Uw zoekacties: Rentmeestersrekeningen

4 Rentmeestersrekeningen ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
4   Rentmeestersrekeningen
Inventaris
1. Inleiding
2. Inventaris
3. Regestenlijst
1 George, hertog van Sassen, namens de Roomsch koning en het Rijk erfgubernator in Frieslanden, landgraaf in Duringen en markgraaf van Meissen, oorkondt, dat hij eet Thomas Boeckel(a)er en de gebroeders heer Jacob ridder, Floris en Dierick van Wyngaerden is overeengekomen, dat dezen tegen betaling van 16000 g.gld. de bedijking van de Groote Bilde in Frieslanden in 1505. volgens opgemaakt ontwerp, zullen voltooien, dat zij deze landen binnen- en buitendijks gedurende elfjaren (éen jaar gratis en ieder volgend jaar voor 5 g.glds. per morgen) in gebruik zullen hebben onder reserve der onbruikbare "blicken" en van het vischrecht, en dat Thomas Boeckel(a)er gedurende die 11 jaren grietman aldaar zal zijn.
2 Jacob Oom, ridder, heer van Wyngaerden en Ruybroeck, Florys en Dirck Oom van Wyngaerden. gebroeders, en Thomas Bueckelaer verklaren, dat zij accoord gaan met de opmeting van de Groete Bilt op last van heer Georgen. hertog van (Sassen) (enz.), volgens het meetboek (waarachter deze is gesteld) en dat dienovereenkomstig de pacht van goede landen en "blicken" betaald zal worden.
3 Floris van Egmont, heer van Ysselsteyn, Sinte (Maertens) dijck etc., stadhouder, en de andere raden in Friesland van de prins van Spangen etc., erfheer en gubernator der Friesland en geven heer Tyaert Buermannie, ridder en raad, commissie als grietman, rentmeester en dijkgraaf op der Bilde, onder verplichting o.a. de excys af te dragen en rekening daarvan te doen aan de rentmeester-generaal.
4 Kaerle, prins van Spaengen (enz.), heer van Vrieslant (enz.), geeft, in verband met de opdracht aan hem, door zijn oom heer Georg, hertog van Saxen (enz.), van Vrieslant "metten Bilt ende andere partien daeran hangende", heer Tjaer(t) Boreman (sic!) commissie als rentmeester van Bilt op een nader te bepalen wedde, door de Rekenkamer in de Haghe in zijn jaarrekening te verrekenen.
5 N.N. geeft akte, dat Jaer Borreman (sic!) de eed als rentmeester, volgens de commissie d.d. 1515 Aug. 8 (Reg. nr. 4), waarop deze is gesteld, heeft afgelegd in handen van heer Florys van Egmondt, jonge heer van Ysselstein, stadhouder en kapitein-generaal van Vrieslant.
6 De "Billuyden", die zich het vorige jaar tot (Heer Florys van Egmondt) hadden gewend om vrijstelling van betaling over de eerste jaren en dit voor één jaar verkregen hadden, vragen thans, daar de heer van Rogendorff van deze Bilzaken onkundig is, dat deze toezegging te boek gesteld zal mogen worden.
7 N.N. geeft akte. dat heer Florys (van Egmondt) en heer Willem van Rogendorff door Johan Rottalder hebben doen gelasten te registreeren dat men verzuimd heeft de "Billuyden" het eerste jaar pacht kwijt te schelden.
8 Florys van Egmondt, heer van Ysselsteyn, Scerpenisse en Sunte Maertensdijck etc., oorkondt, dat hij vóór enige jaren, als stadhouder-generaal van Vrieslandt namens de Koning van Spangnen etc., dengenen die voor 10 jaar Biltlanden hadden gehuurd, ter vergoeding van oorlogslasten 1 jaar pacht heeft kwijtgescholden.
9 A. de Lalaing (graaf van Hoochstraeten, hoofd van de Financiën etc.) ordonneert Jan van der Eyck van de ontvanger Willem Goudt tegen quitantie over te nemen de "behouften" der betalingen ter zake van de twee onlangs in de Hage gebouwde blokhuizen en der door Mr. Marcelis van Zegerscappelen in juli te Amsterdam gekochte en op last van de heer van Wassenaernaar het blokhuis te Worckem gezonden steenkolen enz., ter verrekening in zijn rekening van de werkzaamheden *  aan het slot te Staveren.
10 Jan van de Eycke verklaart te hebben ontvangen uit de Rekenkamer in de Hage een opgave van de grootte van de Bilt in 11 bladen ondertekend door J. Wyngaerden, F, de Wyngaerden. D. Wyngerden en Boekelaer ter overhandiging aan Johan Rottalder, rentmeester-generaal van Oestvrieslandt.
11 Kaerle, gekozen Roomsch keizer (enz.), heer van Vrieslandt (enz.), geeft Joest van Bourmania 2indexcommissie als grietman van Leeuwarderadeel als hoedanig hij jaarlijks daags na Trinitatis, als ten tijde van de vorst van Saxen, rekening en verantwoording zal doen, ten overstaan van de stadhouder of te benoemen gecommitteerden, van ontvangen consentgelden, boeten en breuken.
