Uw zoekacties: Gewestelijke bestuursinstellingen van Friesland 1580-1795

5 Gewestelijke bestuursinstellingen van Friesland 1580-1795 ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
I. Staten, Mindergetal en Kwartieren
Inleiding
I. Geschiedenis van de archiefvormende organen * 
B. Mindergetal
5 Gewestelijke bestuursinstellingen van Friesland 1580-1795
I. Staten, Mindergetal en Kwartieren
Inleiding
I. Geschiedenis van de archiefvormende organen1
B.
Mindergetal
Het "Mindergetal" bestond reeds in 1580. Het dankt hoogstwaarschijnlijk zijn naam aan het feit dat het uit een minder getal volmachten bestond dan de Staten zelf. Het was aanvankelijk een tijdelijke commissie, die vanaf 1596 een permanent karakter kreeg en "de ziel der Staatsvergaderingen" zou worden.
Het was een commissie van acht volmachten, twee uit elk kwartier, die alleen tijdens de Landdag vergaderde. Het voorzitterschap werd permanent bekleed door een volmacht van Oostergo *  . De secretaris van de Staten was ook secretaris van het Mindergetal. Oorspronkelijk werden de leden van het Mindergetal elk jaar bij de aanvang van de Landdag gekozen. Later was dit vastgesteld volgens de roosters van de almanakken der ambulatoire ambten. Dit waren ambten, die voor slechts één of enkele jaren werden waargenomen en rouleerden *  .
Alle stukken over zaken, die op de Landdag behandeld werden, moesten eerst aan het Mindergetal worden voorgelegd. Omdat de Staten niet plenair vergaderden moesten de ingekomen stukken bij het Mindergetal worden ingediend *  . De leden van het Mindergetal gingen eerst naar hun eigen kwartier. Uit de journalen van het Mindergetal blijkt niet dat ze dat deden met door het Mindergetal geformuleerde preadviezen. De leden gingen vervolgens naar het Mindergetal terug met de kwartiersadviezen. Het is niet te bewijzen dat het Mindergetal na het advies van de kwartieren en een daarop volgende deliberatie met een advies naar de kwartieren ging.
In de journalen van het Mindergetal staan voorin de adviezen van de kwartieren. Deze kwartiersadviezen zijn de enige standpunten die bekend zijn. Ze zijn vooral interessant, wanneer er geen resolutie over een Landdagpunt is genomen. In de journalen is nergens een aanwijzing te vinden dat er over een bepaalde zaak wel of geen resolutie komt. Ook bevatten de journalen van het Mindergetal geen besluiten.
Het Mindergetal stelde uiteindelijk de resoluties van de Staten op, die ter goedkeuring langs de kwartieren gingen. Wanneer de kwartieren de tekst van de resolutie hadden goedgekeurd, kon de uiteindelijke versie door de secretaris worden uitgeschreven. De ondertekening van de resoluties gebeurde door twee volmachten per kwartier. Dit waren per zitting meestal dezelfden. Deze volmachten werden meestal aan het begin van de Landdag door hun kwartier aangewezen en waren niet dezelfden als de leden van het Mindergetal.
Het Mindergetal onderzocht stukken zoals de generale petities en staten van oorlog en bracht vervolgens rapport uit aan de Staten *  . Andere taken waren het vereffenen van de rekeningen van de reële en personele goedschatting, het controleren van de speciekohieren, het om de tien jaar in orde brengen van de stemkohieren en het vernieuwen van de floreenkohieren. Hierover rapporteerden ze vervolgens ook weer aan de Staten *  .

Kenmerken

Periode:
1580-1795
Auteur:
S.P. de Jong, J.A. Schuur en P.M. Peucker
Beschrijving:
Inventaris van de archieven van gewestelijke bestuursinstellingen van Friesland
Categorie:
  • Zonder categorie