Uw zoekacties: Archief Prof. Dr. Anthonia Feitsma

1830 Archief Prof. Dr. Anthonia Feitsma ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
Inleiding
1830 Archief Prof. Dr. Anthonia Feitsma
Inleiding
VOORWOORD/FOAROPWURD

Fan in minske en de dingen dy’t nea foarby geane

Tresoar bewarret tûzenen meters argyf fan ynstellings, fan bewegings, fan partikulieren, skriuwers, politisi, fan famyljes, ensfh. Mei dizze argiven en de tagongen dy’t wy meitsje, bouwe wy oan it Fryske erfguod dat net allinne in spegel fan ús ferline en ússels is, mar dat ek brânstof is om nei te tinken oer hjoed en moarn. It ferline is nea foarby. Dat jildt wol hiel dúdlik foar it belangrike argyf fan prof. Tony Feitsma dat yn dizze ynventaris beskreaun wurdt en tagonklik makke wurdt foar ûndersikers en belangstellenden yn de hiele wrâld. Tony Feitsma wie alles tagelyk: in ‘ynstitút’, in beweging, in skriuwster, in wittenskipster en fansels ek in hiel bysûnder minske. Tony Feitsma wie in eksponint fan de ûntwikkeling fan Fryslân, Fryske Beweging, taal- en kultuerpolityk fan hast de hiele twadde helte fan de tweintichste iuw. Dêrmei is ek it belang fan dit argyf fuortendaliks oantsjutten. Yn de Fryske skiednis wie Tony Feitsma wier in ‘histoarysk’ figuer en elkenien dy’t de tweintichste iuw fan Fryslân begripe wol kin net om har hinne. Mei it wurk fan Barteld de Vries, dellein yn dizze ynventaris, krije wy dat belang nochris helder foar eagen. It moaie is dat argyf en ynventaris neat ôfslute, mar just nije perspektiven iepenje en ús ynspirearje kinne om kritysk nei de takomst te sjen. Wa’t yn de kunde komt mei Tony Feitsma en har neilittenskip sil ûntdekke dat – yn in positive betsjutting – guon dingen lyk as it stribjen foar in libbene Fryske taal en kultuer, nea foarby geane.


Bert Looper, direkteur Tresoar. Ljouwert, 9-3-2018
INLEIDING

De naam van professor dr. Anthonia Feitsma (1928-2009) – beter bekend als Tony Feitsma – was een begrip in kringen van de beoefenaars van de Friese taal en letterkunde en in de Friese beweging. Niet voor niets kreeg de bundel die in 2015 aan haar en haar werk is gewijd, de titel Wittenskip en Beweging. 1) Daarin is voor het eerst een uitgebreid overzicht gegeven van allerlei aspecten van haar activiteiten op de genoemde terreinen. De redactie van het boek noemde het “in foech fûnemint”, waarop een latere biograaf kon voortbouwen. 2)

Veel informatie over haar leven en haar werkzaamheden kan men aantreffen in haar “persoonlijk archief”. De inventarisatie heeft uitgewezen dat dit niet alleen een grote hoeveelheid stukken bevat, maar dat deze vooral betrekking hebben op een groot scala aan onderwerpen op het gebied van de Friese taal, letterkunde, cultuur en politiek, voorts aspecten die verband houden met de Friese beweging. Dit maakt dat het archief voor de bestudering van deze vakgebieden van veel belang is.
In deze inleiding volgt een korte biografie ter toelichting bij de inventaris. Voor verdere biografische gegevens verwijs ik naar het bovengenoemde overzichtswerk.