12 Kaerle, gekozen Roomsch keizer (enz.), heer van Vrieslant (enz.). geeft Focx van Dockum commissie als grietman van Dongerdeel Oesterzijde der Paesens, als hoedanig hij jaarlijks daags na Trinitatis, als ten tijde van de vorst van Sassen, rekening en verantwoording zal doen, ten overstaan van de stadhouder of te benoemen gecommitteerden, van ontvangen consentgelden, boeten en breuken, dragende hem tevens op de berging van zeevonden.
13 Kaerle, gekozen Roomsch keizer (enz.), heer van Vrieslant (enz.), geeft Mr. Syds van Tiarda commissie als grietman van Dantummadeel, als hoedanig hij jaarlijks daags na Trinitatis, als ten tijde van de vorst van Sassen, rekening en verantwoording zal doen, ten overstaan van de stadhouder of te benoemen gecommitteerden, van ontvangen consentgelden, boeten en breuken.
14 Kaerle, gekozen Romesche keizer (enz.), geeft Baucke Kuijper commissie als grietman van Smalgerlant, als hoedanig hij jaarlijks daags na de Zondag na Trinitatis, als ten tijde van de vorst van Sassen, rekening en verantwoording zal doen, ten overstaan van de stadhouder of te benoemen gecommitteerden, van ontvangen consentgelden. boeten en breuken.
15 Kaerle, gekozen Roomsch keizer (enz.), heer van Vrieslandt (enz.), geeft Mr. Jarich Dekama commissie als grietman van Berderadeel, als hoedanig hij jaarlijks daags na Trinitatis, als ten tijde van de vorst van Sassen, rekening en verantwoording zal doen, ten overstaan van de stadhouder of te benoemen gecommitteerden, van ontvangen consentgelden, boeten of breuken.
16 Kaerle, gekozen Roomsch keizer (enz.), heer van Vrieslant (enz.), geeft Jarich Hottinga commissie als grietman van Hennaarderadeel, als hoedanig hij jaarlijks daags na Trinitatis, als ten tijde van de vorst van Zassen, rekening en verantwoording zal doen, ten overstaan van de stadhouder of te benoemen gecommitteerden, van ontvangen consentgelden, boeten en breuken.
17 Kaerle, gekozen Roomsch keizer (enz.), heer van Vrieslandt (enz.), geeft heer Godescalck van Jongama, ridder en raad in Vrieslandt, commissie als grietman van Wonseradeel, als hoedanig hij jaarlijks daags na Trinitatis, als ten tijde van de vorst van Saxen, rekening en verantwoording zal doen, ten overstaan van de stadhouder of te benoemen gecommitteerden, van ontvangen consentgelden, boeten en breuken, dragende hem tevens op de berging van zeevonden.
18 Kaerle, gekozen Romsch keizer (enz.), heer van Vrieslant (enz.), geeft Lyuwe Aedtgaertsz. uit Ylst commissie als grietman van Doenyewerstall, als hoedanig hij jaarlijks daags na Trinitatis, als ten tijde van de vorst van Sassen, rekening en verantwoording zal doen, ten overstaan van de stadhouder of te benoemen gecommitteerden, van ontvangen consentgelden. boeten en breuken, dragende hem tevens op de berging van zeevonden.
19 Kaerle, gekozen Roomsch keizer (enz.), heer van Vrieslandt (enz.), geeft Douwe Hoytes commissie als grietman van Haesgervijfgae, als hoedanig hij jaarlijks daags na Trinitatis, als ten tijde van de vorst van Sassen, rekening en verantwoording zal doen, ten overstaan van de stadhouder of te benoemen gecommitteerden, van ontvangen consentgelden, boeten en breuken.
20 Kaerle, gekozen Romsch keizer (enz.), heer van Vrieslant (enz.), geeft Ydts Tiebbesz. commissie als grietman van Scotterlant en Aenwaert, als hoedanig hij jaarlijks daags na Trinitatis, als ten tijde van de vorst van &assen, rekening en verantwoording zal doen, ten overstaan van de stadhouder of te benoemen gecommitteerden, van ontvangen consentgelden, boeten en breuken.
21 Kaerle, gekozen Romsch keizer (enz.), heer van Vrieslant (enz.), geeft Lyckle Eebelsz. commissie als grietman van Stellingwerff Oestereynde *  , als hoedanig hij jaarlijks daags na Trinitatis, als ten tijde van de vorst van Sassen. rekening en verantwoording zal doen, ten overstaan van de stadhouder of te benoemen gecommitteerden, van ontvangen consentgelden, boeten en breuken.
22 (Philips Bullandt, griffier van de Hove van Frieslandt) geeft akte, dat Joest van Burmania de eed als grietman van Leeuwarderdeel volgens de commissie (d.d. 1524 okt. 11, reg. nr 11), waarop deze is gesteld, heeft afgelegd in handen van heer Georgius Schenck, vrijheer van Tautenburch etc., stadhouder-generaal in Vrieslandt.
23 P. Bullandt geeft akte, dat Focx van Dockum de eed als grietman van Dongerdeel Oesterzyde der Paesens volgens de commissie (d.d. 1524 okt. 11, Reg. nr. 12), waarop deze is gesteld, heeft afgelegd in handen van de stadhouder-generaal in Vrieslant.
24 Bullandt geeft akte, dat Mr. Sydts van Tziarda de eed als grietrnan van Dantummadeel volgens de commissie (d.d. 1524 okt. 11. Reg. nr. 13), waarop deze is gesteld, heeft afgelegd in handen van de stadhouder- generaal in Vrieslandt.
