Uw zoekacties: Rijkslandbouwconsulentschap voor Noord-Friesland te Leeuward... Frisiae Omlandicae metropolisque ibidem Groningae antiquissi...

56-01 Rijkslandbouwconsulentschap voor Noord-Friesland te Leeuwarden 1936-1969 ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
1.3. Verantwoording van de bewerking
56-01 Rijkslandbouwconsulentschap voor Noord-Friesland te Leeuwarden 1936-1969
1. Inleiding
1.3.
Verantwoording van de bewerking
De cesuren zijn gebaseerd op de data van instelling en opheffing.
De totale omvang van de ter bewerking aangeboden archieven bedroeg 33 meter, waarvan na selectie 19 meter is overgebleven. De selectie heeft plaatsgevonden aan de hand van de Algemene Vernietigingslijst van het ministerie van Landbouw en de vernietigingslijst ten behoeve van de Rijkslandbouwvoorlichtingsdiensten (1966).
De inventaris is ingedeeld in 'stukken van algemene aard' en 'stukken betreffende bijzondere onderwerpen'. In de laatstgenoemde indeling zijn vermeld de stukken betreffende het organisme, de personeelsaangelegenheden en de taken. Ten aanzien van de taken is onderscheid gemaakt tussen onderzoek, voorlichting en toezicht op het landbouwonderwijs. Voor de verdere verdeling van de stukken die onder voorlichting vallen is gebruik gemaakt van de indeling van de landbouwcode.
De stukken die niet tot het archief van de consulent behoren zijn als gedeponeerde archieven aan de inventaris toegevoegd (zie inhoudsopgave onder C).