Mijn Studiezaal (inloggen)
0186 Maatschappij van Weldadigheid ( Drents Archief )
0186
Maatschappij van Weldadigheid
Inventaris
1. Inleiding 
1.3. Taakuitvoering
1.3.5. Gezondheidszorg 
0186 Maatschappij van Weldadigheid
1. Inleiding
1.3. Taakuitvoering
1.3.5.
Gezondheidszorg
De gezondheidstoestand had al vanaf het begin de aandacht van het bestuur. Aanvankelijk aanvaardde de Permanente Commissie dankbaar de geneeskundige hulp van een arts uit Steenwijk, maar op 1 januari 1827 ging de Maatschappij er toe over voor de vrije koloniën een eigen arts op een vast traktement te benoemen * . Vanaf dat moment was de geneeskundige verpleging van de kolonisten in eigen handen.
De richtlijnen voor de geneeskundige dienst in de vrije koloniën en gestichten werden door de Permanente Commissie vastgelegd in een besluit van 4 december 1827 * . Uitgangspunt was een gezondheidszorg voor gemeenschappelijke rekening; leden van kolonistengezinnen en bestedelingen waren met andere woorden verplicht verzekerd. De premie werd iedere week van de verdiensten ingehouden. De koloniale arts mocht buiten de koloniën geen praktijk uitoefenen en geen personen behandelen die niet tot de koloniebevolking behoorden, bijzondere gevallen daargelaten. De apotheek te Frederiksoord, toevertrouwd aan de zorg van de arts, was uitsluitend bestemd voor de zieken onder de koloniebevolking * .
De Permanente Commissie heeft ook in de gestichten niets onbeproefd gelaten om de gezondheid te bevorderen. Direct na de oprichting van het eerste gesticht te Veenhuizen werd een geneesheer benoemd en sinds 1833 bekostigde het bestuur twee artsen voor de drie daar gevestigde gestichten. Naar de Ommerschans werden veel bedelaars opgezonden die er lichamelijk slecht aan toe waren, vooral toen het gesticht ook officieel voor invaliden werd geopend. Ziekte en sterfte waren dan ook niet te vergelijken met die in de vrije koloniën. Het bestuur stelde eerst een geneesheer aan en liet al spoedig een hospitaal bouwen * .
Bij besluit van 18 januari 1848 werd een geheel herzien reglement van kracht. Het personeel van de geneeskundige dienst bestond voortaan uit een genees-, heel- en vroedkundige en een gediplomeerde vroedvrouw, die als standplaats Willemsoord had * . Laatstgenoemde was in 1838 in vast dienstverband aangesteld; voor die tijd hadden geschikte kolonistenvrouwen als kraamhulpen geassisteerd. De gehele medische dienst in de koloniën en gestichten stond onder toezicht van een geneesheer, die in een van de takken van de geneeskunst de doctorale graad had behaald * .
laatste wijziging 09-04-2024
4.917 beschreven archiefstukken
740 gedigitaliseerd
totaal 210.651 bestanden
Kenmerken
Datering:
1818-1970
Beschrijving:
Inventaris van de archieven van de Maatschappij van Weldadigheid
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0186 Maatschappij van Weldadigheid
VERKORT:
NL-AsnDA, 0186
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0186 Maatschappij van Weldadigheid
VERKORT:
NL-AsnDA, 0186
Categorie:
- Zonder categorie
laatste wijziging 09-04-2024
4.917 beschreven archiefstukken
740 gedigitaliseerd
totaal 210.651 bestanden