25 P. Bullant geeft akte, dat Baucke Kuyper de eed als grietman van Smalgerlant volgens de commissie (d.d. 1524 okt. 11, Reg. nr. 14), waarop deze is gesteld, heeft afgelegd in handen van de stadhouder-generaal in Fryeslant.
26 Bullandt geeft akte, dat Mr. Jarich Deckama de eed als grietman van Baerderadeel volgens de commissie (d.d. 1524 okt. 11, Reg. No, 15), waarop deze is gesteld, heeft afgelegd in handen van de stadhouder-generaal van Vrieslandt.
27 Bullandt geeft akte, dat Lyeuwe Aedtgaertsz. de eed als grietman van Doenyewerstall volgens de commissie (d.d. 1524 okt. 11, Reg. nr. 18), waarop deze is gesteld. heeft afgelegd in handen van de stadhouder- generaal in Vrieslant.
28 Bullant geeft akte, dat Douwe Hoytes de eed als grietman van Haesgervyfga volgens de commissie (d.d. 1524 okt. 11, Reg. nr. 19), waarop deze is gesteld. heeft afgelegd in handen van de stadhouder-generaal in Vrieslant, Afschrift voor in inv. nr. 44a.
29 P. Bullandt geeft akte, dat Lyckle Eebelisz. de eed als grietman van Stellingwerff Oistereynde *  volgens de commissie (d.d. 1524 okt. 11, Reg. nr. 21), waarop deze is gesteld, heeft afgelegd in handen van de stadhouder-generaal in Vrieslant.
30 Kaerle, gekozen Roemsche keizer (enz.), heer van Vrieslant (enz.), geeft Gherit Kost commissie als grietman van Stellynckwerff Oistereynde, als hoedanig hij jaarlijks daags na Trinitatis, als ten tijde van de vorst van Saxen, rekening en verantwoording zal doen, ten overstaan van de stadhouder of te benoemen gecommitteerden, van ontvangen consentgelden. boeten en breuken.
31 (Symon Bauwetten, griffier van de Hove van Friesland) geeft akte, dat heer Godtscalck van Jongama, ridder en raad, den eed als grietman van Wonseradeel volgens de commissie (d.d. 1524 okt. 11, Reg. nr. 17), waarop deze is gesteld, heeft afgelegd in handen van de stadhouder-generaal in Vrieslandt.
32 S. Bauwetten geeft akte, dat Ydts Tyehbis de eed als grietman van Schotterlant en Aenwert volgens de commissie (d.d. 1524 okt. 11, Reg. nr. 20), waarop deze is gesteld. heeft afgelegd in handen van de stadhouder- generaal in Vrieslandt.
33 Kaerle, gekozen Romsch keizer (enz.), heer van Vrieslant (enz.), geeft Lyuwe Hettes commissie als grietman van Raewerderahem, als hoedanig hij jaarlijks daags na Trinitatis, als ten tijde van de vorst van Sassen, rekening en verantwoording zal doen, ten overstaan van de stadhouder of te benoemen gecommitteerden, van ontvangen consentgelden, boeten en breuken.
34 S. Bauwetten geeft akte, dat Lyuwe Hettes de eed als grietman van Raewerderahem volgens de commissie (d.d. 1525 januari 12, Reg. nr. 33), waarop deze is gesteld, heeft afgelegd in handen van de stadhouder-generaal in Vrieslant.
35 Bauwetten geeft akte, dat Jarich Hottinga de eed als grietman van Hennarderadeçl volgens de commissie (d.d. 1524 okt. 11. reg. nr. 16), waarop deze is gesteld. heeft afgelegd in handen van de stadhouder-generaal in Vrieslant.
36 Heer Julius van Bottnnia, ridder en raad in Vrieslandt, Nicolaes Cobel en Aernt Boot, heerschappen van de Bilt, stellen in presentie van heer Thert Bourmania, ridder en raad in Vrieslandt, Heyman Scyff, schout, en Maerten Aelbrechts ("Martinus Alberti"), secretaris van de Bilt, de voorwaarden vast, waarop zij de Biltlanden met ingang van Kerstmis 1525 voor 10 jaar zullen verhuren.
37 Pieter van Groeningen, excysmeester des Keizers te Leeuwerden, verklaart ontvangen te hebben van Jan Rotaller, rentmeester-generaal van Vrieslant. de somma van 20 pond Vlaems, zijnde 1/4 jaar wedde, verschenen 31 dec. 1525.
38 Dirck van Leijen, Mr. timmerman. verklaart ontvangen te hebben van Jan van der Eycke, die rekening houdt van de bouw der twee houten blokhuizen. en van Pieter Willemz., klerk van Willem Goudt, ontvanger der beden, de somma van 39-6-6 pond Vlaems, zijnde houtvracht van Delft naar de Haghe en kosten van inscheping der voltooide blokhuizen op `t Spoye, alsmede de kosten van twee reizen naar Dordrecht voor de aankoop van het hout.
39 Dirrick Tielmansz, van der Warken, controleur te Staveren, verklaart ontvangen te hebben van Jan Rottalder, rentmeester-generaal van Vrieslant, de somma van 6-0-5 pond Vlaems, zijnde 1 maand wedde als excysmeester (5 jan.-5 febr.), en 8-0-6 pond Vlaems, zijnde 2 maanden wedde als controleur (5 febr.-5 Apr.).
