Uw zoekacties: Maatschappij van Weldadigheid

0186 Maatschappij van Weldadigheid ( Drents Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
1.5. Na 1859
1.5.6. Aanpassingen en taakuitbreiding
0186 Maatschappij van Weldadigheid
1. Inleiding
1.5. Na 1859
1.5.6.
Aanpassingen en taakuitbreiding
Organisatie: Drents Archief
Tegen het eind van de jaren twintig moest de Maatschappij van Weldadigheid meer en meer op eigen kracht varen. Niet alleen de contributies, maar ook de giften en legaten brachten steeds minder geld in kas. Het gevolg was dat een belangrijk deel van de filantropische activiteiten zelf moest worden betaald. De Maatschappij kreeg steeds meer het karakter van een grote land- en bosbouwonderneming, al bleef zij, door werkverschaffing en door jonge landbouwers als pachters aan een bestaan te helpen, de ideële bedoelingen van Van den Bosch benaderen. De opzending van nieuwe kolonisten liep echter sterk terug. Arbeiders uit de grote steden ' waar het loonpeil het hoogst was ' gingen niet graag naar het platteland en omgekeerd was er een duidelijke trek naar de stad. De sociale zorg van rijk en gemeente nam de Maatschappij de wind uit de zeilen en door de wereldcrisis moest het bestuur een uiterst voorzichtig financieel beleid voeren. Door dit alles zag de Maatschappij zich genoodzaakt een andere weg in te slaan *  .
De statutenwijziging van 1934 was een aanpassing aan de gewijzigde omstandigheden. De band tussen de afdelingen en de gezinnen werd verbroken en alle nog aanwezige, officieel als kolonist geplaatste gezinnen kwamen voortaan ten laste van de algemene kas. Dit had tot gevolg, dat het laatste restje interesse en enthousiasme bij de nog actieve afdelingen langzamerhand verdween. In de statuten werd opgenomen, dat het bestuur een afdeling kon ontbinden als van de desbetreffende afdeling alle leden hadden bedankt of waren overleden. Eind 1940 telde de helft van de 52 afdelingen minder dan 10 leden en in 36 afdelingen ontbrak het bestuur *  .
De jaren tussen de statutenwijziging en de Tweede Wereldoorlog stonden in het teken van bezuinigingen. Vanaf 1934 werden de grote landbouwbedrijven Prinses Marianne, Immer Moed en de Sophiahoeve verpacht *  . Per 1 juli 1936 werd het vrijboerschap van een aantal boeren opgeheven; zij moesten voortaan op eigen benen staan en werden pachter van de Maatschappij. Na de invoering van de Pachtwet van 1937 werden de pachtcontracten van alle gewone pachters ' de niet-kolonisten ' in overeenstemming gebracht met de geldende voorschriften. Voor de voormalige vrijboeren werd door de respectieve Pachtkamers echter een verpachting van jaar tot jaar toegestaan en de ouderen onder hen behoefden slechts een zeer lage pacht te betalen. De arbeiderskolonisten die nog in de Maatschappij woonden, werden eveneens als gewone huurders beschouwd. Hiermee kwam een eind aan het bijhouden van een "burgerlijke stand" door de Maatschappij; de lotgevallen van deze gezinnen werden vanaf dat moment niet meer in de bevolkingsregisters geregistreerd *  .
Na de Tweede Wereldoorlog nam de Maatschappij van Weldadigheid een nieuwe taak op zich: de verpleging van asociale of debiele jongeren, die ter beschikking waren gesteld van de regering of door organisaties op het gebied van de reclassering werden geplaatst. In 1945 werd hiertoe in de Hoeve Boschoord, een voormalige landbouwschuur, begonnen met de vestiging van een open inrichting. In latere jaren waren deze jongeren werkzaam op een leerboerderij en in de werkplaats, beide behorende tot de inrichting, en in de tuinen en bossen en bij particulieren in de omgeving. Onder Schoonebeek werden onder auspiciën van de Maatschappij van Weldadigheid beplantingen van de gemeente en van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (N.A.M.) aangelegd en onderhouden; hierbij waren ook minder valide arbeiders werkzaam *  .

Kenmerken

Datering:
1818-1970
Beschrijving:
Inventaris van de archieven van de Maatschappij van Weldadigheid
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0186 Maatschappij van Weldadigheid
VERKORT:
NL-AsnDA, 0186
Categorie:
  • Zonder categorie