
Oorspr. (Inv. no. 1); met de zegels van Frederick Rasehorn en Bernt van Trier, burggraaf te Brefort, in groene was.
Datering:
1564 November 16
Toegangsnummer:
0478 Familie Van Lintelo
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 25-08-2010
9 Ebartt van Lintelo en Mechtelt van den Ven verklaren, dat zij een huwelijk zullen aangaan onder zekere voorwaarden, waarbij o.a. Ebartt het huis ten Mersch of den Else zal aanbrengen met het goed Schiphorst in het kerspel Stiender en een rentebrief op de stad Arnhem en Mechtelt het goed de Nattell in het kerspel Voirst en het goed Bensinck in de heerlijkheid Borculoe, kerspel Nee.
Gegeven in den jair onss Heren duesent vijffhondert vijff und tseestich uptenn achtenn dach Julii.
Oorspr. (Inv. no. 2); met de zegels van den oorkonder en van de getuigen Arndt, Wilhelm, Hessell en Harmen van Lintelo, Heinrick van Diepenbroick, Ludolph van den Veene, Emont van Buchell, Dederick van Dort en Reynhart Swaeffken in groene was en de resten van het zegel van Jacob Golstein; het 1ste, 2de, 3de, 4de en 10de zegel is geschonden; het zegel van Lutze van Heiden tot Engelraet is verloren.
10 Philips, koning van Castilliën enz., bekrachtigt als hertog van Gelre en graaf van Zutphen de huwelijksche voorwaarden van Evert van Linteloe en Mechtelt van de Veen d.d. 1565 Juli 8 (zie Reg. no. 9).
Gegeven int jaer ons Heren duysent vijffhondert ses ende tzestich den ses ende twintichsten Julii.
Oorspr. (Inv. no. 2); met het geschonden zegel van den oorkonder in roode was.
11 Johanna van Bemmell, weduwe van Gaert Gaerts zoon, met haar dochter Mechtelt van Mekeren en Dibbolt Gaerts zoon, burger binnen Deventher, als oom en momber van het onmondige kind van Gaert Gaerts zoon en Johanna van Bemmell, verklaren overgedragen te hebben aan Johan Potthoff en diens vrouw Cornelys Hissincks het goed de Molenberch in het; kerspel Opvoorst.
Gegeven in den jaer onss sHeeren duisent viffhondert een ende tzoeventich opten IXen dach Octobris.
Oorspr. (Inv. no. 151); met het zegel van Ghisbert van Mekeren den jongsten in groene was; dat van Gaert van Mehen is verloren.
12 Johan Potthoeff en zijn vrouw Hendrick verklaren overgedragen te hebben aan jonker Evert van Lintelo en zijn vrouw Machteldt van den Vehen, het goed de Moellenberch, in het kerspel Upvoirsth.
Gegeven in den jair unss Hern dusentt viffhundertt sesz und soeventich den XVen Aprilis.
Oorspr. (Inv. no. 151); de zegels vaa Johan Pothoeff, Gisbertt van Mekeren den jongen en Herman van Twickell zijn verloren.
13 Alexander Bentinck en Beyner van den Sand, schepenen in. Arnhem, oorkonden, dat Everdt van Lintelo ten Marss met zijn vrouw Mechtelt van die Vehen hebben overgedragen aan Adriaen van Vorstenborch en zijn vrouw Gerhardt van Scherpenzeel een rentebrief, groot 15 goudguldens 's jaars, ten laste van de stad Aernhem.
Gegeven opten vijfften dach Octobris anno vijfftienhondert een ende tachtentich.
Oorspr. (Inv. no. 3); met het zegel van den tweeden oorkonder in groene was.
14 Schepenen der stad Arnhem oorkonden, dat zij het stads-secreetzegel ter bekrachtiging aan den brief d.d. 1581 October 5 (Reg. no. 13), waardoor deze is gestoken, hebben gehangen, daar Alexander Bentinck op het tijdstip van de bezegeling gestorven was.
Gegeven opten twelfften Martii anno vijftienhondert vier ende tachtentich.
Oorspr. (Inv. no. 3); met het stads-secreetzegel van Arnhem in groene was.
