Uw zoekacties: Decama-, Cuyck- en Foeyts Veencompagnie

103 Decama-, Cuyck- en Foeyts Veencompagnie ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
2. Tweede gedeelte, Erfpachtbrieven, 1588-1845
103 Decama-, Cuyck- en Foeyts Veencompagnie
2.
Tweede gedeelte, Erfpachtbrieven, 1588-1845
689 26 december 1606; Anna Mertens, Tjeerd Hoytses, Anne en Cornelis Rinnerts, wonende in Luinjeberd en Tjalleberd, voor hun zelven en mede caverende de rato voor hun respective huisvrouwen, hebben verpacht toegestaan en overgedragen, voor de tijd van 25 bruikbare jaren aan Jr. Tjalco van Sickinga, zekere veenen, vallende op en aan hun landen in het dorp Tjalleberd gelegen, hebbende ten oosten die van de compagnies veenen, van Jan Jansen, Roeloff Luytges en Bonne Idses eertijds uitgekomen, ten westen Arien Sipkes erfgenamen, en dat in de lengte van 250 veenroeden, strekkende en beginnende zuidwaarts van de westergruppel van de zestien roeden eertijds uitgekomen van Gerbrant Meyntses stiefkinderen en noordwaarts tot in de lengte van 250 roeden als voors., voor een jaarlijkse pacht, op Allerheiligen avond, doch St. Marten wel betaald, voor ieder roede breedte 28 St. en aan de verpachters huisvrouwen 6 Rosenobels tot een geschenk. Ongetekende kopie, waarop volgt een cessie waarbij Jr. Tjalco van Sickinga heeft gecedeerd en getransporteerd aan de ed. Jan van Cuyck de helft van de boven omschreven pacht, met het vrije gebruik en doorvaart van de vullingen en wijk der zestien roeden, voor de helft der te betalen pachtsom, en zullen zij te zamen op gemeen kosten de wijk of wijken maken, mits dat ieder zijn groot morgengeld, klein morgengeld alias hond- en grondgeld aan de Compagnie zelf zal hoeden en betalen. Getekend origineel van de 28 december 1606 met een concept of minute van deze acte
706 2 november 1629; Mr. Willem van de Sandt, als last- en procuratie bekomen hebbende van Dirck van Velpen als curator over de boedel van de oude Jan Boll, geadsisteerd met mr. Hendrick van Detten, advocaat volgens procuratie d.d. 2 juni 1627 (en andere stukken) heeft gecedeerd, getransporteerd en overgedragen aan Johannes Sixti Crack, voor zich zelf en mede van wege zijn broeder Sixtus Crack elk voor de helft, alle alzulke actie en gerechtigheid van erfpacht van alle de vullingen de oude Johan Boll zijn toekomende, gelegen in 't Heerenveen van de Dracht tot de commandeurs zeven roeden toe, uitgezonderd die vullingen bij Berent Vuyten Engh c.s. gekocht enz. voorts wordt mede overgedragen alle de vullingen en gerechtigheden volgens de bescheiden en acten van cessie van 30 juli 1626, 2 juni en 5 november 1627, voor de som van 1140 caroli gulden. Getekend origineel met een ingelost reversaal van Johannes Sixti Crack, c.s. wegens de betaalde koopsom met afzonderlijke kwitantie. Hierbij ook een kopie van bovengemelde procuratie van 2 juni 1627, getekend door J. Wibrandi 1631. benevens een authentieke kopie van de acte van de 5e november 1627, waarbij Dirck van Velpen als curator van de boedel van de oude Johan Boll, geadsisteerd met mr. Hendrick van Detten, ten behoeve van Jr. Johan Baptista van Sickinga en Willem van de Sande heeft geedeerd, alle alzulke actien en gerechtigheden van de pachten enz. der veenen van de Dracht tot aan de commandeurs 7 roeden, zo aan de zuid- als noordzijde
1090 4 september 1819; Jacob Klazes Hogeveen voornoemd, heeft verpacht aan Jr. Henricus Fransiscus Josephus Baron van Schenk van Nijdeggen, grietman over AEngwirden, wonende te Terbandsterschans, Willem van Doesburg, controleur der accijnsen van de 1e klasse te Heerenveen, mr. Helenus Marinus Speelman Wobma, hoofdontvanger der in- en uitgaande rechten en accijnsen in de directie Friesland, mede woonachtig aldaar, in kwaliteit als directeuren en Giel Cornelis van den Bergh, vrederechter van het kanton Heerenveen, wonende in 't Meer, Wilhelmus Johannes van Bree en Halbe de Vrieze, beide kooplieden te Heerenveen, daartoe het recht bekomen hebbende bij koopacte van d.d. 31 januari 1819, van de heren Auke van Terwisga en Marcus van Terwisga, kooplieden en pottebakkers aan de Heerenwal, onder Nijehaske en Tiede Foppes van der Schaaf, deurwaarder bij de rechtbank van eersten aanleg te