Tony Feitsma was in 1928 in het Friese Brantgum geboren, maar zij groeide op in de Wieringermeerpolder, waar haar vader na een kort intermezzo een boerderij had. Deze droeg de naam Antonia Hoeve. Met haar beide broers werd zij met het Fries groot gebracht.
In schoolopstellen komen wij al ‘mijn autobiographie’ en verhalen over het leven op de boerderij tegen. 3) Een echte autobiografie schreef zij echter nooit.
In de genoemde polder hadden zich in de loop der tijd meer Friese families gevestigd, die na verloop van tijd de behoefte voelden om zich te organiseren. Tony Feitsma was in 1946 één van de initiatiefnemers voor de oprichting van een Friese krite in deze polder. 4) Veel later, in 1976, werkte zij mee aan een onderzoek naar het gebruik van de Friese taal en het taalbesef door inwoners van dit gebied. 5)
In 1946 begon Feitsma aan de Universiteit van Amsterdam een studie Deens, maar vanaf het begin ook Fries bij professor Godard Gosses. Blijkbaar viel zij daar al op, want in 1950-1951 werkte zij mee aan de voorbereidingen voor de uitgave van een Oudfries lexicon, waarbij zij in contact kwam met Teake Hoekema, Meinte Oosterhout en prof. J.H. Brouwer van het Frysk Ynstitút in Groningen. 6) In 1950 maakte zij een reis naar Denemarken, waarvan één van de schaarse foto’s van haar uit die tijd getuigt. 7) Het Frans dat zij als tweede bijvak tijdens haar studie had gekozen, kwam haar later zeer van pas. In 1956 werd zij benoemd tot lerares in die taal aan de Rijks HBS in Harlingen, waar zij tot 1961 werkzaam was. In 1959 organiseerde zij samen met haar collega Klaas Dykstra cursussen Fries voor leerlingen van de school. 8)
In de tussentijd hield zij zich ook bezig met de studie van het Fries. 9) Samen met een groot aantal sympathisanten begon zij in hetzelfde jaar een actie om de Fryske Akademy te bewegen om in het Groot Fries Woordenboek het Fries als voertaal te gebruiken. 10) Ook de pers werd ‘bewerkt’. Feitsma merkte daarover nog het volgende op: ‘Hoe krije wy de Fryske parse Frysker, hoe krije wy in Frysk deiblêd?’ 11) Al in de jaren ’50 van de vorige eeuw bleek dat zij een flinke bekendheid genoot. Zij onderhield met diverse Friese auteurs en ‘bewegers’ contacten. 12) In dit licht is het niet verbazingwekkend dat zij in 1961 aan de wieg stond van de ‘Stúdzjerounte’, die vooraf ging aan de oprichting van de Frysk Nasionale Partij. 13)
Tony Feitsma verwisselde in 1961 haar baan als lerares met die van wittenskiplik meiwurkster bij het Frysk Ynstitút in Groningen. Daarmee begon een lange carrière op het gebied van de wetenschappelijke beoefening van het Fries. De lijst van uitgebrachte publicaties kwam daarmee in een stroomversnelling.
In 1968 volgde haar benoeming tot wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en in 1976 als buitengewoon hoogleraar Friese taal en letterkunde. Hier werkte zij samen met prof. dr. Henk Meijering. Vanaf 1985 doceerde zij het vak eveneens aan de Universiteit van Amsterdam. In 1974 was zij cum laude gepromoveerd op een proefschrift over Gysbert Japicx. Tijdens haar hoogleraarschap vatte zij diverse projecten aan, die veel hebben betekend voor de bestudering van het Fries. Een opvallend bijvak was “Bibelfrysk”. Het aantal studenten dat de colleges Fries volgde was niet groot, maar in die tijd een redelijk aantal. In 1970 waren het twintig en de jaren daarna bleef dit op hetzelfde peil. 14) Voor de universiteit schreef zij diverse ‘memoranda’ over de positie van de Frisistiek aan de V.U. en aan andere universiteiten. 15) Het plan voor een rondreizende hoogleraar Fries in 1972 werd niet gerealiseerd. 16) Samenwerkingsprojecten tussen de hoogleraren Fries en de Fryske Akademy is in die jaren niet van de grond gekomen.
Tijdens haar professoraten had Feitsma verschillende internationale contacten. Ook sprak zij op buitenlandse congressen. Haar netwerk was zeer uitgebreid.
In 1989 publiceerde Feitsma Kronyk fan fjirtich jier stúdzjerjochting Frysk oan de VU (1949-1989). De laatste jaren vóór haar pensioen maakte zij zich sterk voor de voortzetting van haar leerstoel. Zij ervoer het als zeer teleurstellend dat haar faculteit bij de V.U. daarna werd opgeheven.
In de tussentijd was Tony Feitsma actief in vele redacties, commissies en werkgroepen die werkzaam waren op het gebied van de Friese taal en cultuur. Haar activiteiten kenmerkten zich door een grote kennis van zaken, vasthoudendheid en scherpe reacties op uitingen van personen van wie zij wist of meende dat hun ideeën of artikelen niet of onvoldoende onderbouwd waren. Dit had niet alleen vele discussies, correspondenties en polemieken tot gevolg maar leidde ook tot het uittreden uit besturen en redacties. 17) Dit laatste was onder meer het geval als secretaris van het Taelkundich Wurkforbân van de Fryske Akademy en als lid van de redactie van De Stiennen Man, het tijdschrift van de Ried fan de Fryske Beweging. Het meest curieuze geval was dat van het Wurkforbân. 18) Nadat Feitsma, overigens met de gehele redactie, teruggetreden was uit De Stiennen Man, begon zij met hen een eigen tijdschrift onder de naam Fryx. Het blad muntte uit door de degelijke documentatie die zij erin opnam. 19)