40 Staes Govertss., (houtkooper) te Dordrecht, verklaart ontvangen te hebben van Jan van de Eycke, "fabrieckmeister" van het huis te Staveren, de somma van 69-9 pond van 40 grooten wegens levering van (6225 voet) "schalibort".
41 N.N. geeft akte van een verklaring van Mr. Cornelis Anthonisz.. dat die van Steenwijc 1 nov. (15) 25 begonnen zijn excys etc. te betalen en dat Rottalder opgave heeft van de domeinen, voormaals aan de bisschop van Uutrecht toekomende.
42 Bernard Bucho van Zuichem, deken in Haghe. verklaart ontvangen te hebben van de onder-rentmeester Jan van der Eyck de somma van 24 Rijnsche glds., zijnde een termijn, verschenen Martini (1526), betreffende 12 morgen in' Aesgho Tziummes landen op `t Bilt.
43 Kaerle, gekozen Romssch keizer (enz.). heer van Vrieslandt (enz.), geeft Epe Aylve commissie als grietman van Wondseradeel, na afstand van heer Goslick van Jwynghema, ridder, als hoedanig hij jaarlijks daags na Trinitatis, als ten tijde van den vorst van Sassen, rekening en verantwoording zal doen, ten overstaan van de stadhouder of te benoemen gecommitteerden, van ontvangen consentgelden, boeten en breuken, dragende hem tevens op de berging van zeevonden.
44 Mr. Jarich Dekama, grietman van Barderadeel. verklaart ontvangen te hebben van Jan Rottaller, rentmeester-generaal van Vrieslant, de somma van 3-7 pond Vlaems, zijnde het saldo van zijn grietenijrekening tot 30 Sept. 1527. * 
45 Quiryn Pieterss, verklaart ontvangen te hebben van Marcelis van Zegerscappele de somma van 20 Rijnsche glds., zijnde de tweede termijn van een jaar huur van 9/2 morgen land op `t Bilt.
46 Hanss Metzger (drossaard van Staveren) verzoekt aan de Heeren van de Rekeninge in de Haghe de door hem aan Mr. Cornelis Anthonisz. overgegeven rekening (betreffende bouwwerk aan het brouwhuis en het verwulfsel aldaar) te willen doorzien en hem assignatie op Willem Goudt of een anderen rentmeester te geven ter voldoening van zijn voorschotten.
47 Jan van Vollenhove, excysmeester te Slickenburch, verklaart ontvangen te hebhen van Jan Rottaller, rentmeester-generaal van Vrieschlandt, de somma van 22-10 pond Vlaems, zijnde 1/4 jaar wedde, verschenen 31 dec. 1528.
48 George Schenck, vrijheer van Tautenburgh etc., stadhoudergeneraal, en de raden des Keizers in Vrieslandt schrijven Douwe Hoyttes, grietman van Hasschervyfgae, aan, dat hij door prelaten, kloosters, priesters. heerschappen en andere huisluiden van zijn grietenij 1 tot 3 afgevaardigden zal doen aanwijzen, gevolmachtigd om met hem op 20 April e.k. in de Cancelrye te Leeuwaerden aan de besprekingen betreffende het dijkwezen deel te nemen.
49 Jan van Vollenhove, excysmeester te Slickenburch, verklaart ontvangen te hebben van Jan Rottaller, rentmeester-generaal van Vrieslandt, de somma van 22-10 pond Vlaems, zijnde 1/4 jaar wedde, verschenen 31 Maart 1529.
50 Tautenburgh ordonneert de rentmeester Jan Rattaller te betalen aan Hans van Brysach voor herstel en onderhoud van den wal te Schlooten de somma van 4 g.gld.
51 Jan van Wollenhove, excysmeester te Slickenburch, verklaart ontvangen te hebben van Jan Rottaller, rentmeester-generaal van Vrieschlandt, de somma van 22-10 pond Vlaems, zijnde 1/4 jaar wedde tot 31 Maart. * 
52 Fritz van Grumbach (?) verzoekt aan de heeren van de Rekenkamer(?) ten vervolge op een vroeger gedaan verzoek aan het Hof, dat zij de rentmeester of de commissaris van Vrieslandt opdracht zullen geven om te komen tot een ruiling van 8 morgen domein temidden van zijn landen op het Bilt tegen een van zijn andere percelen aldaar.
53 Hans van Brysach, walmeester op het huis te Sloten. verklaart ontvangen te hebben van Jan Rottaller, rentmeestergeneraal van Vrieslant, de somma van 3 g.gld.
54 Maerten van Naerden, Jur. Lic. en eerste raad in Vrieslandt, verklaart ontvangen te hebben van Jan Rottaller, rentmeester-generaal van Vrieslandt, de somma van 3 pond Vlaems, zijnde 1 jaar wedde, verschenen 30 Sept. 1526.
55 Queryn Pietersz., in (15) 26 administrateur van `t Bilt voor heer Julius (van Botnia), Willem Goudt c.s., verklaart dat overeenkomstig het voorafgaande cohier. door hem afgeschreven uit het verpachtingsregister, de verpachting heeft plaats gehad.
