Uw zoekacties: Houthandel Oppedijk te IJlst

97 Houthandel Oppedijk te IJlst ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inventaris
1.4. Rechterlijk archief IJlst
K4 Op 19 november 1758 verkoopt Cornelis Aebesz. Bakker, gehuwd met Tettie Jacobs., koopman te IJlst aan Daniël de Block van Scheltinga en Melle Jentjes. Schaafsma, een voor "enige jaren nieuw gebouwd huis met twee rooyale zeer vraey betimmerde kaamers en twee houtstekken, aan de Popmaburen aldaar. In het ene houtstek bevindt zich ook een "schriefkamer" (zie verder de akte). N.B. In 1769 wordt M.J. Schaafsma eigenaar van het geheel.
Bovengenoemd huis met houtstekken komen voor in het reëelkohier van IJlst onder nummer 8.
Reëelkohier 1776: (mei 1776 tot en met april 1777)
nr. 8 Melle Schaafsma, eigenaar en gebruiker van een huis met 2 houtstekken. Huur: 30 gulden.
nr. 13 J.W. Oppedijk, eigenaar en gebruiker van een huis.
nr. 14 Melis Oppedijk, eigenaar en gebruiker van een huis.
nr. 15 Melis Oppedijk, eigenaar en gebruiker van een smederij.
Reëelkohier 1779 (1778 ontbreekt): (mei 1779 tot en met april 1780)
nr. 8 Melle J. Schaafsma, nu Lolkje Jorritsma, eigenaar en gebruiker van een huis en twee houtstekken.
nr. 13 J.W. Oppedijk, eigenaar en gebruiker van een huis.
Reëelkohier 1780:
nr. 8 Lolkje Jorritsma, eigenaar en majoor (=J.W.) Oppedijk, gebruiker van een huis en twee houtstekken.
nr. 13 J.W. Oppedijk, eigenaar van een huis, en dhr. Romar, gebruiker.
Reëelkohier 1782: als in 1780.
Reëelkohier 1783:
nr. 8 L. Rengers en J.W. Oppedijk, eigenaar en zelf gebruiker van het huis en de twee houtstekken.
Na de dood van de houtkoopman Melle J. Schaafsma, of liever, na het afwikkelen van zijn boedel, is de houthandel dus overgenomen door J.W. Oppedijk, die sinds 1780 tevens eigenaar van de zaak was!
We kunnen dus stellen dat de houthandel onder de naam Oppedijk bestaat sinds het jaar 1779 (in ieder geval niet voor 2 augustus 1778!).
Aantekeningen gemaakt aan de hand van gegevens uit het archief Oppedijk
Losse stukken zijn aanwezig uit 1694 en verder van 1743 af. Bedrijfsboekhouding aanwezig van 1757 af.
1757-1772 Debiteurenboeken aanwezig, op naam van Melle Jentjes Schaafsma (levering hout en kalk).
1769 Akte waarbij D.B. van Scheltinga zijn helft van het huis en de twee houtstekken verkoopt aan de mede-eigenaar Melle Jentjes Schaafsma, oud-burgemeester te IJlst. Zij kochten gezamenlijk dit huis met houtstekken van ....Abes. Bakker in 17.8 (onleesbaar).
1773 Wederkerig testament van Melle Jentjes Schaafsma, burgemeester van IJlst, en zijn vrouw Jiskje Sijbrens Jorritsma (geen kinderen). Zij overleed in 1773 (zie collateraal).
1778 J.W. Oppedijk betaalt in 1758 door Melle Jentjes Schaafsma geleend geld terug. (Afwikkeling nalatenschap M.J. Schaafsma).
1778 (oktober of november)
Trijntje Sybrens Jorritsma vraagt als erfgename ex testamento van wijlen Melle Jentjes Schaafsma, in leven oud-burgemeester en koopman te IJlst, overleden aldaar 2 augustus 1778, uitstel van aangifte van de collaterale successie. De boedel is namelijk zo uitgebreid dat men geen kans ziet die binnen een half jaar af te wikkelen.
