Uw zoekacties: Familie Van Heloma
329-03 Familie Van Heloma ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )
Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
Inleiding
De familie Van Heloma
329-03 Familie Van Heloma
Inleiding
De familie Van Heloma
De geslachtsnaam `(Van) Heloma' kwam voor het eerst in de zeventiende eeuw voor. In 1641 was het Claes Michiels die zich op de Academie van Franeker als Nicolaus Heloma (verder Nicolaas I Heloma genoemd) liet inschrijven. *  Zijn broer Tjaerd werd twaalf jaar later, toen hij werd benoemd tot grietman van Aengwirden, Theotardus Heloma (verder Tjaard I van Heloma) genoemd. *  Vanaf deze tijd werd (Van) Heloma voortdurend als geslachtsnaam gebruikt. Hun grootvader Tjaerd was de eerste van wie iets bekend is. Hij heeft in Oudeschoot gewoond en overleed tussen 1577 en 1587. *  Tjaard I en Nicolaas I bekleedden vele bestuurlijke functies in Friesland. Beiden werden door grietenijen afgevaardigd naar de Staten van Friesland. Terwijl Tjaard I dit werd uit de stand der eigenerfden door Schoterland van 1648'52 en uit de stand der edelen door Aengwirden van 1653-'57 werd Nicolaas I afgevaardigd uit de stand der eigenerfden door Lemsterland van 1679-'80 en van 1684'89 en uit de stand der edelen door dezelfde grietenij van 1681-'83. *  Bovendien was Tjaard I grietman van Aengwirden van l 652 tot zijn dood in 1657 en was hij als lid van een commissie uit de Staten belast met oprichten van een tucht en werkhuis. * 
Door het grote aantal leden waaruit de familie bestond en waarvan velen als archiefvormers in deze inventaris voorkomen heb ik verder in deze inleiding alleen die personen behandeld die of voor het archief of voor de familie een rol van betekenis hebben gespeeld.
Tjaard II van Heloma kocht in 1704 de `Weststellingwerfsche geoctrooieerde Veencompagnie' *  De geschiedenis van de compagnie en de overgang ervan naar de Van Heloma's is beschreven door SJ. van der Molen in zijn boek `Turf uit de wouden' . *  Vermoedelijk betekende dit het begin der vervenings-activiteiten door de familie. De werkzaamheden op dit gebied werden hierna snel uitgebreid. Zo verkreeg Nicolaas II in 1748 octrooi tot het graven van een vaart tussen de Tjonger en de Linde ter verbetering van het vervoer van turf. *  Deze vaart zou later de Helomavaart worden genoemd. In 1766 werd hij eigenaar van het Drentse goed Westerbeeksloot (de latere kolonie van de Weldadigheid Frederiksoord). *  Daarnaast was Nicolaas II van 1764 tot 1774 secretaris van Schoterland. *  In 1752 trouwde hij met Anna Maria de Jong. Hierdoor kwam de familie in het bezit van het, nabij Heerenveen gelegen, `Jonkershuys', nu bekend staand als Huize Voormeer. Anna Maria's grootvader Johannes de Jong was reeds eigenaar van het huis. *  Na zijn dood legateerde zijn weduwe Anna Oenema, nadat ook hun enige zoon Marcus was overleden, het huis aan hun kleindochter Anna Maria. *  Na haar huwelijk met Nicolaas II werd het pand afgebroken. In 1755 verrees er een nieuw huis, dat tot 1922 door Van Heloma's werd bewoond. * 