56 Frans Woutersz. van Alphen, raad des Keizers in Vrieslandt, verklaart ontvangen te hebben van Jan Rottaller, rentmeester-generaal van Vrieslant, de somma van 219 pond Vlaems, zijnde 1 jaar wedde, verschenen 30 Sept. 1529.
57 Kaerle, Roomsch keizer (enz.), heer van Vrieslant (enz.), geeft aan hoofd en tresorier-generaal der Demeinen en Financiën opdracht zijn raad heer Tjaert Bourmannia, ridder, naar aanleiding van diens bezwaarschrift als volgt te voldoen: 1e. een post betreffende uitbetaalde soldijen ter bescherming der Bildpachters tegen de Gelderschen te Dockum in zijn Bildtrekening over 1518 alsnog te verifieeren; 2e. a.v. met een post wegens kwijtschelding van /12 jaar pacht aan de Bildpachters in zijn rekening over 1522-onder voorbehoud van verhaal op de pachters -; 3e. een deel van zijn vordering wegens aankoop der heerlijkheden lIst, Haege en Hummers van wijlen de heer van Wassenaer te verrekenen en 4e. een deel van het door hem als ambtman en drossaard van Hattem in 1528 aan herstel van stad en slot uitgegevene, alsmede geleden schade, uit te betalen.
58 Roelandt Lobs, controleur der excysen des Keizers te Slooten, verklaart ontvangen te hebben van Jan Berentsz. van Campen, excysmeester aldaar, de somma van 17-l0 pond Vlaems, zijnde 1/4 jaar wedde tot 31 dec. 1531.
59 Hoofd en tresorier-generaal der Financiën des Keizers verklaren te zullen voldoen aan de inhoud van de brief d.d. 1531 november 2l (Reg. nr. 57), in dorso waarvan deze is gesteld.
60 Prior en gemeene conventualen der Crucebroeders te Franeker verklaren ontvangen te hebben van Gerrit van Loo, rentmeester-generaal des Keizers in Vrieslant. de somma van 30 g.glds., zijnde 1 jaar rente uit het Bildt, verschenen Martini 1531 en Petri 1532, hun destijds toegelegd door hertog Joris van Zaxen en door de keizer bevestigd in (15)21.
4 Rentmeestersrekeningen
3. Regestenlijst
60
Prior en gemeene conventualen der Crucebroeders te Franeker verklaren ontvangen te hebben van Gerrit van Loo, rentmeester-generaal des Keizers in Vrieslant. de somma van 30 g.glds., zijnde 1 jaar rente uit het Bildt, verschenen Martini 1531 en Petri 1532, hun destijds toegelegd door hertog Joris van Zaxen en door de keizer bevestigd in (15)21.
Datering:
1532 Augustus 24
NB:
Oorspr. op papier in inv. nr. 8 (t/o. fol. XVI). met fragment van het opgedrukte conventszegel in groene was onder papierruit.
Organisatie: Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum)
laatste wijziging 04-04-2018
61 Heer Johannes, pastoor te Wier, verklaart ontvangen te hebben van Gerit van Loo, rentmeester-generaal des Keizers in Vrieslant, de somma van 31-10 pond van 40 grooten, zijnde 1/2 jaar rente uit de Biltlanden, verschenen Jacobi l.l.
62 Heer Jan, presbiter en pastoor te Barlicum, verklaart ontvangen te hebben van Gerit van Loo, rentmeester generaal des Keizers in Vrieslant, de somma van 16-4 pond van 40 grooten, zijnde 1 jaar rente uit de Biltlanden, verschenen Jacobi 1532.
63 Jan Geritss. Kuycken, kerkmeester te St.-Annenprochie op `t Bild, verklaart te hebben ontvangen van Gerit van Loo, rentmeester-generaal des Keizers in Vrieslant, de somma van 60 pond van 40 grooten. zijnde 1 jaar toelage voor de kerk ad 50 pond en voor de koster ad 10 pond, verschenen 15 Maart 1532.
64 De Koningin-Weduwe van Hongriën, Bohemen etc., regentes en gouvernante des Keizers in zijne Erfnederlanden, komt met Sybrant van Roorda, Mrs. Jarich van Dekama, Haringe van Haringe en Jancko van Douvema. volmachten van het landschap Vrieslant, tot overeenstemming over een propijn van 40000 Car. glds.. geconsenteerd door de Landdag op 17 Sept. 1539, ter tegemoetkoming in de kosten van de verovering van Stad en Ommelanden van Groeningen, Coevoerden en de Drenthe en te betalen op nader vermelde data voor Oestergoe en Sevenwolde en voor Westergoe. op voorwaarde van non-prejudicie der bestaande privilegiën en vervallenverklaring der gedane beloften met de verovering van Coevoerde en de Drenthe.
65 Epo van Martena, executeur van het sterfhuis van heer Kempo van Martena, Doctor en raad des Keizers in Vrieslant, verklaart ontvangen te hebben van Gervt van Loo, raad en rentmeester-generaal van Vrieslant en Groeningen, de somma van 150 pond Vlaems, zijnde 1 /2 jaar pensioen van wijlen zijn broeder, verschenen 31 Maart 1538.
66 Wolff van Wurtzo, excysmeester van Collom en grietman van het Nyeuwelandt aldaar genaamd `t Cruijslandt, verklaart, dat van de verhuring van dat Cruijslandt over 1540/1541 aan jaartax is opgebracht 179-19-3 pond van 40 grooten.