15 maart 1780
Tjalling Jorritsma vraagt voor zich en de mede-erfgenamen van wijlen Trijntje Jorritsma (zij overleed te IJlst op 2 februari 1780) aan de Ged. Staten uitstel van aangifte van de collaterale successie wegens de nalatenschap van wijlen Melle J. Schaafsma.
1780 Tjeerdje Sijbrens Jorritsma, gesterkt met haar man J.W. Oppedijk, koopman te IJlst, bekent schuldig te zijn aan (haar zuster) Lolkje Sijbrens Jorritsma, weduwe van wijlen de koopman Pieter Freerksz. te IJlst (zie onder), een somma van ? 3000,- wegens de koop van een "deftig huis" en twee houtschuren op Popmaburen, welke door de koopster reeds worden gebruikt en bewoond en een somma van ? 250,- wegens de overdracht (door Lolkje aan Tjeerdje en Jan) van het kalkhok.
1795 Akte waarbij oud-burgemeester L. Rengers te IJlst zijn helft van het huis met houtstekken te IJlst verkoopt aan de bewoner en gebruiker, J.W. Oppedijk, die reeds voor de helft eigenaar was.
In 1783 hadden L. Rengers en J.W. Oppedijk dit huis met houtstekken gekocht van Lolkje Sybrens Jorritsma, de weduwe van Pieter Freerksz. van der Meulen, indertijd houtmolenaar te Almenum.
1800 In het debiteuren (of hout-) boek staat op blz. 271 "Debet aan de houtmolen van W.J. Oppedijk en Comp.".
Van 1784 af zijn er debiteurenboeken op naam van J.W. Oppedijk, waarin leveranties van hout en kalk. (Van 1773-1783 heb ik nog geen debiteurenboeken gevonden).
1804 Oudste aanwezige patent voor houtzaag- en cementmolen en houtkoopmanschap.
1850 Koop? van een zesde van een houtzaagmolen.
1859 Walle Melisz. Oppedijk koopt helft van een houtzaag- en korenmolen, genaamd "De Rat" te IJlst.
ca. 1850 Jan Wallesz. Oppedijk, directeur.
ca. 1870 Melis Wallesz. Oppedijk, directeur.
ca. 1895 Walle Melisz. Oppedijk, directeur.
1891-ca. 1906 Vennootschap o.l.v. de heren Oppedijk en zijn zwager Vilhelm Carstens?
1892 Willem Oort te Edam benoemd tot agent voor de firma.
1896 H.C.E. de Bock zal te Den Haag voor Oppedijk als zaakgelastigde optreden.
1901 Adalbert Vater te Wernfeld gevolmachtigd voor de firma om bossen te in- en verkopen.
1907 Huur van de Houthaven (te Amsterdam?).
1908 Verkoop van de houtzaagmolen aan de Geeuw te IJlst.
Ca. 1920 heeft men filialen te Den Haag, Amsterdam en Sneek.
1923 Filiaal Amsterdam opgeheven en overgedragen aan de procuratiehouder J. van Bleyenburgh, die de zaak voor eigen rekening voort zal zetten.
1944 Op 12 februari 1944 overlijdt directeur Jan Jansz. Oppedijk, geboren 12 december 1860. Hij laat drie kinderen na, te weten: mr. Jan Oppedijk, Esther Oppedijk x dokter Th.C.M. Rappard en Walle Oppedijk, houthandelaar te IJlst.
1946 Eigenaar van de zaak is Walle Oppedijk te IJlst.
1951 Omgezet in een N.V.
1969 Omgezet in een B.V.

Kenmerken

Datering:
1757-1969
Periode:
1757-1969
Auteur:
D.P. de Vries en S.T. Molenaar
Beschrijving:
Inventaris van het archief van Oppedijk B.V. houthandel, voorheen Wed. W. Oppedijk 1694, 1743-1969. Met aantekeningen over de familie Oppedijk en het bedrijf