In 1969 stond zij aan de wieg van de Ynteruniversitaire Stúdzjeried Frysk, die bedoeld was voor de studie van de Frisistiek en het bijeenbrengen van diegenen die zich hiermee bezighielden. 20) De Stúdzjeried organiseerde jaarlijks een congres, waarvoor ook sprekers uit het buitenland werden uitgenodigd. In deze Ried bewogen zich veel actieve studenten. De activiteiten leidden er in 1969 toe, dat er een conflict met de Fryske Akademy ontstond over de inhoud van een verslagboekje van een congres. 21) Dit hield verband met het niet nakomen van beloften van dat instituut.
De vele spellings- of ‘staverings’perikelen in Friesland hadden als effect dat in 1976 door de eigenzinnige Tony Feitsma en enige geestverwanten de Feriening fwar un goede Fryske stavering werd opgericht. De naam van de organisatie verraadt meteen al dat het hier niet ging om het promoten van de ‘gangbare’ Friese spelling. De vereniging bestond slechts enige jaren.
Tot de activiteiten behoorde onder andere het benaderen van onderwijzers in verband met het gebruik van de Friese taal op scholen. 22) Een concept van een historisch overzicht bevindt zich in het archief. 23)
Hoewel scherp van tong en pen, ondervond Tony Feitsma ook waardering. Dat uitte zich onder andere in de haar aangeboden Jiddyjefte bij haar 50ste verjaardag en de Nije jiddyjefte bij haar 60ste verjaardag. Hierin werden overzichten van haar publicaties opgenomen, voorzien van ‘luchtige’ illustraties. In 1988 ontving zij de Joast Halbertsmapriis.
Ook na haar pensionering als hoogleraar bleef Feitsma actief op haar vakgebied. In 1995 aanvaardde zij een gasthoogleraarschap germanistiek in Wenen. 24) Een zaak die haar zeer na aan het hart lag was de Provinciale Bibliotheek. Al in 1977 maakte zij deel uit van een groep Friezen die hun zorg over de toekomst van de bibliotheek uitten. 25) Ruim twintig jaar later richtte zij samen met een aantal medestanders de Stichting van wetenschappelijke gebruikers van de Provinciale- en Bumabibliotheek op, nadat zij al eerder ervoor had gepleit dat de bibliotheek een zelfstandige status moest krijgen. 26) In de oprichting van het huidige Tresoar in 2002 kon zij zich echter blijkbaar vinden. 27) Ook daarna konden nog velen van haar grote kennis profiteren, hetzij door lezingen, hetzij door haar publicaties. Een overzicht daarvan is opgenomen in Wittenskip en beweging.
De veelheid aan activiteiten weerhielden Feitsma ervan om een studie te publiceren over E.B. Folkertsma, waarvoor zij uitgebreide plannen had. 28) Door haar ziekte en leeftijd is het er niet meer van gekomen. Tony Feitsma overleed in 2009 en werd naar haar wens begraven in Brantgum. Haar vermogen liet zij na aan het Feitsma Fûns, hoewel zij eerder een andere bestemming in gedachten heeft gehad. 29)