67 Caerl van de Nytszem, raad en procureur-generaal in den Hove van Vrieslant, geeft akte, dat de waag te Collom in zijn tegenwoordigheid verpacht is over de jaren 1540-1543 aan Jan Kanter voor 24 pond van 40 grooten `s jaars.
68 Geryt van Loo bericht aan de Heeren van de Rekencamer des Keizers in de Haghe, dat hij hun met zijn klerk Jacob van Grootvelt zendt de domeinrekeningen van Vrieslant en de Biltrekeningen van de jaren (15)40/41 en (15)41/42 alsmedede gegevens over (15)42/43, kondigt de overzending over enige maanden van de rekeningen van Groeningen aan en deelt de laatste berichten over de troepen in het land van Holsten, op Fuynen en Zeelant mede.
69 N.N. geeft akte, dat Mr. Marten van Naerden, stadhouder van Groningen etc., ter Rekenkamer compareerende verklaard heeft, dat de artikelen van de nieuwe Biltverpachting in (15)35 alleen wegens zijn daarop volgend vertrek naar Uutrecht niet alle door hem geverifieerd zijn. doch dat wel alle verpachtingen overeenkomstig het cohier ten overstaan van hem en de rent-meester Gerit van Loo gehouden zijn.
70 Douwe van Bourmania verklaart ontvangen te hebben van Mr. Gerit van Loo, raad en rentmeester-generaal van Vrieslant, de somma van 140 pond Vlaems, zijnde een jaar pensioen tot 30 Sept. 1543.
71 Douwe van Bourmania verklaart ontvangen te hebben van Mr. Geryt van Loo. raad en rentmeester-generaal van Vrieslant de somma van 100 pond Vlaems, zijnde een jaartermijn van de 600 pond hem toegelegd, verschenen 30 Sept. 1543.
72 Kaerle, Roomsch keizer (enz.), heer van Vrieslant (enz.), geeft commissie aan zijn raad en rentmeester- generaal van Vrieslant, Geerit van Loo, om van de grietmannen te innen hunne bijdragen in de gratuïteit van 60000 Car. glds., hem door de Staten van dat gewest toegestaan, onder verplichting rekening daarvan te doen in de Rekenkamer van Hollandt, en een copie over te geven aan de Staten van Vrieslant.
73 Marie, Koningin-douairière van Hongriën, Bohemen etc., regentes en gouvernante in de landen van Herwertsouer, accepteert in naam des Keizers de door de afgevaardigden der Staten van Vrieslant dien zelfden dag ter tegemoetkoming in de kosten van de reductie van Gelre en Zutphen toegestane propijn van 60000 Car. gids, onder voorbehoud van hunne privilegiën en onder beding, dat ingeval van oorlog in Vriesland binnen de vier betalingsjaren de nog te betalen termijnen daarvoor mogen worden aangewend.
74 Heer Epo Gerbrandi, prebendarius te Berlicum, verklaart ontvangen te hebben van Mr. Gerit van Loo, rentmeester-generaal van Vrieslant, de somma van 6 pond van 40 grooten uit `s Keizers Biltlanden, verschenen Jacobi (15)45.
75 Douwe van Bourmania verklaart ontvangen te hebben van Mr. Gerit van Loo, raad en rentmeester-generaal van Vrieslant, de somma van 140 pond van 40 grooten, zijnde 1 jaar pensioen, verschenen 30 September (15)45.
76 Georgen van Ollum, controleur des Keizers van de haven van Kollum en Achtkarspel. verklaart ontvangen te hebben van Geret van Loo, rentmeester-generaal des Keizers in Vriesland, de somma van 15 pond van 40 grooten, zijnde 1/4 jaar wedde van 30 Sept. (15)47.
77 Philippes de Lalaing, graaf van Hoochstraten, heer van Vile etc., ridder van de Orde, stadhouder en kapitein-generaal des Keizers in het hertogdom Geldres en het graafschap Zutphen, verklaart ontvangen te hebben van Geryt van Loo, raad en ontvanger-generaal des Keizers in Frise, de somma van 500 Car. glds., zijnde Y2 jaar pensioen. verschenen 14 jan. 1548.
78 Pieter van Groeningen, excysmeester des Keizers te Leeuwarden, verklaart ontvangen te hebben van Mr. Geryt van Loo, rentmeester-generaal van Vrieslant, de somma van 160 pond Vlaems, zijnde 2 jaar wedde, verschenen 30 Sept. 1545 en 30 Sept. 1546.
79 Philippes de Lalaing, graaf van Hoochstraten, heer van Vile etc., ridder van het Gulden Vlies, stadhouder en kapitein-generaal des Keizers in het hertogdom Geldres en het graafschap Zutphen, verklaart ontvangen te hebben van Geryt van Loonontvanger-generaal en raad des Keizers in Frize, de somma van 500 pond, zijnde 1/2 jaar pensioen, vers'chenen 14 Juli 1548.
80 Die van de Rekeninge in de Rage zenden aan Geryt van Loo, rentmeester van Oistvrieslant, thans ten Hove, ter bezorging en afdoening een schrijven gericht aan de Heeren van de Financiën (Reg. nr. 81) ter oplossing van de moeilijkheden gerezen naar aanleiding van het innen van de jaartax in Dockum in zijn rekening van Oistvrieslant van (15)46, van welk schrijven hij reeds in Vrieslant copie ontving.