Hun zoon Marcus I van Heloma werd van 1778 tot 1788 uit de stand der eigenerfden door de grietenij Opsterland naar de Staten afgevaardigd. Enkele maanden voor zijn overlijden in 1805 trad hij nog in functie als drost van het 4de drostambt van Friesland. *  Hij is twee maal getrouwd geweest. Na zijn eerste huwelijk met de jong gestorven Catharina Geertruid van Sloterdijck trouwde hij In 1794 met Aletta Catharina van Scheltinga, dochter van Martinus van Scheltinga, grietman van Schoterland. Uit dit tweede huwelijk werden vier kinderen geboren waarvan er twee jong zijn overleden. Van de overige twee bleef Marcus II, geboren na het overlijden van zijn vader, op Huize Voormeer wonen. Zijn broer Nicolaas III echter vestigde zich te Wolvega. Van de functies die laatstgenoemde vervulde zijn de belangrijkste geweest: grietman van Weststellingwerf (1821-1849), lid van Provinciale Staten van Friesland (1821-1840) en lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (1840-1850). Zijn laatste levensjaren heeft hij, evenals enkele van zijn nakomelingen, in Gelderland doorgebracht. * 
Zijn zoon Jan Albert was tot 1877 op velerlei gebied actief in Friesland; vanaf 1851 was hij lid van de gemeenteraad van Weststellingwerf en tevens wethouder van deze gemeente en was hij vanaf 1856 kerkvoogd van de Nederlands Hervormde Gemeente te Wolvega en Nijeholtpade. Na 1877 vertrok hij naar Gelderland, waar hij te Arnhem van 1886 tot 1892 kerkvoogd was. Jan Albert overleed te Bennekom, maar werd in Wolvega begraven. *  Zijn zoon Marcus III van Heloma werd In Wolvega geboren, maar is vrij snel uit Friesland vertrokken. Van 1897 tot 1907 was hij burgemeester-van Hoevelaken. Tot 1906 was hij tevens secretaris van deze gemeente *  Hij was in deze periode woonachtig te Amersfoort, met welke stad hij altijd een nauwe binding heeft gehouden. In deze stad was hij o.a. regent van `De Armen de Poth', een stichting die een reeds eeuwenlange traditie In stand hield, welke bestond uit een wekelijkse uitdeling van brood en boter aan behoeftige, oude mensen. Daarnaast was hij van 1913 tot 1932 lid van het kapittel van Sint Joris. *  Zijn dochter Marca Eduarda huwde in 1931 Sybrand Marinus van Haersma Buma, die burgemeester van Staveren was. Tijdens zijn ambtsperiode als burgemeester van Wymbritseradeel werd hij door de Duiters gearresteerd en stierf hij in 1942 in het concentratiekamp Neuengamme. * 
De jongere zoon van Marcus I van Heloma, Marcus IV, bleef zoals gezegd op Huize Voormeer wonen. In 1824 liet hij zich als student inschrijven aan de universiteit te Groningen, waar hij zes jaar later in de rechten promoveerde. *  Daarna keerde hij terug naar zijn geboorteplaats Heerenveen. In 1833 werd hij tot lid van Provinciale Staten gekozen, een functie die hij tot zijn overlijden in 1885 bekleedde. Tevens is hij vijf jaar (1845 1850) lid geweest van Gedeputeerde Staten, in welk college hij zich met name met zaken betreffende de vervening bezig hield *  Bovendien heeft hij zeer veel betekend voor de plaatselijke schaatssport. Marcus IV was medeoprichter en vele jaren voorzitter van de ijsvereniging `Thialf'. *  Zijn zoon Marcus V was in 1876 griffier van het kantongerecht te Heerenveen. Elfjaar later werd hij kantonrechter aldaar, een functie die hij tot 1916 bekleedde. *  Ook hij heeft voor de schaatssport veel betekend. Hij werd zelfs erevoorzitter van de Koninklijke Nederlandse Schaatsenrijdersbond. *  Tevens was hij de laatste Van Heloma die Huize Voormeer bewoonde. Zijn zoon Jan Scato vestigde zich te Delft. *  Met zijn overlijden in 1967 is de familie Van Heloma in mannelijke lijn uitgestorven.

Kenmerken

Datering:
1591-1982
Periode:
1591-1982
Auteur:
Otto Kuipers
Bijzonderheden:
De inventarisnummers 447 - 498 zijn nog niet verpakt en geëtiketteerd
Beschrijving:
Inventaris van het familiearchief Van Heloma