0313 Klein Convent of Sint-Catharinenberg te Doesburg ( Gelders Archief )
0313
Klein Convent of Sint-Catharinenberg te Doesburg
Inleiding
2. Geschiedenis van de archiefvormer
0313 Klein Convent of Sint-Catharinenberg te Doesburg
Inleiding
2.
Geschiedenis van de archiefvormer
Over het Kleine convent zie men de studie van P. D. van Heel, De Tertiarissen van het Utrechtsche kapittel, in : Archief Aartsbisdom Utrecht 63 (1939), vooral blz. 128, nr. 22.
Dit klooster, dat aan de Bergstraat tegenover het Fraterhuis gelegen was en St. Catharina op den berg of op den berg Sinaï genoemd werd, moet tusschen 1407 en 1439 gesticht zijn. In het eerstgenoemde jaar wordt het Groote convent nog "dat Convent" genoemd (reg.no. 259), terwijl het Kleine convent in het laatstgenoemde jaar reeds bestaat en evenals het Fraterhuis en het Groote convent een overeenkomst met den pastoor aangaat over de verhouding tot de parochiekerk (De Geer tot Oudegein, Archieven der ridderlijke Duitsche Orde, Balie van Utrecht, II no. 640). Volgens Huygen blz. 10 is het gebouw in 1586 door het krijgsvolk van Leicester tot den grond toe afgebroken, met uitzondering van de kapel. Later is deze waarschijnlijk bouwvallig geworden en heeft zij toen hetzelfde lot ondergaan. De zuidelijke gevel bestaat nog heden ten dage voor het onderste gedeelte en doet thans dienst als tuinmuur tusschen twee tuinen. Van het kloosterarchief is zeer weinig bewaard gebleven. Wellicht is het meerendeels in 1586 door het optreden der Engelsche troepen verloren gegaan. De goederen van het klooster stonden aanvankelijk onder bewind van het stedelijk bestuur en zijn na 1600 onder het bestuur van Gedeputeerde Staten van het kwartier van Zutphen gekomen. Evenals die van het Fraterhuis worden zij in de rekeningen van de rentmeesters der geestelijke goederen van het Kwartier vermeld.
In 1707 is er op het terrein van het Kleine convent een schat gevonden. Zie Oud archief Doesburg, inv.nr. 1903 (bij het Streekarchivariaat De Liemers en Doesburg) en A.J. van de Ven, De rechtsgevolgen eener schatvinding te Doesburg in 1707. In: Verslagen en Mededeelingen Oud-Vaderlandsch Recht, IX, 553.
Dit klooster, dat aan de Bergstraat tegenover het Fraterhuis gelegen was en St. Catharina op den berg of op den berg Sinaï genoemd werd, moet tusschen 1407 en 1439 gesticht zijn. In het eerstgenoemde jaar wordt het Groote convent nog "dat Convent" genoemd (reg.no. 259), terwijl het Kleine convent in het laatstgenoemde jaar reeds bestaat en evenals het Fraterhuis en het Groote convent een overeenkomst met den pastoor aangaat over de verhouding tot de parochiekerk (De Geer tot Oudegein, Archieven der ridderlijke Duitsche Orde, Balie van Utrecht, II no. 640). Volgens Huygen blz. 10 is het gebouw in 1586 door het krijgsvolk van Leicester tot den grond toe afgebroken, met uitzondering van de kapel. Later is deze waarschijnlijk bouwvallig geworden en heeft zij toen hetzelfde lot ondergaan. De zuidelijke gevel bestaat nog heden ten dage voor het onderste gedeelte en doet thans dienst als tuinmuur tusschen twee tuinen. Van het kloosterarchief is zeer weinig bewaard gebleven. Wellicht is het meerendeels in 1586 door het optreden der Engelsche troepen verloren gegaan. De goederen van het klooster stonden aanvankelijk onder bewind van het stedelijk bestuur en zijn na 1600 onder het bestuur van Gedeputeerde Staten van het kwartier van Zutphen gekomen. Evenals die van het Fraterhuis worden zij in de rekeningen van de rentmeesters der geestelijke goederen van het Kwartier vermeld.
In 1707 is er op het terrein van het Kleine convent een schat gevonden. Zie Oud archief Doesburg, inv.nr. 1903 (bij het Streekarchivariaat De Liemers en Doesburg) en A.J. van de Ven, De rechtsgevolgen eener schatvinding te Doesburg in 1707. In: Verslagen en Mededeelingen Oud-Vaderlandsch Recht, IX, 553.
laatste wijziging 21-01-2021
4 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 21-01-2021
4 beschreven archiefstukken
Kenmerken
laatste wijziging 21-01-2021
4 beschreven archiefstukken