Heerenveen en aldaar woonachtig, zekere huisstede of grond bebouwd met een huizinge en schuur c.a., gequoteerd met nr. 3, gelegen op de Heerenwal, onder Nijehaske, strekkende zich van het eigendom der erven van Gosen van Terwisga ten noorden, aan welke kant de heg lans de bleek tot scheiding dient asl van ouds, tot zuidwaarts aan de gerechtigheid van Dirk Sjollema en belendende voorts ten oosten de twee gemeene roeden van de heren Compagnons en ten westen de evengenoemde erven van Terwisga, voor ¦ 7,=, jaarlijks op Maria Magdalenadag. Grosse gepasseerd alsboven, met een borderel groot ¦ 140,=, ingeschreven ten kantore der hypotheken te Heerenveen, d.d. 25 september 1819, 12e boek nr. 255. Hierbij een vernieuwd borderel volgens de wet van 4 juli 1842 (Staatsblad nr. 16) ingeschreven als boven d.d. 31 augustus 1843, boek 13 nr. 13 fol. 12 en een uittreksel van de perceelsgewijzen kadastralen legger van de gemeente Nijehaske
1115 17 februari 1820; Marcus Jacobs voornoemd, heeft verpacht aan de heer Carel Bernard ten Brink, koopman, wonende te Sneek, door koop daartoe het recht bekomen hebbende van de heer Josep Antoon ten Brink, in qlt, zekere huisstede en grond, bebouwd met een huizinge c.a. gequoteerd met nr. 120, gelegen op de hoek van de Nijehaskerschans bij de brug onder Nijehaske, strekkende zich van de heren Compagnons twee gemeene roeden of gereserveerd eigendom ten noordoosten tot zuidwaarts aan het eigendom van wijlen Roelof Jans de With, ten zuidoosten Harmen Jans Smit en ten noordwesten de rijdweg, voor ¦ 2,10, jaarlijks, op Maria Magdalenadag. Grosse gepasseerd voor de notaris mv Petrus Johannes Metz te Heerenveen, achteraan relaas van overschrijving. Hier is aangehecht een borderel voor ¦ 42,= tot securiteit voor de betaling van de eeuwige onaflosbare erfpacht. Hierbij is een insinuatie gedaan ten verzoeke van Frans Annes Jongestra, procureur te Heerenveen, in dezen voor zich zelf occuperende, vervolgende de verkoop en adjudicatie van het beslag op twee behuizingen cum omnibus annexis, staande en gelegen te Nijehaskerschans, toebehorende aan Carel Bernard ten Brink, koopman te Sneek, zich thans ophoudende te Riesenbeek bij Ipenburen, koninkrijk Pruissen, aan Marten Jacobs Hogeveen, in kwaliteit als administrator en ontvanger der heren Compagnons van Dekema, Kuik en Foits veenen, ingeschreven schuldeisers op voormelde huizingen met een kopie van gedrukt billet van de verkoop, d.d. 18 april 1835 gedaan door de deurwaarder J. Padberg
1119 29 april 1837; Marcus Jacobs voornoemd, heeft verpacht aan Tjeerd Ouendag, fabriqueur in hoeden en petten, wonende te Heerenveen, als door koop daartoe het recht bekomen hebbende van Hendrik Bruggeman, mr. blikslager mede aldaar woonachtig, zekere huisstede en grond, bebouwd met een huizinge c.a., gequoteerd met nr. 143, gelegen aan de oostkant van de straat de Dragt te Heerenveen voormeld, strekkende zich uit het midden dier straat ten westen tot oostwaarts in de scheidsloot en belendende voorts ten zuiden Lambertus Feits en ten noorden Eeuwe van Driesum, bekend ten kadaster gemeente Heerenveen, sectie A nr. 214, sedert vele jaren bij de Heeren Compagnons in eigendom bezeten, zonder dat daarvan bescheiden of titels bestaan, noch de verpachter in qlt. bekend is dat daarvan de overschrijving heeft plaats gehad, voor ? 1,50, jaarlijks, op Maria Magdalenadag. Grosse, gepasseerd voor de notaris Antonius Reynier van Voorst, te Heerenveen, achteraan: relaas van overschrijving. Hierbij een vernieuwd borderel van inschrijving voor de som van ? 30,= d.d. 30 augustus 1843, met een kadastraal uittreksel en een missive van de bovengenoemde notaris d.d. 25 april 1837, betrekkelijk het passeren van dat contract. Op de kant van het pachtcontract staat een verklaring van Roel M. Hogeveen in qlt. dat de pacht door de tegenwoordige eigenaar Eeuwe van Driezum te Heerenveen met de penning 20 is afgekocht en door deze aan hem is betaald de som van ? 30,= en ? 12,90 voor verschenen pacht van af 22 juli 1848, tot heden . maart 1847. Zie de vorige pachtbrief onder nr. 1080

Kenmerken

Datering:
1550-1932
Periode:
1550-1932
Beschrijving:
Decama-, Cuyck- en Foeyts Veencompagnie (Schoterlandse Veencompagnie)