81 (De Rekenkamer in de Haag) schrijft aan de Heeren van de Financiën over de moeilijkheden betreffende de inning van den jaartax te Dockum en vraagt aan de hand van een geschiedkundig overzicht over de jaren 1523- 1546 bespreking met den rentmeester Gerit van Loo, brenger dezes, en een beslissing over a) al of niet navordering over de jaren 1531-1534 voor het aangevoerde appointement van de stadhouder Toutenburg d.a. 1536, b) de betaling over de jaren 1540-1545 en c) het nieuwe concept-appointement terzake van de Hove van Vrieslant d.a. 1545.
82 Peter van Holte (te Deventer) verklaart door zijn dienaar Arent ffan Almelo ontvangen te hebben van Mr. Gerijt van Loo, rentmeester-generaal van Vrveslant, de somma van 140 pond Vlaems of 140 Car. glds., zijnde 1 jaar rente uit 42 morgen Byllanden des Keizers in Sant-Annen-Parrochye, verschenen St. Jacobus (15)49, de rentmeester tevens voor de vorige jaren quitteerende.
83 De luyden van de Rekeninge in de Hage geven Mr. Gouaert van Duvenee, griffier van Vrieslandt, commissie, om, overeenkomstig de sindsdien weinig toegepaste bepalingen van de in 1524 door commissarissen vastgestelde ordonnantie op het salaris van de griffier, de contumacieboeten te innen met inbegrip van de nog achterstallige. reeds in de commissie van zijn voorganger w. Aerent van Boyemer vermelde, dezelve met zijn jaarrekening der zegelrechten te verantwoorden en aan den rentmeester-generaal van Vrieslandt af te dragen tegen een nader door hen vast te stellen salaris.
84 Gerryt van Loo, rentmeester van Vrieslant, richt zich tot hoofden, tresorier-generaal en gecommitteerden van de Financiën, met het verzoek hem voor zijne diensten, bewezen in het innen over 4 jaren van de 60000 Car. glds., de keizer door de Staten van Vrieslandt toegestaan en door hem in zijn ingediende rekening verantwoord, de 1000 Car. glds. uit te keeren, die de Rekenkamer in de Hage hem bij gebreke van ordonnantie moest weigeren.
85 Robert de Bouloingue, raad en ontvanger-generaal der Financiën des Keizers verklaart ontvangen te hebben van Gheeryt van Loo, raad en ontvanger-generaal des Keizers in Frize, de somma van 1294 pond Viaams, zijnde een restsaldo van zijn rekening van de bede van 60000 pond.
86 Hoofden, tresorier-generaal en gecommitteerde der Financien des Keizers (beschikkende op het request van Gerryt van Loo d.a. 1551-Reg. nr. 84-, in margine waarvan deze is gesteld) kennen requestrant, de gevraagde vergoeding joe ten bedrage van de 70en penning van de inkomsten zijner bede-rekening, te verrekenen op dezelve of c.q. op de domeinrekening van het lopende jaar.
87 De luyden van de Rekeningen in de Hage ordonneeren Gerrit van Loo, rentmeester-generaal van Vrieslant, aan hun auditeur Jacob Splinter te betalen de somma van 142-17-1 pond Vlaems, zijnde het eindsaldo van zijn rekening der door de Staten van Vrieslant in 1545 toegestane bede.
88 Jacob Splinter verklaart ontvangen te hebben van de rentmeester (Gerrit van Loo) de somma van 142-17-1 pond, als bedoeld in de ordonnantie (van gelijken datum-reg. nr. 87 -), waarop deze is gesteld.
89 Het Hof van Vrieslandt, vonnis wijzende in de zaak van Mr. Gerryt van Loo, raad en rentmeester des Konings in Vrieslandt, eischer, contra Cornelia Lucasdr., wed. van zijn klerk Jacob Harmansz. van Grootvelt, gedaagde, terzake van restitutie uit den door haar eigenmachtig ontzegelden boedel van de hem verschuldigde gelden als saldo der laatste domein- en bederekeningen, veroordeelt de gedaagde tot betaling van 4231 Keizersgld. 3 st. ½ braspenn. met kosten, schaden en interessen, behoudens aftrek van een nader te bewijzen aan haar verschuldigdbedrag en onverminderd hare actie terzake van achterstallig salaris.
90 Mathys Boom, kastelein op `s Konings blokhuis te Leuwaerden, geeft akte, dat hem geleverd zijn op 29 Mei 1555 vier halve tonnen grof en 2 halve tonnen knijpkruit uit Mechelen en op 2 Aug. d.a.v. 7/2 hoed steenkolen.
91 Magdalena van Boymers. wed. van Mr. Gouaert van Duuenee griffier van Vrieslant, verklaart mede namens hare kinderen ontvangen te hebben van Boudewijn van Loo, rentmeester van der Bildt, de somma van 102-8-l0 pond Vlaems, zijnde 1 jaar rente uit `s Konings Biltlanden, verschenen Martini 1555.
