In 1927 werd door Vrouwe A. gravin von der Goltz, geb. jonkvrouwe Brantsen en Vivian J.L.T. baron Brantsen het grootste gedeelte van het in hun bezit zijnde familiearchief Brantsen geschonken aan het Rijksarchief in Gelderland te Arnhem, terwijl de ambtelijke stukken, afkomstig van Mr. Gerard Brantsen, ambassadeur te Parijs, werden overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage. Nadat in volgende jaren nog enige kleinere schenkingen werden ontvangen, verwierf het Rijksarchief in Gelderland in 1955 een belangrijk bestanddeel van het familiearchief Brantsen als legaat van Vivian J.L.T. baron Brantsen. Bij dit legaat bevond zich eveneens een gedeelte van het familiearchief Van Schinne, dat door het kinderloos overlijden van de kinderen van Jonkheer Isaac van Schinne en Johanna Theodora Mossel was vererfd op de kinderen van haar zuster Andrea Helena Mossel, echtgenote van Gerard Brantsen. Daar dit archiefje volkomen los stond van het familiearchief Brantsen, is het in 1958 overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief. In 1959 werden de brieven, door Mr. Gerard Brantsen, ambassadeur te Parijs, geschreven aan zijn oom Mr. Willem Reinier Brantsen en aan zijn broeder Mr. Derk Willem Abraham Brantsen, overgedragen door de Algemeen Rijksarchivaris ter vereniging met het familiearchief, daar deze brieven in 1927 ten onrechte aan het Algemeen Rijksarchief waren afgestaan tegelijk met het archief van de ambassadeur. Tenslotte werden in 1960 de archivalia verkregen, die hadden berust onder J.C.J. baron Brantsen. Deze aanwinst behoorde vrijwel geheel tot het familiearchief Van Schinne, dat aan het Algemeen Rijksarchief werd overgedragen.

Bij de inventarisatie van het archief bleek het gewenst met het familiearchief Brantsen te verenigen het archief Rhederoord, dat door N.J.H. van Hasselt aan het Rijksarchief in Gelderland was geschonken, nadat hij in 1911 het huis Rhederoord van de familie Brantsen had gekocht. De familie Brantsen had zeer vele goederen in het ambt Rheden, die soms in één hand waren verenigd, dan weer toebehoorden aan verschillende leden van dit geslacht, terwijl het goed Rhederoord, dat menigmaal m het bezit is geweest van ongehuwde leden van het geslacht Brantsen, bij magescheid niet steeds als een bijbehorend complex werd beschouwd. Het leek dan ook raadzaam het archief Rhederoord wederom te verenigen met het familiearchief Brantsen, waarin eveneens vele stukken betreffende Rhederoord voorkwamen.

Voor de concordantie van de oude inventarisnummers van Rhederoord (gedrukt in Verslagen omtrent 's Rijks Oude archieven, 1922, II, p. 64) en de nieuwe inventarisnummers zie men bijlage II.
Eén stuk, een minuutakte betreffende de opzegging van een pandschap van tienden door de Gelderse rekenkamer, werd overgebracht naar het archief van de Gelderse Rekenkamer, Inv. nr. 1813, uit welk archief het vermoedelijk was verwijderd door Mr. Gerard van Hasselt als bewijsplaats voor de genealogie Brantsen (vermeld in inv. nr. 4 onder nr. 33).

De overwegingen, die hebben geleid tot de vereniging van het archief Rhederoord met het familiearchief Brantsen, golden niet voor het archief van het huis Hulkestein bij Arnhem, weliswaar is ook dit huis geruime tijd in het bezit geweest van de familie Brantsen, maar het archief Hulkestein loopt verder door dan 1827, het jaar waarin Hulkestein door de Brantsens werd verkocht. Enkele stukken uit het familiearchief Brantsen zijn overgebracht naar 0406 Huis Hulkestein (inv.nrs. 10a, 17a, 23a, 42a, 42b, 42c en 46a).