VERANTWOORDING VAN DE INVENTARISATIE

Algemeen

Na het overlijden van Tony Feitsma is haar “persoonlijk archief” overgedragen aan Tresoar. De omvang bedroeg ongeveer 25 meter. Tijdens haar leven had zij aan het voormalige Fries Letterkundig Museum al ongeveer 6 meter overgedragen. Bij de inventarisatie zijn ook deze stukken ‘meegenomen’.
Tijdens de werkzaamheden bleek al snel dat haar archief was vermengd met stukken die waren opgemaakt en ontvangen in haar functies van hoofdmedewerker en hoogleraar aan de V.U. en aan de U.v.A. Veel van deze stukken horen in feite thuis in de archieven van deze universiteiten. Tony Feitsma maakte echter geen verschil tussen werk en vrije tijd en daarmee ook niet tussen het archief dat uit haar officiële - en nevenfuncties voortvloeide en privé stukken.
In het archief is een afzonderlijke correspondentie-serie die dateert van haar professoraat aan de V.U. aangetroffen, die zij intact gelaten heeft. Deze is als gedeponeerd materiaal in de inventaris opgenomen (inv. nrs. 904-919). Om praktische redenen en gezien het feit dat veel stukken in het Fries zijn gesteld, is er voor gekozen om al deze archivalia bij Tresoar bijeen te houden.

Het grote aantal losse stukken noopte de bewerkers soms over te gaan tot het vervaardigen van globale beschrijvingen. Het zou teveel tijd hebben gevergd om alles gedetailleerd te bewerken. Een ander probleem was het vaststellen van dateringen van vele ongedateerde stukken. Dit had in een aantal gevallen gevolgen voor het plaatsen van de stukken in de juiste rubrieken.
Een derde probleem dat zich voordeed was de selectie van het materiaal. Tijdens de inventarisatie zijn dubbele stukken verwijderd evenals het grote aantal copieën van allerlei literatuur dat mevrouw Feitsma voor haar werk nodig had. Veel daarvan was afkomstig van de voorgangers van Tresoar.
Uit haar eigen aantekeningen blijkt dat zij zelf bepaalde stukken niet kon terugvinden. Zo schreef zij omstreeks 1982: “Plon stúdzje lyteratuersoasjology. Myn jedder makke oantekeningen haf ik noch net verómfûn …” 30)

Ordening

Bij het ordenen van de stukken is een onderverdeling gemaakt tussen hetgeen zij in officiële -en in nevenfuncties heeft opgemaakt en ontvangen. Daarbij is het opgevallen dat de meest productieve periode tijdens haar professoraat aan de V.U. viel, althans als men afgaat op de hoeveelheid bewaarde stukken. Dit bracht met zich mee dat de inventaris in meerdere hoofd- en subrubrieken moest worden onderverdeeld.
Voor zover mogelijk zijn de stukken uit nevenfuncties, per functie geordend. In de praktijk bleek het vaak lastig om vast te stellen in welke hoedanigheid deze zijn opgemaakt en ontvangen.
Van een flink aantal stukken was het niet mogelijk vast te stellen in welke functie Feitsma die heeft ontvangen. Deze zijn ondergebracht in de rubriek “Stukken betreffende activiteiten op het gebied van de bevordering van de Friese taal en cultuur” (inv. nrs. 534-621).

Feitsma heeft veel gepubliceerd. Concepten van artikelen met bijbehorend materiaal zijn in een afzonderlijke rubriek ondergebracht. Dat gold ook voor de vele belangrijke documentatie die zij verzamelde.