92 Gerryt van Loo, raad des Konings in de Hove van Vrieslandt, verklaart ontvangen te hebben van zijn zoon Boudewijn van Loo, rentmeester van Vrieslandt, de somma van 150 pond Vlaems, zijnde 4 jaar rente, verschenen Martini 1552-Petri 1556, hem toekomende krachtens executie van de Hove van Vrieslant, in mindering van de som tot welker betaling Cornelia Lucasdr. mede voor haar kinderen bij w. Jacob Harmansz. van Groetuelt door de Hove veroordeeld is (zie Reg. nr. 89).
93 Gerryt van Loo. raad des Konings in de Hove van Vrieslandt, verklaart schuldig te zijn aan Boudewijn van Loo, rentmeester-generaal van Vrieslandt, de somma van 30648-7-10 pond Vlaems, door dezen uit de ontvangsten vander Bildt voor hem betaald aan Matheus Ortel, gecommitteerde van Anthonie Foucker, en aan Robert de Bouloingne, ontvanger-generaal der financiën, blijkens de guitanties bij de domeinrekening van 1555/56 en verzoekt de Rekenkamer van Hollandt zijn zoons Bildtrekening van dit bedrag te ontlasten en zijn eigen domeinrekening van 1555/56 ermede te belasten.
94 Julius van Geele, procureur-generaal des Konings in den Hove van Vrieslandt, verklaart, dat voorzover hem bekend geen proces hangende is vanwege de Koning contra die van Franycker terzake van de overmaat der landen op het Bildt door den vorst van Sassen aan de stad geschonken en dat hij omtrent den omvang van die overmaat niet geïnstrueerd is.
95 Boudewyn van Loo bericht aan de Heeren van de Rekencamer van Hollant in de Haege, dat hij hun met zijn klerk (Joris Daneau) de domeinrekening van 1559~60 zendt en hem volmacht geeft ten aanzien van het afhoren en sluiten daarvan.
96 Boudewyn van Loo bericht aan de Heeren van de Rekencamere van Hollant in de Haege, dat hij hun met zijn klerk (Herman van der Geest) zijn rekening van 1562/63 met de bijlagen-behalve de décharge van de betaling der garnizoenen in Vrieslant-zendt en verwijst hen voor wat betreft de verpachting der Biltlanden en het voorgevallene met de pachters van de Buyten-Biltlanden naar de rekenmeester Mr. Adriaen Numan.
97 Phelippe, koning van Castille (enz.). beschikkende op een request van Viglius de Zuichem, proost van St.- Bavon. president van de Geheimen Raad, kanselier van de orde van het Gulden Vlies, verleent dezen na een ambtstijd van 21 jaren ontslag als president voornoemd en benoemt hem tot president van de Raad van State als opvolger van Jehan de St.-Maurice, heer van Montbarrey.
98 Hoofden, tresorier-generaal en gecommitteerden der Financiën des Konings verklaren te zullen voldoen aan de inhoud van den brief d.d. 1569 September 9 (Reg. nr. 97), in dorso waar van deze is gesteld.
99 F.A. hertog van Alve, etc., stadhouder, gouverneur en kapitein-generaal des Konings in zijne Erffnederlanden, accepteert het aanbod van volmachten en gedeputeerden van landen en steden van Vrieslandt tot het opbrengen van 128000 Car. glds., over vier jaar in plaats van de van hen gevorderden 100en, 20en en 10en penning, onder voorbehoud van hunne privilegiën, met afwijzing evenwel van het verzoek der gedeputeerden van het platteland betreffende uitsluiting van vreemdelingen bij de bezetting van ambten, wat alleen nog in Brabant, en betreffende voorrang van landslieden bij het vergeven van geestelijke beneficiën, wat in geen der landen voorkomt, zullende voorts de geschillen tusschen de steden en landen betreffende deze bede door de graaf van Meghen worden bijgelegd en tenslotte het onbetaalde aandeel van een door de vijand bezochte grietenij niet door de verdere landen en steden verschuldigd zijn.
100 De bisschop van Leovardia en zijn assessoren, vonnis wijzende in de zaak van Sipke Auckezn., cessionaris van Syuerd Eernst, cessionaris van heer Godofridus, pastoor te Berlicum, contra heer Sybrandus, pastoor te Menaldum, gelasten gedaagde aan eischer te betalen 4 Car. glds., doch ontzeggen dezen zijn verderen eisch.
101 Heer Sibrandus Leo, pastoor te Menaldum, doch in (15) 73 Berlkum, verklaart ontvangen te hebben van Baldeuijn fan Loo, raad en rentmeester-generaal des Konings in Vrieslant, de somma van 16 Car. glds. 4 st., zijnde 1 jaar pacht, de pastorie van Berlkum op St. Jacob verschenen, en zulks ondanks de aanspraak daarop van heer Godefridus Renckum, pastoor te Berlkum, die in hoofdzaak ontzegd werd bij vonnis van de bisschop (d.d. 1574 nov. 6, Reg. nr. 100).
laatste wijziging 04-04-2018
246 beschreven archiefstukken

Kenmerken

Periode:
1515-1575
Auteur:
A.L. van Heerma van Voss
Beschrijving:
Rekeningen en andere stukken betreffende Friesland, afkomstig uit de Hollandsche Rekenkamer (1515-1575)
Omvang:
3,5 meter Platte dozen, bijz. form.
Categorie:
  • Zonder categorie
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Rentmeesters van Friesland
laatste wijziging 04-04-2018
246 beschreven archiefstukken