Uw zoekacties: Klooster Marienpoort of Oegeklooster onder Bolsward

232-18 Klooster Marienpoort of Oegeklooster onder Bolsward ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
232-18   Klooster Marienpoort of Oegeklooster onder Bolsward
Inventaris
1. Inventaris
2. Regestenlijst
1 Dodo, abt van Floriduscampus, frater Allardus, prior van Abort, en frater Wylhelmus, prior van Mons bij Swollae, oorkonden dat tussen heer Tako, pastoor, heer Synedus, vicaris perpetuus, en heer Ayloffus, vicaris te Bodelswert aan de ene en heer Ludolphus en de zusters van de derde orde van de zalige Franciscus nabij Sneka aan de andere zijde een overeenkomst is aangegaan, krachtens welke de door laatstgenoemden van abt en kapittel van Floridus campus gehuurde kapel Ogacloester uit het verband van de parochie Bodelswert, waaronder zij ressorteert, wordt losgemaakt tegen betaling van een jaarlijkse en andere uitkeringen.;Datum anno Domini M CCCCXI feria sexta post Nativitatem Virginis Narie.
2 Frater Dode, abt, en het convent van St, Maria in Floriduscampus verhuren aan heer Ludolphus en zijn zuster van de derde orde van de zalige Franciscus hun uithof in Ogoclaustrum c.a. voor 50 jaar tegen 36 schilden 's jaars met o.a. recht van wederinhuur daarna op voorwaarden vast te stellen door de danmalige abt en de prior van Abort.;Datum anno millesimo quadringentesimo duodecimo ipso die Walburgis virginis.
3 Frater Thadeus, abt van Claruscampus, en frater Boynghus, abt van Menterna, door het generaalkapittel aangesteld als visitatoren van de Cisterciënzer orde in Frisia, bekrachtigen de verhuring van de uithof in Ogoclaustrum van het klooster Floriduscampus bij de brief d.d. 1 mei 1412 (rg. 2), waardoor deze is gestoken.;Datum anno Domini millesimo quadringentesimo duodecimo quinta decima diemensis Augusti.
4 Fredericus, bisschop van Trajectum, bekrachtigt de overeenkomst volgens de brief d.d. 11 september 1411 (rg. 1), waardoor deze is gestoken.;Datum anno Domini millesimo quadringentesimo decimo nono mense Aprilis die secunda.
232-18 Klooster Marienpoort of Oegeklooster onder Bolsward
2. Regestenlijst
4
Fredericus, bisschop van Trajectum, bekrachtigt de overeenkomst volgens de brief d.d. 11 september 1411 (rg. 1), waardoor deze is gestoken.;Datum anno Domini millesimo quadringentesimo decimo nono mense Aprilis die secunda.
Datering:
2 april
NB:
Inv. nr. 1;Origineel op perkament met het beschadig zegel van de oorkonder in rode was, gestoken door het charter d.d. 11 september 1411.; GEDRUKT: Arch. Aartsb. Utrecht 29, p. 224
Organisatie: Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum)
laatste wijziging 15-07-2016
5 Mathias, abt van Floriduscampus, en Johannes, prior van Thabor, stellen voor de zusters van Ogacloester nieuwe voorwaarden van inhuring vast krachtens de brief d.d. 1 mei 1412 (rg. 2), waardoor deze is gestoken en die overigens van kracht blijft.;Datum... anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo nono feria secunda post Palmarum.
6 Frater Bernardus, abt van St. Maria in Claruscampus, commissaris in Frisia van het generaalkapittel van de Cisteriënzer orde, bekrachtigt de inhuring (van Ogacloester), waarbij hij aanwezig was, krachtens brief d.d. 27 maart 1469 (rg. 5) waaraan deze als onderschrift is toegevoegd.;Datum anno et die quibus supra (anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo nono feria secunda post Palmarum).
7 Frater Johannes, abt van het Benedictijnerconvent Bethania in Frisia, geeft op verzoek van frater Johannes, geprofest priester van de derde orde van St, Franciscus, en drie substantiales van het zusterconvent in Porta S. Marie in Oghacloester, met het oog op gevaar voor verlies of beschadiging bij mogelijke opzending van de originelen ter bekrachtiging naar de Apostolische Stoel, vidimus van het huurcontract d.d. 1 mei 1412 (rg. 2) met de transfixen d.d. 15 augustus 1412 (rg. 3) en d.d. 27 maart 1469 (rg. 5 en 6) in de vorm van een afschrift van de keizerlijke notaris Henricus en Veenhusen, vervaardigd in het Minderbroedersobservantenklooster nabij Leverdia, na voorlezing door frater Nanno, gardiaan, en Johannes Reymerswael, conventuaal aldaar.;Sub anno nativitatis dominice millesimo quadringentesimo septuagesimo primo vicesima quarta die mensis Aprilis.