15 Sweer van Hoeklum en Henrick van Brienen, de jonge, oorkonden, dat Margreta van Hoemen met haar echtgenoot Johan van Goltstein en haar zuster Arnolda van Hoemen met haar momber Cazijn van der Hell de erfenis hunner ouders gedeeld hebben, waarbij o.a. Margreta eenige goederen in Veluwe en Nederbetowe krijgt en Arnolda een huis in Harderwijck en eenige goederen in Hierde, Spoelerbosch en in de Arckemede.
Gegeven im den jahr unses Hernn duysent vijffhondert tachtentich acht opten twintichsten dach van Octobris stylo antiquo.
Oorspr. (Inv. no. 6); met de zegels van de oorkonders en van Johan van Goltstein en Cazijn van der Hell in groene was.
16 Heyle Hoetincx, weduwe van Wilhelm Hissinck, en haar kinderen Henderick Hissinck Willems zoon de oudste met zijn vrouw Eelsken, Toemas Hissinck Willems zoon, Henderick Hissinck Willems zoon de jongste en Roelof van Heeckeren, man van Aelgen Hissings, verklaren, dat zij verkocht hebben aan Berent Marrienbergh ten behoeve van zijn drie kinderen Wilhelm, Johan en Garryt het land Hoetings Beeckmaetgens in het kerspel Voorst, gelegen tusschen het goed Mollentyèn en het goed de Natelt.
Gegeven und geschiet in den jare onss Heeren duesent vijffhunderfc tachtentich negen den vyerden dach Junii.
Oorspr. (Inv. no. 152); met de zegels van Roelof van Heeckeren en van de getuigen Henderick Stenderinck en Johan Olthoff in groene was.
17 Richter en schepenen der stad Zutphen oorkonden, dat Johan van der Lew en zijn vrouw Mechtelt Schimmelpenninx hebben overgedragen aan Everdtt van Lintelo ten Marsche en Eeze een huis in de Kuipkesstraat aldaar.
Gegeven tho Zutphen den niegenentwintigsten Decembris int jair onses Heeren duisent viffhondertt unde tniegentig.
Oorspr. (Inv. no. 167); het stadszegel van Zutphen is verloren.
18 Derck van Lintelo, Geerlich van der Capellen, raad in Gelre en Zutphen, Johan van Goltstein, Joachim van Hardenbrouck en Geerlich van der Capellen in den Dam oorkonden, dat zij de huwelijksche voorwaarden van Evert van Lintelo ther Marss en Arnolda van Hoemen. gesloten 1594 December 27, bekrachtigen, waarbij o.a. bepaald wordt, dat de bruidegom zijn vaderlijk erfdeel en dat van zijn eerste vrouw, Nombda Beninga, dochter van Grimmersum, Borsum en Goethuysen, zal aanbrengen, en de bruid haar ouderlijk erfdeel.
Geschiet opten XXVten dach Januarii anno XVc vijff ende tnegentich.
Oorspr. (Inv. no. 5); met de zegels van Evert van Lintelo en van de oorkonders; het 1ste, 2de, 4de en 6de in groene, de overige in roode was; met de handteekeningen van Evert en Derck van Lintelo, Johan van Goltstein en Joachim van Hardenbrouck.
19 Gerdt Brun van der Marck van Evenlo en Sophia van Lintelo, dochter van der Marss, kondigen hun huwelijk aan, waarbij o.a. bepaald wordt, dat zoowel de bruidegom als de bruid hun vaderlijk erfdeel zullen inbrengen.
Actum Zutphen 25 Julii anno 1600.
Oorspr. op papier (Inv. no. 4) ; met de handteekeningen van het bruidspaar, Cristina Ernst van Bassem, genaamd van der Marck, moeder van den bruidegom, Mechtelt van den Veen, weduwe van Lynteloe toe Meers ende toe Esse, moeder van de bruid, Cristiern van Syel en Evert van Lintelo.
laatste wijziging 21-06-2022
188 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 52 bestanden

Kenmerken

Datering:
1451-1774
Auteur:
J.H. Fockema Andreae
Categorie:
laatste wijziging 21-06-2022
188 beschreven archiefstukken
3 gedigitaliseerd
totaal 52 bestanden