Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren de bij de Wet op de Kamers van Koophandel en Fabrieken in 1922 ingestelde regionale Kamers vervangen door telkens één Kamer in elke provincie. De regionale Kamers werden kantoren van de provinciale Kamer.

Na de oorlog werd de oude situatie hersteld door de Wet op de Kamers van Koophandel en Fabrieken 1950 (Staatsblad K 367). Deze wet bepaalde in art. 17 dat de Kamers in een provincie moesten samenwerken. Hierop vooruitlopend vergaderde in Gelderland op 22 november 1949 voor het eerst het Dagelijks Bestuur van de provinciale Kamer met de voorzitters en ondervoorzitters der Raden van Bijstand bij de regionale kantoren en de secretarissen van die kantoren.

Deze vergaderingen werden voortgezet als "vergaderingen van de voorzitters en secretarissen van de in Gelderland gevestigde Kamers van Koophandel en Fabrieken". Deze vergadering nam op 3 februari 1952 het besluit over te gaan tot vaststelling van een "Reglement van Samenwerking" ter uitwerking van genoemd wetsartikel.

Het Reglement bepaalde dat onverlet de zelfstandigheid van de 5 deelnemende Kamers (Arnhem, Harderwijk, Nijmegen, Tiel en Zutphen) samengewerkt zou worden bij met name aangelegenheden "welke zich bij uitstek lenen om in provinciaal verband behandeld te worden c.q. ¿ waarover een meningsuiting der gezamenlijke Kamers tegenover derden nuttig wordt geacht". Naast onderwerpen de interne dienst betreffende, werd met name gedacht aan: subsidies; leges en andere heffingen; adviezen en adressen; dienstregelingen; administratieve voorschriften; verkeersaangelegenheden; handelspolitiek (art. 2).

De samenwerking kreeg de vorm van vergaderingen van voorzitters en secretarissen van de Kamers of hun plaatsvervangers. Plaats van vergadering was in beginsel Arnhem. De secretaris van de Kamer voor Midden- Gelderland te Arnhem voerde het secretariaat, op het adres "Samenwerkende Kamers van Koophandel en Fabrieken in Gelderland" (SKKG). De kosten werden door een jaarlijkse omslag over de deelnemers gedekt. * 

In 1963 vond een kleine aanpassing van het Reglement plaats in verband met art. 20 van de nieuwe Wet op de Kamers van Koophandel en Fabrieken. In 1973 werd het samenwerkingsverband opgevolgd door de Stichting Samenwerkende Kamers van Koophandel en Fabrieken in Gelderland en werd de afkorting voor de stichting SKKG vervangen door SKG.

In 1983 werd de Wet op de Kamers van Koophandel en Fabrieken gewijzigd. In de wet kwam de verplichting voor de Kamers van Koophandel in een provincie om ter bevordering van de economische belangen van handel, industrie, ambacht en dienstverlening een Samenwerkingsorgaan in te stellen. Door deze wetswijziging heeft de Stichting haar wettelijke basis gekregen. In 1990 werd de Stichting officieel goedgekeurd door het Ministerie van Economische Zaken. Op grond van de nieuwe Wet op de Kamers van Koophandel moesten alle Kamers van Koophandel met elkaar fuseren. De Stichting is als gevolg hiervan in 1997 opgeheven.