8 Jaricus, praenendatus, en Johannes, sacrista te Bolzwerdia, als scheidsrechters beslissend in een geschil tussen de conventualen van Oghacloester nabij Boelzwerdia en heer Mr. Gherardus, praebendatus aldaar, betreffende 8 pondematen liggende in de kloosterlanden en genaamd het Heymlicke Landt, wijzen de aanspraken van laatstgenoemde op dat land af.;Acta sunt haec in ecclesia Sancti Martini in Bolzwerdia ... anno Domioni M CCCC XI XVI die Decembris.
9 Broeder Nycolaus, pater, zuster Barbara, mater, en de kapittelzusters van het convent Oghacloester erkennen te hebben ontvangen van de executeurs testamentair van heer Jelmar, pastoor op t Nyeland, de hun gelegateerde vier koeien, alsook kwijtschelding van een schuld aan erflater, groot 50 Philipsgulden, en verbinden zich o.m. tot het lezen van zielsmissen voor hem, zijn zusters en vrienden, terwijl voor het houden van een jaarlijkse uitdeling aan de zusters op zijn sterfdag wordt gevestigd een rente van 2½ Philipsgulden op het Heymelike lant.;In den jaeren wan XV ende twaelff op den sestienden dach in Marcio.
10 Broeder Henricus, abt van Oldeclooster, executeur testamentair van heer Jelmar (overl. 23 augustus 1510), geeft eigenhandig afschrift van enige bepalingen uit diens testament en uit diens codicil, waaruit blijkt dat erflater aanvankelijk de executeurs vrijliet zijn niet gelegateerde goederen naar goeddunken onder kloosters, parochies e.d. te verdelen, terwijl hij later in zijn codicil een legaat groot 15 pondematen land te Knossens voor de helft aan (de) huiszittende armen en voor de helft aan het gasthuis te Snutze vermaakte, en voorts zijn executeurs machtigde de legaten te vergroten op te verkleinen, dit laatste wegens een dienaangaande gerezen geschil tussen Goedffreent Gosselixz. en Lolke Wiglez.
11 Douwe Martenz. en Eeck, echtelieden te Lopens onder Cubaert, dragen over aan pater, mater, procuratrix, seniores en conventualen van Oegeclooster 3 (in 6) pomndematen land ten oosten van de Grotefenne en 1½ pondemaat, de Pannekoeke, bij Joernemaland,Inthiefenne en het land van Oldecloester, tezamen 4 1½ pondemaat, afkomstig van Dirick Rogman, met een toehaal van 140 goudgulden in ruil voor de 14 pondematen en 3 einzen te Lopens waar zij op wonen.;Anno Domini dusent vyffhondert tweendertich den XIIten Septembris.
12 Jelmarus, pater, Barbara Yntzed., mater, Teckla Hesselsd., Procuratrix, en de conventualen van Oeghecloester bij Boolswert, met specia;e toestemming van Ffoeck en Teekla Syurdsd., geprofeste zusters aldaar, dragen in erfpacht over voor 7 goudgulden 's jaars aan Gerck Feykez. en Auck Wopkod., echtelieden wonende op Rioerdsmagoed te Riewert onder Hyuns, hun rechten op dat goed, hun aangekomen van Gerbe Seerpz., hun gewezen bouwmeesters en de beide genoemde zusters.;Int jair ons Heren XVc ende drieendedertich opten XIIIIten Maij.
13 Heer Hoyte, pastoor te Jellum, en Heercke Feyckes. te Hoptille, scheidslieden in het geschil tussen heer Jelmer, pater, Barber Ynttyed., mater, Teecla Hesselsd., procuratrix, en de conventualen van Oegheclooster aan de ene en Gerck Feyckez. en Auck Wopked. op Reuwertsmagoed te Hwns aan de andere zijde, wijzen aan het convent, optredend namens Gerbe Seerpz. en Foeck en Teecla Seerpsd., medeconventualen, een rente van 7 gouden florenen 's jaars uit genoemd goed toe.;Int jaer ons Heeren vyfthien hondert drye ende dertich opten neghenthienden Septembris.
14 Idt Claesd., mater, en Taets Egnertsd., procuratrix van het convent Oeghecloester nabij de vrije Hanzestad Bolswerdt in Westvrijeslandt, alsmede heer Joachimus Eernsemius, pastoor aldaar en van het convent, verklaren dat hun geprofeste zusters Lubbrich en Welmoedt Johansd., geboortig uit de Dam, erfgenamen zijn van hun moeder Aeff Hercked. (overl. te Harlem 28 maart 1568) voor een bedrag van 42 Caroligulden, thans berustend onder Loch Allerss te Groengen, en verzoeken een ieder hun te willen helpen om hun erfdeel in bezit te krijgen.; Datum wuyth Oegecloester den XXXsten Maij anno XV LXIX.
laatste wijziging 10-02-2021
20 beschreven archiefstukken

Kenmerken

Datering:
1411-1569
Periode:
1411-1569
Beschrijving:
Klooster Marienpoort of Oegeklooster onder Bolsward
Categorie:
laatste wijziging 10-02-2021
20 beschreven archiefstukken