Correspondentie

Een gedeelte van de correspondentie van Tony Feitsma is geïndiceerd op namen van afzenders en geadresseerden (inv. nrs. 90-98). De index is in enkele bijlagen achter de inventaris opgenomen.
Overige archieven

Bij het archief van Tony Feitsma zijn ook aangetroffen de archieven van de bovengenoemde Ynteruniversitaire Stúdzjeried Frysk (Y.S.F.) en dat van de Feriening fwar un goede Fryske stavering. Deze zijn afzonderlijk beschreven. Zij was secretaris van eerstgenoemde “ried” en bewaarde de stukken dus thuis. 31)
Verder bleek zij stukken van haar ouders te hebben bewaard.

Overig materiaal

Er is een grote hoeveelheid diskettes (ca. 250 stuks) bewaard gebleven, die in een later stadium zullen worden onderzocht. Dat geldt ook voor het beeld- en geluidsmateriaal.

Openbaarheid

Stukken jonger dan 50 jaar zijn slechts openbaar na schriftelijke toestemming van de bewaargever.

Slot

Bij de inventarisatie hebben in een eerder stadium de heren Michiel de Ruiter en Sybren Sybrandy veel voorwerk verricht. Voor hun grote inzet wil ik hen hier van harte dank zeggen.
Verder gaat mijn dank uit naar Jelle Krol, Alex Riemersma, Jantsje Post, Ans de Jong-Nicolai (vervaardigen van de index op de correspondentie) en het bestuur van het Feitsma Fûns.

Barteld de Vries, archivaris Tresoar. Leeuwarden, 9-3-2018.

Literatuur

Door en over Tony Feitsma is veel gepubliceerd. Het belangrijkste werk is: Anne Tjerk Popkema e.a. (red.), Wittenskip en Beweging. Skôgings oer wurk en stribjen fan prof. dr. Tony Feitsma. Ljouwert, 2015.

Barteld de Vries, ‘It argyf fan Tony Feitsma’, in: Letterhoeke 13 (2017), nr. 2, 29.

Zie verder: G. Jensma, ‘Dy’t langst hjir bliuwt, sil ‚t al besitte, of wat is er noch oer fan Tony Feitsma?’, in: Us Wurk, 65 (2016), 1-2, p. 68-72.
Noten.

1.Wittenskip en Beweging. Veel aspecten in mijn inleiding komen ook aan de orde in dit werk. Daarom is er van afgezien naar iedere vermelding te verwijzen.
2.Idem, 10.
3.Inv. nr. 4.
4.Inv. nr. 45.
5.Inv. nr. 262.
6.Inv. nr. 534.
7.Inv. nr. 64.
8.Inv. nr. 113.
9.Inv. nr. 388 e.v. Wittenskip en Beweging, 13.
10.Inv. nrs. 539 en 540. Zie ook inv. nr. 395. De stukken bevatten ook informatie over de aanhangers van de actie.
11.Inv. nr. 539.
12.Dit blijkt uit aantekeningen in haar bûsboekjes.
13.Inv. nrs. 432 en 433.
14.Inv. nr. 905.
15.Zie b.v. inv. nr. 906.
16.Inv. nr. 848.
17.Inv. nr. 660.
18.Inv. nr. 402.
19.Al in 1977 en 1978 bood zij in stukken in De Stiennen Man veel documentatie; zie Liuwe Westra, ‘Flammedraachster, fjoeroanstekster: lôge, let ta jiske tard. Tony Feitsma as Frysk Beweger’, in: Wittenskip en Beweging, 148, noot 61.
20.Zie inv. nr. 858: betreft de oprichting.
21.Inv. nr. 860.
22.Inv. nr. 894. Opgericht 15-5-1976.
23.Inv. nr. 903.
24.Inv. nr. 521.
25.Inv. nr. 558.
26.Inv. nr. 523 e.v.
27.Mededeling van collega’s van Tresoar, 2018.
28.Inv. nr. 759.
29.Inv. nr. 524.
30.Inv. nr. 288.
31.Inv. nr. 847, brief d.d.23-6-1971. Op 9-5-1994 werd een brief aan de leden gestuurd met het voorstel tot opheffing. De vereniging gaf het blad Ut’e pinne uit.

Kenmerken

Auteur:
B.H. de Vries